De minister voor Rechtsbescherming heeft vorige maand een voorstel voor een Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo) bij de Tweede Kamer ingediend. In dat voorstel is het eerdere plan – dat persoonsgegevens van donateurs openbaar gemaakt moesten worden – verlaten.
Het wetsvoorstel gaat niet over politieke partijen. In de memorie van toelichting is vermeld dat giften aan politieke partijen vanuit landen buiten EU/EER zullen worden verboden en dat alle overige giften openbaar moeten worden. Dit wordt in een aparte wet geregeld.
Registratie donateursgegevens en informatieverplichting
Het wetsvoorstel creëert een informatieverplichting voor ‘maatschappelijke organisaties’, te weten: stichtingen, verenigingen, organisaties waarvan kerkgenootschappen deel uitmaken en voor buitenlandse entiteiten die vergelijkbaar zijn met de voornoemde rechtspersonen naar Nederlands recht en die duurzaam in Nederland activiteiten uitoefenen.
Die informatieverplichting heeft betrekking op donaties, wat het volgende omvat:
- geldelijke bijdragen (exclusief overheidssubsidies);
- bijdragen in natura, inclusief op geld waardeerbare diensten.
Op verzoek dienen maatschappelijke organisaties informatie te verschaffen over donaties die een herkomst van buiten de EU/EER hebben. Voor de donatiegegevens moet een bewaarplicht van zeven boekjaren gaan gelden. Deze verplichtingen zullen een praktisch effect hebben voor alle maatschappelijke organisaties. Zij zullen hun administratie zodanig moeten inrichten dat aan de hierna genoemde informatieverzoeken kan worden voldaan.
Bij donaties in natura lijkt me dat dit praktische problemen op kan leveren. Ook bij geldelijke bijdragen kan dat aan de orde zijn. In principe omvat het giften in civielrechtelijke zin, aldus de memorie van toelichting, maar ook erfstellingen en legaten:
Donaties betreffen geldelijke bijdragen van rechtspersonen en van natuurlijke personen. Het kunnen zowel donaties betreffen die contant worden gedaan als via overschrijvingen door een financiële instelling. Het gaat om alle giften ontvangen van derden. Onder een gift wordt ingevolge artikel 7:186, tweede lid, BW iedere handeling aangemerkt die er toe strekt dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt. Rente of rendement op eigen vermogen worden daartoe niet gerekend, evenmin als subsidies. Naar aanleiding van de consultatiereacties is verduidelijkt dat met betrekking tot het begrip subsidie wordt aangesloten bij het normale taalgebruik en wordt gedoeld op alle geldelijke steun van overheidswege die wordt verkregen na een aanvraag daartoe krachtens een wettelijke regeling. (…)
Ledencontributies worden niet als donatie beschouwd. Verder is naar aanleiding van enkele consultatiereacties verduidelijkt dat erfstellingen en legaten onder de begripsomschrijving van donatie vallen. Hoewel erflaters op het moment van hun gift door middel van een erfstelling of legaat overleden zijn en daarom financiële beïnvloeding niet direct voor de hand ligt, worden erfstellingen en legaten bij leven vastgelegd en kan daarmee de ongewenste inmenging in de Nederlandse rechtsorde, al dan niet via nabestaanden, worden bewerkstelligd. Verder is in reactie op de consultatie opgemerkt dat er niet voor is gekozen om voor het begrip donatie aansluiting te zoeken bij de schenking, zoals geregeld in artikel 7:175 BW. Schenking is een meerzijdige rechtshandeling, terwijl bedoeld is het wetsvoorstel ook van toepassing te laten zijn op eenzijdige rechtshandelingen, zoals giften. Via de schakelbepaling van artikel 7:186, eerste lid, BW is titel 7.3 (inzake schenking) overigens van overeenkomstige toepassing, voor zover de strekking daarvan in verband met de aard van de handeling zich daartegen niet verzet.
De bedoeling is dat de feitelijk ontvangen bedragen in de financiële verantwoording worden opgenomen:
Voor de openbaarmakingsverplichting wordt uitgegaan van feitelijk ontvangen bijdragen.
De bevoegdheid om informatie te vragen wordt toegekend aan de burgemeester, aan een groot aantal in de Handelsregisterwet genoemde personen en instanties en aan het Openbaar Ministerie (bij ernstige twijfel of de wet of de statuten te goeder trouw worden nageleefd dan wel het bestuur naar behoren wordt gevoerd). Bij niet-naleving kunnen allerlei sancties worden opgelegd.
In het wetsvoorstel wordt een nieuw fenomeen gecreëerd, de ‘tussenpersoon’. Volgens het voorstel is dat iemand die een donatie geeft in opdracht van een persoon die zijn woonplaats of, ingeval van een rechtspersoon, zijn zetel buiten een EU-lidstaat heeft. Zo’n tussenpersoon is verplicht om de gegevens van zijn opdrachtgever aan de maatschappelijke organisatie te verschaffen.
