Gisteren maakte het ministerie van Financiën een brief aan de Tweede Kamer over de ubo-register uitspraak bekend, lees het nieuwsbericht:
Kamerbrief over tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit UBO-register
Minister Kaag (Financiën) informeert de Tweede Kamer over een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de verstrekking van UBO-informatie van juridische entiteiten aan het algemeen publiek.
Opvallend aan de brief is dat het ministerie vasthoudt aan de onbewezen stelling dat het ubo-register een nuttige rol bij de misdaadbestrijding zou spelen [1]. Ten onrechte wordt opgemerkt dat uit de uitspraak van het Hof zou blijken dat “toegang van het grote publiek” zou bijdragen aan de misdaadbestrijdingsdoelstelling [2]. Verder denkt het ministerie dat Nederland zich niets van de uitspraak hoeft aan te trekken, terwijl de uitspraak ook relevant is voor huidige en toekomstige Nederlandse regelgeving [3].
Het ubo-register kan voorlopig niet worden geraadpleegd:
In dat licht heb ik de Kamer van Koophandel gevraagd vanaf heden tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het register meer te verzorgen. De Kamer van Koophandel geeft hier uitvoering aan tot nadere besluitvorming. In de komende dagen zal ik het arrest met alle betrokkenen nader analyseren en in overleg treden met de Europese Commissie om te bezien welke informatieverstrekkingen wel mogelijk zijn, mede in het licht van toezicht. Het voorlopig niet meer verzorgen van informatieverstrekkingen betekent bijvoorbeeld voor de opsporing dat informatie weliswaar minder gemakkelijk geraadpleegd kan worden, maar dat de benodigde informatie op basis van een vordering van de OvJ nog wel beschikbaar is. De uitspraak kan ook financiële gevolgen hebben, aangezien het beheer van het register wordt bekostigd aan de hand van de vergoedingen voor raadplegingen. Ik zal uw Kamer over de nadere analyse en besluitvorming informeren. De uitspraak is overigens niet van invloed op de plicht voor juridische entiteiten om UBO’s te registreren en dit blijft dan ook van kracht.
Hopelijk is de uitspraak aanleiding voor de ministeries van Financiën en Veiligheid om bij zichzelf te rade te gaan. Een open foutencultuur is gewenst, ook bij de mensen achter de tekentafel van de misdaadbestrijding.
Op verzoek van het ministerie verstrekt @KVK_NL tijdelijk geen informatie uit het UBO-register. Organisaties blijven wel verplicht om hun UBO’s in te schrijven. In het register staat wie de eigenaar is of zeggenschap heeft over een organisatie. https://t.co/CpEkC5zVhp
— Ministerie van Financiën (@Financien) November 23, 2022
Hania constateert terecht dat het hier om de veiligheid van mensen gaat:
Dat gaat meer over persoonlijke veiligheid dan privacy, maar het laat zien dat beide grondrechten niet tegen elkaar uitgeruild hoeven te worden. Integendeel. https://t.co/HrvfERZ1TB
— Simon Hania (@simonhania) November 23, 2022
Noten
[1] Brief, pagina 1: “Het register helpt om criminele activiteiten te voorkomen en bij het opsporen van onder andere fraude, witwassen en terrorismefinanciering.”
[2] Brief, pagina 2: “dat de toegang van het grote publiek tot informatie over uiteindelijk begunstigden kan bijdragen tot de verwezenlijking van die doelstelling“.
[3] Brief, pagina 2: “De uitspraak richt zich primair tot de Europese wetgever en de Europese Commissie” (…) Hoewel de Nederlandse situatie niet een op een hetzelfde is als de Luxemburgse situatie, waarover prejudiciële vragen zijn gesteld, geeft deze uitspraak aanleiding naar de verstrekking van informatie over UBO’s te kijken“. Dit is onjuist.
Aanvulling 5 december 2022
De uitspraak raakt alle Wwft-plichtingen en was reden voor de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap om op 14 december 2022 een cursus te organiseren, ‘De praktische implicaties van de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU voor het UBO-register‘, met als docent mevrouw B. Snijder-Kuipers, die vermoedelijk kampioen is in het geven van Wwft-cursussen.