Op 25 september jl. werd de beleidsagenda witwasbestrijding van de ministers van Financiën en Veiligheid bekend gemaakt. De agenda getuigt niet van originaliteit of zelflerend vermogen, wat teleurstellend is want de donkere kanten van de huidige witwasbestrijdingsregels (Wwft) zijn bezig heel duidelijk te worden, zoals:
- banken gedragen zich vanwege hun Wwft-taken als pseudo-overheden en weigeren zonder behoorlijke onderbouwing klanten en diensten;
- ten onrechte wordt de suggestie gewekt dat private ondernemingen (Wwft-plichtigen) de risico’s op criminaliteit kunnen beheersen en mitigeren;
- aan de disproportionele kosten en al het dubbele werk wordt geen enkele aandacht besteed (lees onder meer dit bericht dat verwijst naar een SMV-rapport over de hoge kosten).
De ministers zijn bekend met de schaduwzijden van de Wwft, maar verbinden daar niet de conclusie aan dat het concept niet klopt.
In de beleidsagenda worden zonder behoorlijke onderbouwing nieuwe maatregelen aangekondigd, onder meer:
- Het toezicht op ‘niet-financiële instellingen’ zoals juristen, makelaars, crypto aanbieders en handelaren in goederen moet worden verbeterd (en dat mogen ze zelf betalen). Vreemd is dat alle niet-financiële instellingen over één kam worden geschoren. Ook vreemd dat deze groep als geheel belangrijk zou zijn voor het voorkomen van witwassen. Natuurlijk onderbreekt de onderbouwing. En ik geloof er ook helemaal niets van. Voor deze hele groep wordt ook ‘aanscherping’ van de sanctieregelgeving aangekondigd, zonder dat er wordt uitgelegd wat er te bevriezen valt.
- Er wordt gedaan of publiek-private samenwerking met alle soorten Wwft-plichtigen kan plaats vinden. In werkelijkheid gebeurt dit momenteel alleen met de banken, die veel diepere zakken hebben dan andere Wwft-plichtigen. De suggestie dat er met alle Wwft-plichtigen kan worden samengewerkt is onjuist.
- Met de mond wordt beleden dat beter rekening zal worden gehouden met kleinere Wwft-plichtigen, waarbij wordt benadrukt dat voor hen precies dezelfde verplichtingen gelden als voor grootbanken (lees mantra over de risico-gebaseerde benadering op pagina 13 onder het kopje ‘Analyse’). De ministers sluiten hun ogen voor het feit dat dit een structurele fout is in het concept van de witwasbestrijding, evenals de fout dat alle soorten Wwft-plichtigen, met volledig verschillende informatieposities, over één kam worden geschoren.
- Men roept dat er betere Wwft-voorlichting zal plaats vinden. Dat is niet genoeg: de regels zijn te ingewikkeld, veranderen te snel en zijn voor veel Wwft-plichtigen onbegrijpelijk en onuitvoerbaar. Een wet gemaakt voor banken is overgezet naar andere bedrijven, zonder te kijken naar de uitvoerbaarheid. Het concept is fout.
- Er wordt gesproken over ‘hoogrisico-sectoren’ en ‘hoogrisico-klanten’, zonder behoorlijke onderbouwing en zonder dat betrokken ondernemers(groepen) in staat worden gesteld te laten zien dat de overheidsveronderstellingen onjuist zijn en gebaseerd op incidenten. Dit is een structurele fout in het witwasbestrijdingsconcept. Zo schrijven de ministers dat alle verenigingen en stichtingen een hoog risico op witwassen en terrorismefinanciering zouden opleveren (pagina 14), hetgeen onjuist is en beledigend voor de not-for-profit. Ook is de rubricering van mensen als hoog risico (‘politiek prominente personen’, PEPs) een structurele fout die tot onnodig klantenonderzoek leidt, al helemaal als het ouders en kinderen van de PEP en personen met een ‘zakelijke relatie’ betreft.
- De ministers erkennen dat ten onrechte klanten en klantgroepen worden uitgesloten maar weigeren de consequentie te trekken dat dit een structureel gebrek is in het concept. Men gaat ‘in gesprek’ met banken om te zoeken naar oplossingen om het betalingsverkeer toegankelijk te houden.
