De Nederlandsche Bank (DNB) heeft een nieuwe leidraad inzake witwasbestrijding en sanctieregelgeving uitgebracht, gericht op de ondernemingen waarop DNB het witwasbestrijdings- en sanctieregelgevingstoezicht houdt, zoals banken en trustkantoren. Welke exacte wijzigingen in de leidraad zijn opgenomen ten opzicht van de vorige, die van december 2019 dateert, heeft DNB niet bekend gemaakt.
De hoge snelheid waarin de criminaliteitsbestrijdingstaken van private ondernemingen (zoals banken) wijzigen, wordt duidelijk uit het snelle uitkomen van de nieuwe leidraad. Binnenkort zijn ingrijpende wijzigingen te verwachten door de Europese antiwitwasverordening die in aantocht is.
De bank als verlengstuk van de opsporing
Burgers die zich afvragen waarom banken zulke vreemde vragen aan hen stellen, kunnen door het lezen van de leidraad zien wat banken geacht worden te doen, naast het controleren van de identiteit aan de hand van een identiteitsbewijs:
- De bank moet de klant in een risicocategorie indelen (zie paragraaf 3.4). Welke categorie dat is, krijgt de consument, ondernemer of organisatie niet te horen, laat staan dat deze kan verifiëren of de bank wel van juiste veronderstellingen uitgaat.
- De bank moet het doel en de aard van de zakelijke relatie met de klant vaststellen (paragraaf 4.6).
- De bank moet zo nodig de bron van de middelen van de klant vaststellen (paragraaf 4.7).
- In bepaalde situaties moet de bank extra onderzoek doen omdat de klant wordt verondersteld extra riskant te zijn (‘hoog-risico’). Voorbeeld: een lid van de Eerste Kamer wordt geacht als ‘politiek prominente persoon’ (‘PEP’) een hoog risico op criminaliteit op te leveren en moet extra door de bank worden onderzocht.
- De bank moet alle transacties van alle klanten analyseren (‘monitoren’, oftewel surveilleren) en nagaan of de klant zich met criminele handelingen zou kunnen bezig houden, hoofdstuk 5 (zo ja: dan moet de bank een melding doen bij FIU-Nederland, paragrafen 5.5 en 5.6).
De witwasbestrijdingsregels zijn zo ingewikkeld dat naleving er van alleen mogelijk is voor grote ondernemingen, maar ook zij tobben er mee, zoals we weten uit de berichtgeving over banken.
Bij de totstandkoming van dit soort regelgeving wordt het midden- en kleinbedrijf door de wetgevers bewust vergeten.
Door regeldruk verdwijnen mkb-ondernemers
Mijn verwachting is dat mkb-ondernemers over enige tijd vanwege de regeldruk in een aantal branches niet meer actief zullen zijn. Daartoe zullen een aantal branches behoren die net als banken als verlengstuk van de opsporing moeten optreden.
Deze trend dat alleen de groten het bolwerken is al zichtbaar in de sector van de boekhoudkantoren en accountants. Het aantal accountantskantoren dat de controle doet bij grote ondernemingen (de zogenaamde ‘oob-kantoren’) bestaat alleen nog uit de ‘Big 4’ kantoren en een paar middelgrote kantoren. Het aantal overige kantoren dat accountantscontrole (bij de niet-oob-klanten) mag uitvoeren zal door de eisen van de toezichthouder AFM verder verminderen. Deze kantoren zullen zich dan gaan beperken tot boekhoudkundige werkzaamheden en fiscale assistentie, waarbij zij door de witwasbestrijdingstoezichthouder Bureau Financieel Toezicht (BFT) op de vingers worden gekeken. Als BFT voldoende capaciteit heeft om na te gaan of de regels goed worden nageleefd, zal dit er toe leiden dat vele kleine(re) kantoren gaan verdwijnen, omdat voor het de regels niet uitvoerbaar zijn en het maken van fouten zeer kostbaar is door de sancties die BFT kan opleggen.
De toenemende regeldruk is niet alleen in de witwasbestrijding zichtbaar. Het zal me benieuwen waar dit naar toe gaat.
Meer informatie:
- Aankondiging DNB van 15 januari 2021 van de nieuwe leidraad die in december 2020 is vastgesteld.
- DNB leidraad Wwft en Sw, december 2020.
- De leidraad van december 2019 is via deze pagina te vinden.
Wij hebben een klein administratiekantoor. Gezien onze leeftijd schalen wij al flink terug. Maar de Wwft gaat ons boven het hoofd groeien. Ik in ieder geval weet niet goed waar me aan te houden. Ik heb juist nu een geval onder handen. Ik meld maar, al zie ik persoonlijk geen aanleiding.
Uiteindelijk zal die wet er toe leiden dat we eerder stoppen dan we van plan waren. We hebben altijd naar tevredenheid van de belastingdienst ons werk gedaan. Maar het risico wordt ons te groot. Wat natuurlijk in ons inkomen gaat schelen. Als we jonger waren geweest zouden we op de arbeidsmarkt terecht zijn gekomen. Dat moeten ze in Den Haag toch ook niet willen.
Zoals je weet vind ik het maatschappelijk onbetamelijk wat de nationale en internationale overheden van het midden- en kleinbedrijf verwachten. En dat terwijl de overheid en de banken al niet slagen in hun opsporingstaken.
Het is hoog tijd voor een menselijke maat in de criminaliteitsbestrijding.