Hoe wetenschappelijk is de ‘wetenschapstoets’ inzake navraagplicht en bancair sleepnet Wwft?

Op 20 januari werd een document bekend gemaakt onder de titel ‘wetenschapstoets’ (‘het document’), waarin het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen wordt behandeld. Op donderdag 26 januari a.s. vindt een technische briefing plaats.

In dit bericht maak ik enige aantekeningen bij het document.

Achtergrond

Het wetsvoorstel: bancair sleepnet en navraagplicht
In het wetsvoorstel wordt voorgesteld dat Nederlandse banken een gezamenlijk sleepnet trekken over alle transacties die via Nederlandse bankrekeningen verlopen, om financiële voordelen van misdaad op te sporen (‘witwasbestrijding’). Verder worden banken en andere witwasbestrijdingsplichtingen verplicht in hoog risicosituaties (die zeer vaak aan de orde zijn) navraag te doen bij collega’s uit dezelfde categorie, zogenaamd om ‘shopgedrag’ te voorkomen. Tot slot is een belangrijk element dat contante betaling wordt beperkt.

De auteurs: Wielhouwer en Ferwerda
Wielhouwer is volgens zijn bio hoogleraar economie van de accountancy en belastingen, studeerde econometrie en bekleedde diverse senior (management)functies in de financiële sector (ING) en bij een financiële toezichthouder (AFM).

Ferwerda is al lang bezig met het adviseren van overheden over de witwasbestrijding, wat ook in zijn bio is weergegeven. Hij studeerde hij economie en recht en is hij gecertificeerd als witwasdeskundige voor de nationale politie. Hij is mede-verantwoordelijk voor het onderhavige wetsvoorstel, want in  het bio staat:

Hij adviseert de Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgoz omtrent beleid tegen witwassen en ondermijning.

Verder is Ferwerda lid van de ethische commissie van de organisatie van de banken die het sleepnet gaat verzorgen (noot 1). Het is een merkwaardige keuze van de commissie Financiën om iemand aan het woord te laten die een van de architecten van de witwasbestrijdingssystemen is.

Geen van beide auteurs lijken over kennis te beschikken van het grote aantal ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf (zie het huidige overzicht bij FIU-NL) dat geacht wordt overheidstaken uit te voeren, zoals notarissen, accountants, makelaars, taxateurs en bemiddelaars bij (ver)koop in zaken van grote waarde. Of zij kennis hebben over de praktijk van de juridische naleving van deze regelgeving door private ondernemingen, is eveneens de vraag.

De wetenschapstoets

Ik kon niet vinden welke opdracht de commissie Financiën aan de twee auteurs van de ‘wetenschapstoets’, de heren Wielhouwer en Ferwerda heeft gegeven.

Het belangrijkste wordt buiten beschouwing gelaten
Opvallend is dat de auteurs alle belangrijke onderwerpen buiten beschouwing laten, want ze schrijven op pagina 1 van het document:

NB: deze toets gaat niet in op de juridische inbedding, of deze voldoet aan internationale richtlijnen, en of deze voldoet aan de AVG. De keuze om te werken met poortwachters wordt als gegeven beschouwd.

Dus er vindt géén toetsing plaats aan de grondrechten; evenmin wordt beoordeeld of banken en andere private bedrijven geschikt zijn voor de aan hen toebedeelde overheidstaken.

Is het document meer dan een samenvatting?
De auteurs vatten de inhoud van de parlementaire stukken samen, zonder een serieuze inhoudelijke toetsing. Volstaan wordt met herhaling van argumenten die in de memorie van toelichting ook al worden genoemd en met voor de hand liggende suggesties over het meetbaar maken van de doelen.

Op het algemene concept achter de witwasbestrijding, dat duidelijk heeft gefaald en schade oplevert voor burgers, wordt in het document nauwelijks ingegaan. Kennelijk accepteren de auteurs dat grondrechten van burgers geschonden mogen worden door private ondernemingen, zonder kennis van zaken, waarbij een hoogwaardige rechtsbescherming ontbreekt. Het huidige witwasbestrijdingssysteem levert ernstige schade voor burgers en organisaties op, onder meer doordat de hoge kosten van het inefficiënte systeem, dat moet worden uitgevoerd door private ondernemingen die ongeschikt zijn voor de aan hen toebedeelde taken, aan de klanten worden doorberekend, en door ‘de-risking’. Nu al weigeren banken op grote schaal cliënten vanwege de (vermeende) hoge kosten verbonden aan het klantenonderzoek.

De auteurs koesteren een ongegrond optimisme over de mogelijkheden die er zijn met digitale middelen (‘artificial intelligence’) en zij laten buiten beschouwing dat inmiddels veel bekend is over de risico’s verbonden aan het gebruik van digitale middelen bij de misdaadbestrijding.

Op het nut van de navraagplicht wordt vrijwel niet ingegaan, waaruit kan worden afgeleid dat het belang gering is.

