De Duitse witwasbestrijdingstoezichthouder, Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht (BaFin), publiceerde vragen & antwoorden voor witwasbestrijdingsplichtigen onder haar toezicht (zoals banken) over de omgang met Iran en Noord-Korea. Deze twee landen staan zowel op de zwarte lijst van de Europese witwasbestrijding, als op de Europese sanctielijst en de FATF-sanctielijst, deze landen worden hierna als ‘schurkenstaten’ aangeduid.
Onder meer wordt de vraag behandeld welke zakelijke betrekkingen of transacties een meldplicht tot gevolg hebben. BaFin geeft aan dat er meldplicht is als de klant van de witwasbestrijdingsplichtige in een schurkenstaat is gevestigd, dan wel daar woont, dan wel als de uiteindelijk belanghebbende van de klant in de schurkenstaat woont. Verder, aldus BaFin, moeten zakelijke betrekkingen en transacties gemeld worden als de schurkenstaten op een andere manier betrokken zijn (“auf andere Art und Weise … involviert“), wat bijvoorbeeld het geval is als de transactie een vermogensbestanddeel in de schurkenstaat betreft.
Voorts wordt gevraagd of transacties waarbij personen betrokken zijn die de nationaliteit van een schurkenstaat hebben, gemeld moeten worden. Terecht geeft BaFin daar het antwoord dat de nationaliteit van iemand die een transactie aangaat niet relevant is, het gaat om de andere beschreven aanknopingspunten.
Dat is juist, want er wonen in west-Europa veel mensen die in Iran zijn geboren en als gevolg daarvan de Iraanse nationaliteit hebben, een nationaliteit die niet kan worden opgezegd. Het is in strijd met het discriminatieverbod om aan een nationaliteit consequenties te verbinden. Overigens ondervinden mensen met een relatie met Iran de nodige problemen, lees daar over de initiatiefnota voor de Tweede Kamer van het kamerlid Paternotte, Bescherm Nederlanders met een ongewenste tweede nationaliteit.
Interessant is dat als de klant van de witwasbestrijdingsplichtige een medewerker van de Duitse ambassade in een schurkenstaat is, deze medewerker volgens BaFin niet geacht worden in de schurkenstaat te wonen (“ansässig“) te zijn, omdat de ambassade extraterritoriaal gebied is.
Al eerder schreef ik dat de meldplicht in verband met schurkenstaten er toe heeft geleid dat transacties van Nederlanders, werkzaam op internationale locaties, die zaken en belangen vanuit de Nederlandse overheid en ten behoeve van Nederlanders in het buitenland behartigen, zoals personeel van ambassades, consulaten en militaire locaties, als mogelijke criminele transacties zijn gemeld aan FIU-Nederland.
BaFin merkt op dat de enkele omstandigheid dat een klant of een wederpartij een medewerker heeft die in Iran woont, niet leidt tot een meldplicht.
Het geeft maar weer aan tot welke excessieve bureaucratie de witwasbestrijding leidt.
Meer informatie:
- Vragen en antwoorden inzake de meldplichtplichten in verband met Iran en Noord-Korea (Duitstalig).
- Op dit blog: Nieuwe regels hoog-risicolanden maken het de Wwft-plichtigen moeilijk | artikel 9 Wwft.
- Initiatiefnota van het lid Paternotte over Bescherm Nederlanders met een ongewenste tweede nationaliteit, waarover ik schreef.
Iraanse nationaliteit is onvoldoende:
“führt allein eine Staatsangehörigkeit von an Transaktionen beteiligten Kunden oder wirtschaftlich Berechtigten mit Sitz außerhalb dieser Länder nicht zu einer Meldepflicht” #Wwft— Ellen Timmer (@Ellen_Timmer) June 24, 2020
Van dik hout zaag je planken. Bestempel een staat tot ‘schurkenstaat’ en dan staat ook meteen vast dat zij zich schuldig maken aan witwaspraktijken. Een schurkenstaat is per definitie een staat waar men er een andere politieke visie op nahoudt dan de onze. Eerder bleek al dat ze in Rusland (schurkenstaat) fel op witwaspraktijken jagen. Daarover dient dan ook de nodige verwondering te worden uitgesproken.
Wie verlost ons van deze bende eendimensionale leeghoofden.