Onverstandig amendement van Tweede Kamerlid SP over vergaande bevoegdheid van FIU Nederland

Regelmatig is zichtbaar dat de SP de rechtsstatelijke weg kwijt is als het gaat om de bestrijding van crimineel geld door bedrijven (‘witwasbestrijding’) [1].

Dat is nu te zien aan het amendement dat het Tweede Kamerlid Van Nispen indiende op een strafrechtelijk wetsvoorstel. In dat wetsvoorstel staat dat banken op bevel van FIU Nederland (een onderdeel van de politie) transacties mogen blokkeren, ik schreef er over [2]. Dat is een vergaande bevoegdheid zonder waarborgen dat die bevoegdheid niet onjuist wordt ingezet. Voor die waarborgen heeft Van Nispen geen belangstelling, terwijl het hem zou sieren als hij volksvertegenwoordiger voorstellen zou doen voor betere waarborgen.
In zijn amendement wil hij deze riskante bevoegdheid van FIU Nederland (die in het behandelde wetsvoorstel is beperkt tot banken) uitbreiden naar toepassing op alle witwasbestrijdingsplichtigen, dus ook naar de boekhouder, de makelaar en de vele andere bedrijven die overheidstaken moeten uitvoeren. Van Nispen licht zijn amendement als volgt toe:

Het voorgestelde artikel 17a in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme geeft de Financiële inlichtingen eenheid de bevoegdheid de banken te verzoeken transacties aan te houden waarvan aanwijzingen bestaan dat ze verband houden met (onder andere) witwassen. Dit verzoek tot blokkering kan volgens het wetsvoorstel enkel aan banken worden gericht, niet aan andere meldingsplichtige instellingen, terwijl die ook te maken krijgen met transacties die verband kunnen houden met witwassen. Indiener van dit amendement vindt de argumentatie van de regering hiervoor niet overtuigend. De regering erkent dat ‘ook bij andere Wwft-instellingen sprake kan zijn van transacties die de FIU-Nederland aanleiding kunnen geven te veronderstellen dat deze verband houden met witwassen en onderliggende basisdelicten of met terrorismefinanciering’. Toch wordt voor een ‘beperkte en beheerste toepassing van deze nieuwe bevoegdheid’ gekozen omdat de ervaring in andere EU-landen leert dat een dergelijke bevoegdheid ‘het meest wordt ingezet ten aanzien van banken’. 1
Indiener kan zich voorstellen dat de Financiële inlichtingen eenheid de bevoegdheid als eerste of vooral zal inzetten richting banken, maar dat neemt niet weg dat in voorkomende gevallen de bevoegdheid ook gebruikt zou moeten kunnen worden richting bijvoorbeeld makelaars, notarissen, belastingadviseurs, advocaten en bijvoorbeeld cryptobedrijven. Temeer omdat uit Europese wetgevende voorstellen de verplichting voortvloeit dat vanaf 2027 deze bevoegdheid toegepast moet worden ‘ten aanzien van alle meldingsplichtige instellingen, waaronder cryptoaanbieders’. Indiener vindt het niet logisch in dit wetsvoorstel dan de beperking tot banken op te nemen.

1 Kamerstukken II 2023/24, 36463, nr. 6.

Het SP kamerlid wil vooruitlopen op Europese regelgeving die mogelijk een inbreuk maakt op grondrechten van burgers, nu waarborgen tegen onjuist of onzorgvuldig optreden door de overheid ontbreken.
Lees over die Europese regels het artikel van Privacy First over hun deelname aan de consultatie over de Nederlandse implementatiewet, waarin zij onder meer aandringen op ingrijpende verbetering van de rechtsbescherming van consumenten, mkb en kleine en middelgrote nonprofit organisaties (de complete consultatiereactie is hier te vinden).

Een ander kamerlid: “drukknopmacht van de staat”
Een ander Tweede Kamer lid schrijft (vermeld in mijn artikel):

Indiener is kritisch op de toenemende ‘push-button power’ of drukknopmacht van de staat. De digitale transformatie van de samenleving heeft ertoe geleid dat de overheid op veel vlakken veel machtiger tegenover haar burgers staat dan in het verleden überhaupt technisch mogelijk was, bijvoorbeeld als het gaat om het kunnen controleren en blokkeren van financiële geldstromen van burgers. Ook heeft de beschikbaarheid en inzet van digitale technologie geresulteerd in scheefgroei van de machtsverdeling binnen de trias politica, daar dit de macht van de regering ten opzichte van de rechtspraak en het parlement onevenredig vergroot heeft [*]. Indiener is derhalve van mening dat drukknopmacht enkel uitgebreid zou moeten mogen worden wanneer hier volwaardige rechtsstatelijke waarborgen tegenover staan.

[*] Zie bijvoorbeeld: R. Passchier, ‘Artificiële intelligentie en de rechtsstaat’ (2021)

Grondrechten in de witwasbestrijding
Het is hoog tijd dat alle leden van de Tweede Kamer gaan zorgen dat de grondrechten ook in de witwasbestrijding worden gerespecteerd.

 

Noten:

[1] Ook Groenlinks-PvdA laat regelmatig zien geen interesse te hebben voor de grondrechten van burgers. Zo was Paul Tang, europarlementariër van de PvdA, verantwoordelijk voor de totstandkoming van het Europese antiwitwaspakket dat een groot aantal grondrechten schendende elementen bevat.
[2] Zie Vasthouden financiële transactie in opdracht van FIU-Nederland | wijziging Wwft.

 

 


Aanvulling 2 december 2025
Helaas is er een blokkeringsbepaling gekomen. Deze is  beperkt tot transacties.

Zie het bericht van AMLC (onderdeel van de FIOD): “De Wwft wordt uitgebreid met artikel 17a Wwft. Dit artikel geeft de FIU de bevoegdheid om een transactie tijdelijk aan te laten houden als er aanwijzingen zijn dat die verband houdt met witwassen of financiering van terrorisme.“.

Het nieuwe artikel 17a Wwft luidt:

Artikel 17a
1. De Financiële inlichtingen eenheid kan ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 13, aanhef en onderdelen a en b, een instelling verzoeken het uitvoeren van een transactie of meerdere transacties gedurende een periode van ten hoogste vijf werkdagen aan te houden ingeval de Financiële inlichtingen eenheid aanwijzingen heeft dat deze transactie of transacties verband kan of kunnen houden met witwassen of financieren van terrorisme, of indien een financiële inlichtingen eenheid uit een andere staat hierom verzoekt.
2. De in het eerste lid genoemde periode kan met een termijn van ten hoogste vijf werkdagen worden verlengd indien de Financiële inlichtingen eenheid het in het eerste lid bedoelde verzoek doet op verzoek van een financiële inlichtingen eenheid van een andere staat.
3. De Financiële inlichtingen eenheid trekt het verzoek, bedoeld in het eerste lid, voor het aflopen van de termijn, genoemd in het eerste en tweede lid, in zodra zulks mogelijk is.
4. De instelling waaraan overeenkomstig het eerste lid een verzoek is gedaan, geeft hieraan onverwijld gevolg.
5. Een instelling beschikt over gedragslijnen, procedures en maatregelen die haar in staat stellen te voldoen aan het vierde lid.
6. Een instelling informeert een cliënt terstond over toepassing van het vierde lid.

Onbekend's avatar

About Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Europa, Financieel recht, onder meer Wft, Wtt, Fraude, witwasbestrijding, Wwft, Grondrechten, Strafrecht en getagd met , , , , , , , , , , , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie