Witwasbestrijdingswatchers zijn gewend aan het eenvormige proza over witwasbestrijding zoals wordt geproduceerd door het Ministerie van Financiën, dat vanwege de discriminatoire praktijken eigenlijk het Ministerie van Discriminatie zou moeten heten. Ongestoord door de toeslagenaffaire gaat dat ministerie, daarin gesteund door bijna de gehele Tweede Kamer, door op de weg van discriminatie en profilering, die een kenmerk zijn van de witwasbestrijdingsregelgeving.
Europa wil harmoniseren
De kern van de witwasbestrijdingsregels komt uit Europa, waar men niet stil zit. Al eerder schreef ik hoe burgers en organisaties moeten huiveren voor wat er in aantocht is: de Europese antiwitwasverordening (Anti-Money Laundering Regulation, AMLR), waarin de regels zullen worden geharmoniseerd.
De one-size-fits-all aanpak die nu al geldt binnen Nederland voor een kleurrijke groep van ondernemingen (Wwft-plichtigen), zal straks gelden in alle EU-staten. Waarbij Europa de nationale rechtssystemen niet gaat harmoniseren. Wel zal wellicht het midden- en kleinbedrijf worden uitgeroeid, voor zo het Wwft-plichtigen betreft. Want het grootbedrijf is al niet tot naleving in staat, laat staan het mkb.
Nota Van der Linde en Alkaya over de Europese plannen
In december 2020 is een nota over de nieuwe Europese plannen uitgebracht door twee rapporteurs, leden van de Tweede Kamer, Van der Linde (VVD) en Alkaya (SP). De nota is bestemd voor de vaste commissies voor Financiën en Europese Zaken van de Tweede Kamer.
Nu het proza van het Ministerie van Financiën zo eenvormig is, is het een opluchting om het witwasbestrijdingsverhaal op een andere manier geformuleerd te zien. Dus ook al staat er weinig nieuws in, ik raad witwasbestrijdingswatchers het lezen van de nota aan.
Uit de samenwerking tussen VVD en SP valt af te leiden dat over het onderwerp witwasbestrijding kamerbrede overeenstemming is. Jammer genoeg worden er ook kamerbrede fouten gemaakt, die in de nota zijn terug te vinden. Zo vallen te noemen:
- Als er over ‘relevante actoren‘ wordt gesproken wordt nooit gesproken over alle Wwft-plichtigen of hun klanten, die veel tijd en geld kwijt zijn aan de ineffectieve bureaucratie.
- Als er met ‘de sector’ wordt gesproken gaat dat alleen over banken en overheidsinstanties, waarbij – verfrissend – wordt geconstateerd dat banken “nog te veel [varen] met veel te grote sleepnetten door de zee van data” en veel zinloze meldingen van ongebruikelijke transacties doen, die FIU-Nederland vervolgens niet aankan [1]. Ook elders in de nota gaat het vrijwel alleen over banken.
- De rapporteurs constateren dat de regels snel veranderen [2], maar leveren daar geen kritiek op. Zij vragen zich niet af wat de gevolgen voor ondernemingen zijn.
- Op de problemen die de FIU’s ondervinden met de witwasbestrijding wordt wel ingegaan [3], de praktijk van de Wwft-plichtigen wordt genegeerd.
- Voor de verschillende type ondernemingen die de witwasbestrijdingsregels moeten naleven en over de haalbaarheid bestaat geen belangstelling [4].
- De rapporteurs hebben een naïef geloof in gegevensuitwisseling en “slimmere inzet van techniek en datagebruik“, terwijl de toeslagenaffaire zou moeten leren dat risicoprofilering zeer gevaarlijk is. Ook zorgelijk is dat zij de door de banken gecreëerde pseudo-overheid, Transactie Monitoring Nederland (TMNL) toejuichen. Opvallend is dat de partij van rapporteur Alkaya, de SP, tegen de wet stemde die TMNL mogelijk moet maken [5].
- Er wordt verkondigd dat de privacyregelgeving aan de misdaadbestrijding in de weg zou staan. Zoals ik al eerder schreef is het doel van de AVG om misbruik en discriminatie door de overheid en door grote private partijen te bestrijden. Juist aan de risicoprofilering van alle burgers, ondernemingen en organisaties zijn grote risico’s verbonden. Risicoprofilering door private ondernemingen, zoals banken en accountantskantoren, is levensgevaarlijk. Naar mijn mening is de kritiek van organisaties als Privacy First en Platform Burgerrechten op de gegevensdelingswet terecht. [6]
- Nederland heeft dacht ik zes witwasbestrijdingstoezichthouders, met allen hun eigen websites met eigen leidraden (waarin zij eigen regels bij bedenken), waar dan ook nog de leidraad van het Ministerie van Financiën komt plus allerlei uitingen van brancheorganisaties. Samen creëren zij een witwasbestrijdingschaos (1, 2, 3). De rapporteurs reppen daar niet over (het zal niet in hun kraam te pas komen), terwijl het binnen Nederland een stuk overzichtelijker zou worden als er één witwasbestrijdingswebsite zou zijn, een fatsoenlijke database en diverse andere maatregelen om eigenwijze toezichthouders in te perken. (Mogelijk in andere EU-landen net zo.) Maar nee: er moet Europees geharmoniseerd worden. [7]
- Er is volgens de rapporteurs een ‘Nederlands model‘ in de witwasbestrijding. [8] Als dat er is, is het de navolging niet waard, want ik zie alleen maar uitwassen en mislukking.
