Herziening van advocatenregels dankzij malafide notaris en crimineel advocatenneefje [2]

De minister van Veiligheid schreef in september een brief over het nieuwe toezicht voor de advocatuur (brief: overheid.nl, site Tweede Kamer). De vraag is of deze wijzigingen iets nuttigs gaan opleveren.

Hogere kosten?
In de brief wordt vermeld dat advocaten dat nieuwe toezicht mogen betalen, maar een begroting ontbreekt [1]. Want aan toezicht zitten kosten, niet alleen van de toezichthouders en hun personeel, maar ook de kosten van de advocaten zelf, die ongetwijfeld (net als in de witwasbestrijding) aan de hand van uitgebreide ‘vastlegging’ moeten bewijzen dat zij wet- en regelgeving naleven (wat sowieso al geldt in het kader van de witwasbestrijding [2] en goud kost in de financiële sector). De algemene trend is dat beroepsbeoefenaren zoveel tijd kwijt zijn aan vastleggen en bewijzen, dat zij aan het echte werk niet meer toekomen. De advocatuur moet daar nu ook aan geloven.

‘Robuust’ nieuw stelsel
Natuurlijk liggen aan de brief optimistische gedachten over preventie van wangedrag aan ten grondslag. De minister schrijft:

Toezicht is met name preventief van karakter en heeft als doel de kwaliteit en integriteit van de beroepsuitoefening te bewaken en bevorderen.

Geïnspireerd door de taal uit het financiële toezicht, meent de minister dat er een ‘robuust en toekomstbestendig toezichtstelsel‘ zou ontstaan. Ik help het hem hopen.

Onderbouwing noodzaak ontbreekt
Uit de brief blijkt niet dat er op grote schaal sprake is van wangedrag door advocaten. Ten slotte zijn de malafide notaris en het criminele advocatenneefje incidenten en geen reden om de regels voor alle advocaten aan te passen.

Het zou daarom fijn zijn als de minister dit in een later stadium nog eens uitlegt, nu de kosten waarschijnlijk flink zullen toenemen.

Het nieuwe systeem
wordt als volgt samengevat:

  • er komt één Landelijke toezichtautoriteit advocatuur;
  • de rol van de lokaal deken bij het toezicht komt te vervallen; en
  • er komt een “blik van buiten” die kijkt hoe deze landelijke toezichtautoriteit functioneert.

Bij de toelichting op de landelijk toezichthouder, ‘LTA’, spreekt de minister het bekende mantra uit: “Uitgangspunt bij de inrichting van het toezicht op de advocatuur is dat dit toezicht onafhankelijk, transparant, uniform, preventief en effectief is“. Daar kan niemand het mee oneens zijn. Dat geldt ook voor de “duidelijk afgebakende taken, rollen en bevoegdheden“, waar de minister over spreekt en waar organisatiekundigen veel plezier aan zullen beleven.

Landelijke toezichthouder
Interessant zal zijn hoe de LTA zich gaat verhouden tot de algemene raad (AR) en het college van afgevaardigden (CvA), door wie de LTA zal worden benoemd op voordracht van de AR. Daar zegt de minister niet meer over dan dat de LTA onafhankelijk opereert al is “niet uit te sluiten dat er bepaalde afhankelijkheden van andere organen van de NOvA zijn, maar die zullen tot een minimum moeten worden beperkt“.

Het toezicht zal betrekking hebben op de naleving van de Advocatenwet, de Wwft, de sanctieregelgeving en toekomstige relevante regels zoals de Wet Kwaliteit Incassodienstverlening (Wki). De LTA zal bekende bestuursrechtelijke bevoegdheden krijgen, zoals het recht op informatie en de mogelijkheid om een tuchtklacht in te dienen en sancties op te leggen (boete, last onder dwangsom). Voorts kan om een spoedmaatregel worden gevraagd.

De LTA zal de nodige documenten produceren:

  • beleidsregels inzake de wijze waarop het toezicht wordt uitgeoefend;
  • een meerjarenbeleidsplan;
  • een werkplan;
  • verslag van de werkzaamheden, waarin bewijs wordt geleverd van doelmatigheid, doeltreffendheid en effectiviteit van het toezicht.

De LTA stelt feitelijke toezichthouders aan die advocaat kunnen zijn als zij geen andere functies binnen de NOvA vervullen. Voorts wordt de LTA ondersteund door een bureau, met medewerkers in dienst van de NOvA maar benoemd en ontslagen door de LTA.

Pottenkijker of frisse blik?
Helaas blijft er een ‘blik van buiten’, die in de plaats komt van het college van toezicht en die ik ‘raad’ zal noemen. Het is te hopen dat deze raad niet dezelfde profileringsdrang zal vertonen als het huidige college van toezicht, die het nodig vond om de openbaarheid te zoeken over hun ongenoegen [3].

Een profiel van de raad ontbreekt in de brief van de minister van Veiligheid, wat kaal aandoet (er worden alleen formaliteiten genoemd [4]). Logisch zou zijn om te kijken naar mensen met ervaringen die aanvullend kunnen zijn op de LTA, zoals iemand met achtergrond in de rechtspraak en in de gedrags- en organisatiekunde.
Ik ben er voor dat er geen topambtenaren met een achtergrond op het ministerie van Financiën of mensen uit de financiële sector in de raad komen. De toeslagenaffaire heeft geleerd dat in de financiële sector sprake is van maatschappelijk ongewenst gedrag en cultuur.

Aan de beschrijving van de taken en bevoegdheden van de raad is te zien dat men de systemen uit het financiële toezicht wil overnemen, want de raad moet het toezicht en het beleid van de LTA beoordelen en aan de raad wordt verantwoording afgelegd over de opzet, de werking en effectiviteit van de interne risicobeheersings- en controlesystemen van de LTA. Dat is een weids verhaal voor een sector dat voor het overgrote deel uit mkb-ondernemingen bestaat.

Tot slot
Dat het toezicht meer landelijk wordt georganiseerd lijkt me op zich goed, maar of dit de beste stelselherziening is, is voor mij de vraag.

Ik blijf het jammer vinden dat ter inperking van risico’s niet wordt gekozen voor simpele maatregelen, zoals de afschaffing van de derdengeldenrekening zoals ik begin dit jaar heb bepleit.

 

Noten

[1] Er staat niet meer dan: “De advocatuur draagt de kosten van het eigen toezicht. Waar de kosten van het toezicht nu vooral lokaal neerslaan zal de bekostiging van de LTA op landelijk niveau plaatsvinden. Ik vind het belangrijk dat de LTA zelfstandig kan beschikken over voldoende toezichtbudget om adequaat toezicht uit te oefenen. Om de onafhankelijkheid van de LTA ten opzichte van de andere organen van de NOvA te versterken zal ik regelen dat de LTA als verantwoordelijk bestuursorgaan de eigen toezichtbegroting vaststelt, gehoord de “blik van buiten”, en zelfstandig kan beschikken over het vastgestelde toezichtbudget. Bij het vaststellen van de begroting door de LTA wordt de AR eveneens gehoord. Nadat de begroting is vastgesteld wordt het totale bedrag van de begroting van de LTA opgenomen in de totaalbegroting van de NOvA. Vervolgens stelt het CvA de bedragen vast die advocaten moeten betalen ter dekking van de kosten die de NOvA maakt, waaronder de kosten voor het toezicht“. Ook de kosten van de ‘blik van buiten’ komen voor rekening van de advocaten.

[2] Advocaten vallen onder de witwasbestrijdingsregels voor specifieke diensten. Kenmerk van de regels is dat er zeer veel moet worden vastgelegd, lees daar de nieuwe handleiding Wwft voor advocaten maar op na.

[3] Jeroen Kremers, topambtenaar van het ministerie van Financiën, kon op 5 oktober zijn politieke statement maken in het NRC en trad in september met veel bombarie af en meldde zijn politieke wensen, zie Advocatenblad, FD, NRC, hij maakt daarmee duidelijk dat hij ongeschikt is voor het lidmaatschap van het college van toezicht en niet begrijpt dat de advocatuur totaal anders is dan de financiële sector. Eerder trad het college naar buiten met kritiek op het toezicht op de dekens in de zaak van de malafide notaris. De politieke campagne van Kremers past mooi in de politieke discussie die is losgebarsten, zie het Advocatenblad van vandaag.

[4] Zoals het niet zijn van advocaat en het niet hebben van ongewenste nevenfuncties. Natuurlijk mag het verslag met bewijs van ‘doelmatigheid en doeltreffendheid’ van de eigen werkzaamheden niet ontbreken.

 

 

Mijn eerdere artikelen over toezicht in de advocatuur:

 


Aanvulling 7 oktober 2022
Strop herhaalt in een FtM artikel van gisteren alle vooroordelen over de advocatuur en levert een goede bijdrage aan de politieke campagne inzake het creëren van overheidstoezicht op de advocatuur. Het artikel heeft een mooie en onjuiste titel die suggereert dat de NOvA macht zou hebben: ‘Niet minister Weerwind is de baas, maar de belangenclub van advocaten‘. Was dat maar waar.

 

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Dienstverlening - juridisch financieel [advocaten, accountants, belastingadviseurs e.d.], Financieel recht, onder meer Wft, Wtt, Fraude, witwasbestrijding, Wwft en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s