Terwijl de schade door de witwasbestrijding (criminaliteitsbestrijding) steeds groter wordt, lijkt de Tweede Kamer van niets te weten, zo blijkt uit berichten die over de behandeling van dit onderwerp verschijnen, zoals het artikel dat gisteren verscheen op de site van het Advocatenblad, waaruit blijkt dat alle makelaars, notarissen en boekhouders worden beschuldigd (door de VVD) dat zij ‘facilitator’ van criminelen zijn. Tenenkrommend.
Ook de flauwekul dat notarissen en accountants meer criminaliteit zouden kunnen melden, komt in het artikel voor, het VVD-kamerlid lijkt niet te weten dat de informatiepositie van deze beroepsbeoefenaren een geheel andere is dan die van banken of van de opsporing. Het wordt lachwekkend als een SP-kamerlid wordt geciteerd die een “Zuidas-boevenbelasting” bepleit.
Er wordt niet onderzocht of de privatisering van de misdaadbestrijding wel enige zin heeft. Dus waar hebben die Tweede Kamerleden het over? Lees in dit verband het artikel van Ybo Buruma (raadsheer bij de Hoge Raad, gespecialiseerd in strafrecht), Wensdenken over witwassen en afpakken (NJB). Hij bekritiseert de aanpak van de verantwoordelijke ministeries (Financiën en Veiligheid):
Het opzetten van een enorm systeem om witwassen op het spoor te komen en dan niet eens te kijken en te gebruiken wat dat systeem heeft opgeleverd is eigenlijk nog erger dan wensdenken – het is een onverschilligheid die het in potentie nuttige werk van duizenden hard werkende mensen zinloos maakt. En het wensdenken dat spreekt uit het steevast te veel beloven aan inkomsten uit ontneming van crimineel geld is onverschillig voor de werkelijkheid van armoedzaaiers, pechvogels en multiprobleemtypes die de wereld van het strafrecht meer bevolken dan Godfathers en Netflixboeven bij wie echt iets is af te pakken.
De gang van zaken in de Tweede Kamer geeft aan dat de kwaliteit van de leden van die Tweede Kamer onvoldoende is. Dat is iets wat ik al eerder zag in andere parlementaire documenten, waarin de parlementariërs laten zien niets van de praktijk van de privatisering van de misdaadbestrijding te begrijpen.
Dit signaleerde ik al eerder, zoals hier, hier en hier.
Die parlementaire onkunde is een risico voor de grondrechten, want er wordt geen tegenwicht geboden tegen onverstandige plannen van ministeries. Misdaad moet bestreden worden, maar niet op een manier die de grondrechten van burgers schendt.