Helaas ontbreekt de onderbouwing van de onder aan pagina 1 getrokken conclusie dat “de beleidsinstrumenten ten opzichte van de huidige situatie” zouden bijdragen “aan het bemoeilijken van witwassen” (verbod op contante betaling) en aan “het verkleinen van de information gap” (navraagplicht en bancair sleepnet).

Overige aantekeningen bij het document

Verbod contante betaling

  • De auteurs stellen voor het verbod op contante betaling uit te breiden met diensten (pagina 2).

Navraagplicht

  • De auteurs veronderstellen dat navraag maar weinig voorkomt omdat dit alleen gebeurt als er een indicatie is van hoog risico (pagina 4). Zij realiseren zich niet dat er zeer snel een indicatie is van hoog risico. Hun opmerking is derhalve onjuist.
  • Men constateert dat de kosten verbonden aan de navraagplicht zeer hoog kunnen zijn (pagina 4 onder aan). Dat is vreemd in het licht van het niet bespreken van het nut er van voor de verschillende typen ondernemingen.

Bancair sleepnet

  • Er wordt niet over gerept dat het gezamenlijk monitoren een gedachte van FATF is, waarover meerdere publicaties zijn verschenen.
  • De auteurs zijn van mening dat alle consumententransacties (dus zonder ondergrens) geanalyseerd moeten worden, met als alibi dat anders smurfen zou optreden (aanbeveling 6, pagina 3). Zorgwekkend dat deze auteurs verwachten dat banken grondrechten moeten schenden om achter kruimelwerk aan te kunnen gaan.
  • Ten onrechte veronderstellen de auteurs dat de grondrechten van de rekeninghouders niet worden geschonden omdat de gezamenlijke monitoring gepseudonimiseerd plaats vindt (pagina 4).
  • Over de entiteit die de gezamenlijke transactiemonitoring moet doen wordt voorgesteld dit een entiteit ‘zonder winstdoelstelling’ te laten zijn (aanbeveling 3, pagina 2). Dat klinkt mooi maar is niet goed. Als al gekozen worden voor een bancair sleepnet, dient een dergelijke entiteit volledig uit de sfeer van de banken én uit de sfeer van het ministerie van financiën te worden gehaald, zoals door Privacy First in hun aanbevelingen is voorgesteld. In hun memo staat op pagina 16:

Algemeen

  • De auteurs constateren dat een financiële onderbouwing van de voorstellen ontbreekt en dat de maatschappelijke baten zeer moeilijk kwantificeerbaar zijn en voorts dat alle kosten van het nieuwe voorstel door bedrijven (‘maatschappelijke sectoren’) worden gedragen (pagina 4).  Dat de auteurs geen kritiek hebben op het verleggen van kosten voor misdaadbestrijding voor private partijen die niet voor de taken geschikt zijn, geeft aan dat zij niet bezig zijn met het maatschappelijk belang, maar alleen met het belang van de overheidsportemonnee.

  • Aan het meten van de effectiviteit van transactiemonitoring door banken wordt veel aandacht besteed, onder meer op pagina 5, een aandacht die veel beter gericht kan worden op de effectiviteit van het huidige systeem. Men licht niet toe waarom het huidige systeem moet worden gewijzigd, terwijl onvoldoende bekend is over het nut en de effectiviteit van het huidige systeem.
  • Jammer is dat de auteurs de maatschappelijke schade door de antiwitwasregelgeving buiten beschouwing laten.
  • Er is geen aandacht voor het feit dat er in het witwasbestrijdingssysteem geen systeem is ingebouwd om banken (en andere witwasbestrijdingsplichtigen) te stimuleren om zuinig en rechtvaardig te werken en geen klantgroepen vanwege hoge kosten uit te sluiten (zoals nu al gebeurt).
  • Er is geen enkele aandacht voor de rechtsbescherming van burgers en organisaties die met de antiwitwasregels te maken krijgen.

Conclusie

Het document van Wielhouwer en Ferwerda is geen wetenschapstoets,  maar een samenvatting van de memorie van toelichting, die niets wetenschappelijks bijdraagt aan de concepten van de witwasbestrijding. Gelet op het profiel van de beide heren, kan een onafhankelijke wetenschappelijke beoordeling van hen niet worden verwacht.

 

Meer informatie:

  • Wetenschapstoets, 20 januari 2023 bekend gemaakt op de site van de Tweede Kamer.
  • Aankondiging technische briefing Wetenschapstoets wetsvoorstel Plan van Aanpak Witwassen op 26 januari 2023 (commissie Financiën Tweede Kamer).
  • Pagina op dit blog met een overzicht van de FATF publicaties over gegevensdeling ten behoeve van de misdaadbestrijding.

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Bankrekening krijgen en behouden, Financieel recht, onder meer Wft, Wtt, Fraude, witwasbestrijding, Wwft, Grondrechten, ICT, privacy, e-commerce en getagged met , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s