Introductie in de memorie van toelichting:
Het eerste deel van het wetsvoorstel betreft maatschappelijke organisaties in den brede: stichtingen, verenigingen, kerkgenootschappen en buitenlandse rechtspersonen of andere juridische entiteiten die daarmee vergelijkbaar zijn. Het wetsvoorstel beoogt tegen te gaan dat onwenselijke buitenlandse beïnvloeding in deze maatschappelijke organisaties optreedt als gevolg van ontvangen donaties. Daartoe krijgen de burgemeester, het openbaar ministerie (hierna ook: OM) en andere specifiek aangewezen overheidsinstanties de bevoegdheid om bij een maatschappelijke organisatie gericht navraag te kunnen doen naar buitenlandse giften en, als deze substantieel blijken, verdere navraag te doen naar de persoon van de donateur. Dat zou een burgemeester bijvoorbeeld kunnen doen wanneer de openbare orde in het gedrang komt door problematisch gedrag van een maatschappelijke organisatie. Het wetsvoorstel geeft zo een kader voor een individuele, organisatiegerichte benadering. Een organisatie die niet meewerkt, maakt zich schuldig aan een economisch delict, terwijl dwarsliggende bestuurders de oplegging van een bestuursverbod riskeren.
Publicatieplicht stichtingen
Een tweede onderdeel van het wetsvoorstel is de lang verwachte publicatieplicht voor stichtingen. Voorgesteld wordt een nieuw artikel 299b in Boek 2 Burgerlijk Wetboek op te nemen, waarin staat dat een niet jaarrekeningplichtige stichting [1] verplicht is de balans en staat van baten en lasten bij het handelsregister te deponeren. Aan de balans en staat van baten en lasten worden geen nieuwe inhoudelijke eisen gesteld. De gedeponeerde stukken worden niet openbaar gemaakt.
Verder wordt voorgesteld in de Handelsregisterwet 2007 een nieuw artikel op te nemen waarin staat dat een ruime groep van overheidsinstanties [2] het recht hebben om de balans en staat van baten en lasten in te zien. Ook het Bureau Financieel Toezicht (BFT) krijgt een dergelijk inzagerecht, terwijl dit de Wwft-toezichthouder is voor notarissen, juristen, accountants- en administratiekantoren. BFT heeft geen eigen opsporingsrol, zodat ik niet begrijp waarom deze organisatie een dergelijke bevoegdheid zou moeten hebben.
Blijkens de memorie van toelichting veronderstelt de minister van Rechtsbescherming dat met deze publicatieplicht misbruik van financieel-economische aard, zoals witwassen en terrorismefinanciering, wordt tegengegaan. Het voorstel is mede gebaseerd op de Nederlandse National Risk Assessment (NRA) terrorismefinanciering, waarin aan stichtingen een hoog risico op het gebied van terrorismefinanciering wordt toegedicht [3].
Uit de toelichting wordt niet duidelijk waarop is gebaseerd dat deze publicatieplicht misbruik van financieel-economische aard zal tegen gaan. Dat is nu ook niet het geval met de al geldende publicatieplicht voor kleine bv’s en nv’s.
Tot slot
Met het wetsvoorstel heeft het kabinet het plan verlaten om alle maatschappelijke organisaties te belasten met openbaarmaking van donateurs die meer dan 4.500 euro doneren, zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Het huidige voorstel heeft praktische gevolgen, want organisaties zullen zeven jaar lang donatiegegevens moeten registreren op de door de overheid gewenste wijze. Dit kan administratieve lasten opleveren aangezien een onderscheid moet worden gemaakt tussen donateurs van binnen EU/EER en daarbuiten en er inzake de laatste groep extra gegevens moeten worden geadministreerd.
De publicatie van de balans en staat van baten en lasten lijkt geen extra last op te leveren, waarbij kan worden aangetekend dat er geen aanwijzingen zijn dat deze publicatieplicht misbruik van financieel-economische aard zal tegen gaan.
Meer informatie:
- Wetsvoorstel op rijksoverheid.nl.
- Memorie van toelichting op rijksoverheid.nl.
- Dossier 35646 op overheid.nl.
- Internetconsultatie voorjaar 2019.
- WODC rapport: Buitenlandse financiering van religieuze instellingen onderzocht, 23 november 2020
- Berichten op dit blog over donateurstransparantie, publicatieplicht stichtingen.
Noten
[1] Commerciële stichtingen zijn al jaarrekeningplichtig op grond van titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Volgens de memorie van toelichting vallen semipublieke stichtingen die op basis van sectorspecifieke regelgeving een aan titel 9 gelijkwaardige jaarrekening moeten opmaken en openbaar maken ook niet onder het wetsvoorstel. Ik kon niet vinden waar dat staat.
[2] Onder meer het Openbaar Ministerie, politiemensen, Bureau Bibob, de Belastingdienst, DNB, AFM, BFT en FIU-Nederland.
[3] In de NRA wordt de not-for-profit op een onzorgvuldige manier in het verdachtenbankje gezet. Ik had geen tijd om het rapport te fileren. Het is jammer dat de zogenaamde experts die input aan de NRA hebben geleverd geen deskundigen op het gebied van de not-for-profit hebben geraadpleegd.
Dit artikel verscheen eerder op het weblog ondernemingsrecht.
Aanvulling 7 december 2020
Het rapport van WODC toegevoegd als informatiebron.
Aanvulling 19 januari 2021
In het FD stond de opinie van Peter Goes Sander Dekker zet symboolwet door ten koste van goedwillende stichtingen. Hij signaleert de vernietigende kritiek van de Raad van State en besluit met:
Het is zoals Arjen Lubach vorig jaar treffend concludeerde: ‘Wat wij eigenlijk nodig hebben is een minister ter bescherming tegen de minister voor Rechtsbescherming.”