In een zaak die werd behandeld door de Belgische rechter kwam de vraag aan de orde of de klant Y van zijn bank X kan verlangen dat zijn achternaam juist wordt gespeld. Reden voor het geschil was dat Y een achternaam heeft met diakritische tekens. In eerste instantie oordeelt de Geschillenkamer van de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) dat de bank aan dat verzoek van Y moet voldoen, ook al levert dat technische problemen op. De bank stelde hoger beroep in, die concludeert dat de beslissing van de Geschillenkamer correct was.
De basis voor de uitspraak is artikel 16 van de AVG:
Het GBA heeft terecht overwogen dat Y er recht op heeft dat zijn naam juist wordt gespeld door de bank. De bank krijgt een flinke draai om de oren:
Of Y schade lijdt als gevolg van de onjuiste spelling, is volgens het hof niet relevant. Voorts overweegt het hof:
Meer informatie: de uitspraak (pdf) in hoger beroep, te vinden bij de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit.