In een fiscale procedure oordeelde de geheimhoudingskamer van de behandelende rechtbank, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat de inspecteur van de Belastingdienst de persoonsgegevens van de ambtenaren, die voorkwamen in overgelegde stukken, mocht weglakken. De rechtbank overwoog dat terughoudendheid is geboden:
2.8. Bij het geheimhouden van (delen van) op de zaak betrekking hebbende stukken moet de grootst mogelijke terughoudendheid wordt betracht. Slechts indien de door de inspecteur voor geheimhouding aangevoerde redenen zwaarder wegen dan het belang van belanghebbenden bij onbeperkte kennisneming van (delen van) de op de zaak betrekking hebbende stukken, is sprake van gewichtige redenen die geheimhouding rechtvaardigen.
In dit geval weegt het belang van privacy van de ambtenaren zwaarder dan het belang van belanghebbende bij kennisneming van de gegevens van de ambtenaren, aldus de rechtbank.
Meer informatie: de uitspraak.
Eerder schreef ik over Privacy in het wetsvoorstel nieuw bewijsrecht.