Hoogleraar ondernemingsrecht en advocaat Gerard van Solinge publiceerde in het FD een kritisch artikel over het ubo-register, “UBO-register lastig voor crimineel, maar ook voor goedwillende begunstigde” (betaalmuur). Hij geeft een korte uitleg van de regelgeving en besluit met:
De UBO-regels zullen in de praktijk tot vragen leiden. Bij ingewikkelde (concern)structuren met buitenlandse vertakkingen zal het niet altijd meteen duidelijk zijn wie de UBO’s zijn. Gecompliceerd is ook de al genoemde jaarlijks wisselende UBO-status. Ondanks de waarborgen blijft de privacygevoeligheid een punt van zorg. De administratieve lasten zullen weer flink toenemen.
De grote vraag blijft echter: wordt hiermee het doel van de wet bereikt? Zullen de entiteiten waarmee criminelen doen aan witwassen en terrorismefinanciering werkelijk hun UBO’s inschrijven? De strafsancties voor het niet voldoen aan de verplichtingen zullen op hen vermoedelijk weinig indruk maken.
De tijd zal leren of dit een staaltje symboolpolitiek is waarbij de goeden onder de kwaden moeten lijden.