Een belangrijk deel van de Nederlandse ondernemingen moet zich aan de witwasbestrijdingswet Wwft [*] houden, wat betekent dat zij cliëntenonderzoek moeten doen en veel persoonsgegevens moeten registreren. Op die registratie is de Europese databeschermingswet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) onverkort van toepassing. Onder meer banken vallen onder de Wwft.
Degene wiens gegevens geregistreerd worden op grond van de Wwft, heeft een inzagerecht.
Dat kwam aan de orde in een uitspraak in een procedure tussen ABN Amro en een in België wonende persoon, die directeur-grootaandeelhouder van vennootschappen is (‘de dga’). Die dga had om inzage gevraagd en een verwerkingsoverzicht van de bank gekregen. Dat vond hij niet voldoende, hij wilde ook de onderliggende stukken kunnen inzien. Kennelijk waren verdenkingen van de bank tegen de dga aanleiding voor een bijzonder onderzoek, want de uitspraak maakt melding van berichten in de media over de persoon, zijn onroerend goed en zijn bedrijven. Naar aanleiding van die berichten heeft de bank vragen aan de dga gesteld. Vervolgens deed de dga een inzageverzoek en kreeg niet zijn zin, hij diende een verzoek bij de rechtbank in.
De rechtbank:
3.6. De rechtbank is van oordeel dat het recht op inzage van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 15 AVG in beginsel niet betekent dat de betrokkene zonder meer recht heeft op inzage in of kopieën van de stukken of bestanden als daarin zijn persoonsgegevens voorkomen. In welke materiële vorm de gegevens moeten worden verstrekt, is afhankelijk van de concrete omstandigheden. Er moet namelijk ook steeds worden bekeken of het mogelijk is om aan het inzageverzoek te voldoen met een andere vorm van verstrekking.3 Er bestaat dus geen absoluut recht op inzage in alle stukken. Maar er bestaat in ieder geval een recht op een volledig verwerkingsoverzicht (in begrijpelijke vorm) van alle persoonsgegevens. Dat wil zeggen in een vorm die de betrokkene in staat stelt kennis te nemen van zijn gegevens en te controleren of zij juist zijn en zijn verwerkt in overeenstemming met de AVG.
3.7. Als documenten niet alleen NAW-gegevens bevatten, maar ook feitelijke en waarderende gegevens over eigenschappen of gedragingen van een persoon lenen die gegevens zich niet altijd goed voor opname in een verwerkingsoverzicht. Volgens de Hoge Raad kan de betrokkene dan ook recht hebben op een (eventueel deels zwartgemaakte) kopie van de documenten waarin die gegevens zijn opgenomen, omdat dat de meest effectieve wijze is waarop voldaan kan worden aan de verplichting zo volledig en duidelijk mogelijk informatie te verschaffen aan de hand waarvan de rechtmatigheid en juistheid van de gegevens kan worden gecontroleerd. [4]
3.8. De rechtbank merkt daarbij op dat het inzagerecht zich niet uitstrekt tot (delen van) interne notities die de persoonlijke gedachten van medewerkers van de verwerkingsverantwoordelijke bevatten en die uitsluitend bedoeld zijn voor intern overleg en beraad. [5] Ook juridische analyses naar aanleiding van persoonsgegevens kunnen als zodanig niet worden gekwalificeerd als persoonsgegevens. [6]
[4] Hoge Raad 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4663, ECLI:NL:HR:2007:AZ4664 en ECLI:NL:HR:2007:BA3529.
[5] O.a. Hof Amsterdam 5 juli 2011 ECLI:NL:GHAMS:2011:BR3020, Hoge Raad 29 juni 2007 ECLI:NL:HR:2007:AZ4663, ECLI:NL:HR:2007:AZ4664, ECLI:NL:HR:2007:BA3529.
[6] Hof van Justitie 17 juli 2014, ECLI:EU:C:2014:2081 (gevoegde zaken C-141/12 en C-372/12 YS tegen Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel).
Aan de hand van de gegevens komt de rechtbank in deze zaak tot de conclusie dat het verschafte verwerkingsoverzicht voldoende is en er geen aanleiding is voor de bank om de onderliggende stukken te verstrekken.
[*] Voluit: Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.