- Men leeft in de veronderstelling dat juristen de Wwft niet goed zouden naleven, waaraan de onderbouwing compleet ontbreekt. Een en ander terwijl van advocaten (tenzij ze zelf crimineel zijn) weinig valt te verwachten op het gebied van signaleren van ongebruikelijke transacties en het doen van meldingen. Men kondigt maatregelen op het gebied van de sanctieregelgeving aan terwijl van juristen (behalve misschien notarissen) niet kan worden verwacht dat er veel vermogen bevroren kan worden.
- De bizarre discussies tussen banken en notarissen, die beiden Wwft-plichtig zijn, over het betalingsverkeer, bewijst hoe onjuist de concepten van de Wwft zijn. In plaats van aanpak van het concept wordt er een bureaucratische oplossing geboden.
- Er wordt vast gehouden aan de ongefundeerde veronderstelling dat iedere entiteit een ‘uiteindelijk belanghebbende’ (ubo) zou moeten hebben. Het is kolderiek dat de stichting ziekenhuis en de stichting school hun bestuurders als ubo moeten inschrijven, terwijl die bestuurders al lang in het handelsregister staan. Ook beleggingsinstellingen met een zeer groot aantal beleggers hebben geen ‘echte’ (economische) ubo. De passages over ubo’s maken duidelijk dat men op transparantiegebied in een schijnwereld leeft. Ik weet dat Nederland dit moet van FATF en Europa, maar dat betekent nog niet dat je foute concepten kritiekloos mag accepteren.
- Onderzoeksjournalisten en andere burgeropspoorders mogen als het aan de ministers ligt naar hartelust grasduinen in de persoonsgegevens in het ubo-register, deze mogelijkheid wordt onderzocht. Enige screening van deze mensen vindt niet plaats en de ubo’s mogen ook niet weten wie onderzoek naar ze instelt. Terwijl iedereen in openbare registers last kan krijgen van trollen, criminelen en andere mensen met slechte bedoelingen. De databeschermingswet AVG is uitgevonden om mensen daartegen te beschermen, maar ubo’s kunnen daar geen aanspraak op maken.
- Er wordt doorgegaan met het malafide ‘facilitator‘ begrip, waarin bewuste en onbewuste dienstverlening aan criminelen op één hoop wordt gegooid. Beiden moeten worden opgespoord en vervolgd, zo schrijven de ministers. Lekker makkelijk.
- Van het advies van de Raad van State over gegevensdelen trekken de ministers zich niets aan, de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden gaat gewoon door. Niet wordt onderkend dat de monitoringsverplichting van de Wwft gaat leiden tot een surveillancesamenleving, tenzij er tijdig maatregelen worden genomen.
- Volgens FATF zouden de opgelegde straffen wegens witwassen te laag zijn. Daar willen de ministers iets aan gaan doen. Ik ben benieuwd of dit wel klopt, ik heb strafrechtjuristen er niet over gehoord.
- De ministers hebben datahonger (‘meten om te weten’), een honger die kenmerkend is voor de moderne overheid die denkt door meer gegevens het werk beter te kunnen doen en waarover in de financiële sector al is geklaagd. De kosten voor het verschaffen van die gegevens mogen door de burgers worden gedragen en aan hen wordt geen verantwoording afgelegd over de proportionaliteit van de informatie-uitvraag.
- Er zijn Nationale Risk Assessments (NRAs) gemaakt over witwassen en terrorismefinanciering, die op mij een weinig onderbouwde indruk maken. Het is meer een temperatuurmeting bij de opsporing, waarbij geen gelegenheid voor weerwoord is geboden aan de private sectoren die als hoog risico worden aangemerkt. De ministers hebben groot vertrouwen in die NRAs als hulpmiddel (wat zij moeten vinden van Europa). In de beleidsagenda wordt voorgesteld om de NRA witwassen te verdiepen. Mij lijkt dat er veel meer moet gebeuren: de NRAs moeten allebei op de schop.
Nederland is op de verkeerde weg. De wal moet het schip keren.
Meer informatie:
- Nieuwsbericht Verdere verbetering van aanpak van witwassen, waarin de beleidsagenda wordt aangekondigd, 23 september 2022.
- Pagina op de site van de Tweede Kamer, 25 september 2022.
- Advies Van der Vlist (eerder schreef ik al over deze topambtenaar, die trekker is van het witwasbestrijdingsproject).
- Overzicht onderzoeksrapporten en aanbevelingen.
- Beleidsagenda aanpak witwassen.