- In plaats van afschaffing van het ubo-register wordt gepleit voor ‘eenduidige definities’ van de ubo. [9]
- Bij het naïeve geloof in IT past dat de rapporteurs geloven in Europese definities en duidelijkheid rondom de witwasbestrijdingsbegrippen en dergelijke, bijvoorbeeld in de vorm van een data taxonomie. [10] Er wordt heel makkelijk over de verschillen tussen de landen en tussen juridische systemen heen gestapt. Ik begrijp wel dat banken en cryptopartijen daar om vragen, die zijn op zoek naar hapklare brokken waarmee zij hun computers kunnen voeden. Dit is veel te optimistisch.
- Er wordt gezegd dat er brede steun voor een Europese toezichthouder zou zijn, ik neem aan een brede steun van de banken. [11] Of Europees witwastoezicht op banken nuttig is, kan ik niet beoordelen, maar een Europees witwastoezicht op de veelheid van ondernemingen (met specifieke nationale kenmerken) die onder de regelgeving vallen, is ongewenst. Grensoverschrijdende vraagstukken zijn geen reden voor Europees toezicht. Bovendien wordt er veel te ‘groot’ gedacht.
- Bij bespreking van de coördinatie tussen de FIU’s [12] wordt vergeten dat het niet alleen om personele capaciteit en IT gaat, maar ook om inhoudelijke kwaliteit. Bij FIU-Nederland maak ik me daar grote zorgen over, niet alleen over hun vreemde korte berichten (voorbeeld) maar ook inhoudelijk (zoals bijvoorbeeld bleek uit de verdwenen factsheet over de not-for-profit). Bij de organisatie van FIU’s, de Egmont groep, kom ik eveneens dingen tegen die me niet bevallen (voorbeeld). Deze signalen geven mij grote zorgen.
Tot slot
Uit de nota blijkt dat rapporteurs op de verkeerde weg zijn. Ook met de Tweede Kamer is dat het geval.
Niet de private misdaadbestrijding (door bijvoorbeeld banken) moet veranderen. Het zijn de nationale juridische systemen in de Europese Unie die moeten worden aangepakt, zodat het voor criminelen minder makkelijk wordt die juridische systemen te misbruiken.
Wat mij betreft moet het aantal witwasbestrijdingsplichtigen drastisch worden beperkt tot ondernemingen die redelijkerwijs tot cliëntenonderzoek en transactiemonitoring in staat zijn. Bij degenen die niet langer witwasbestrijdingsplichtig zijn, is het in de meeste gevallen voldoende om hen een identificatie-/verificatieplicht op te leggen en is het niet nodig hen lastig te vallen met transactiemonitoring of de analyse van de zeggenschapsstructuur.
Er zijn nog veel verbeteringen mogelijk. Maar dat interesseert de Tweede Kamer niet.
De witwasbestrijdingsmachine dendert nietsontziend door. De surveillance maatschappij komt er onherroepelijk aan.
Vindplaats nota: site Tweede Kamer.
Noten
[1] Pagina 1. Zie ook pagina 4 eerste alinea over de mislukking van de witwasbestrijding door “de grote Nederlandse financiële spelers” dat moet worden vertaald met ‘banken’. Op pagina 6 wordt gesproken over brede steun bij ‘financiële spelers’ (= banken) en ‘cryptobedrijven’ (zou dat zou zijn? zijn ook een soort banken).
[2] Pagina 2, “Hierdoor is de Commissie overtuigd geraakt dat bestaande regels, zelfs als deze nog niet (volledig) zijn geïmplementeerd, moeten worden vervangen in een verordening.“
[3] Zie de tweede alinea van pagina 3.
[4] Op pagina 3 onderaan wordt heel makkelijk gezegd dat het Europese toezicht kan beginnen met een kleine groep (waarschijnlijk de grootbanken) en het toezicht dan op “incrementele wijze [kan] worden verbreed”, net alsof alle witwasbestrijdingsplichtigen hetzelfde zijn.
[5] Pagina’s 4-5. Zie ook slot pagina 8 en begin pagina 9.
[6] Privacy is verdacht, zo vinden ze bij de opsporing en ook de overheden zijn alleen in privacy geïnteresseerd als het niet om misdaadbestrijding gaat.
[7] Lees bijvoorbeeld het harmonisatiepleidooi op pagina 6, tweede alinea (‘gesprekspartners’, dat zijn natuurlijk de banken).
[8] Pagina 7, tweede alinea, tweede bullet.
[9] Pagina 7, midden. Zie ook pagina 8, waaruit blijkt dat banken de complete gegevens van het ubo-register willen hebben. Onbegrijpelijk, want die gegevens vragen zij al bij hun klant op.
[10] Pagina 7.
[11] Pagina 9 onderaan, begin pagina 10. Het Europese bankentoezicht wordt als voorbeeld genoemd.
[12] Pagina 11.