Het doenvermogen van de wetgever

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft in het kader van het redzaamheidsproject het begrip ‘doenvermogen’ bedacht.

Doenvermogen van de burger
De WRR adviseert de overheid om bij voorgenomen beleid en regelgeving vooraf te toetsen of de regeling ‘doenlijk’ is voor burgers, lees de aankondiging, het rapport en bekijk de doenvermogentools en de doenvermogentoets. Onder meer rekent de WRR af met de ‘zelfredzaamheidsgedachte’:

Kennis en intelligentie alleen zijn niet genoeg voor redzaamheid. Ook mensen met een goede opleiding en een goed inkomen kunnen in moeilijkheden komen omdat ze even niet opletten of zaken voor zich uitschuiven. Dat geldt zeker op een momenten dat het leven tegenzit, zoals bij een echtscheiding, faillissement of ontslag. En soms is het juist de overheid die mensen minder redzaam maakt, omdat ze onvoldoende rekening houdt met verschillen in het doenvermogen van burgers.

WRR schrijft dat de kernvraag van de doenvermogentoets is:

gaat de regeling uit van realistische assumpties over de mentale belastbaarheid van burgers?

Deze WRR-adviezen lijken zich vooral te richten op consumenten en mensen in hun privé-hoedanigheid en niet in hun rol van ondernemer of bestuurder van een bank. Ook in die laatste hoedanigheden speelt het doenvermogen, wat nauw verband houdt met de praktische uitvoerbaarheid.

Doenvermogen van de wetgever
Uitdagend is dat lid van de WRR Mark Bovens heeft nagedacht over het doenvermogen van de wetgever. Dat deed hij tijdens de Scheltema-lezing van de Vereniging voor Bestuursrecht, bekijk de aankondiging bij de WRR, waarin naar een video verwezen wordt. WRR doet er ook de uitgeschreven tekst van de lezing bij. Daarin constateert Bovens dat ook de wetgever lijdt aan ‘weten is nog geen doen’. Enkele citaten volgen hierna.

Over de beperkte mogelijkheden van de mens:

De kern van ons betoog was dat mensen niet alleen te maken hebben met grenzen aan hun denkvermogen, maar dat mensen ook te maken hebben met beperkingen aan hun doenvermogen. Mensen weten wel vaak wat verstandig is, maar dat betekent niet altijd dat ze daar naar handelen. Want dat vraagt vaak dat ze in actie komen, dat ze om kunnen gaan met verleidingen, dat ze tegenstellingen het hoofd kunnen bieden.

en:

Waar het ons om gaat is nou juist dat je een doenvermogentoets doet, waarbij je nagaat of gewone burgers met gewone, vaak ook beperkte vermogens tot zelfcontrole, in staat zijn om de wetgeving uit te voeren en dat je hun mentale lasten in kaart brengt

Over de wetgevende gedachte dat de overheid moet uitleggen en daarna moet sanctioneren zodat wordt nageleefd:

Wat erop neerkomt dat: eerst leg je uit hoe het zit en dan vervolgens leg je boetes op of je geeft beloningen, maar het zijn meestal toch vooral boetes, en dat zijn de twee knoppen waar je aan draait. En wie niet horen wil die moet voelen. En wat wij zeggen: zo werkt het niet in het echt. De overheid moet veel meer een realistisch model hanteren, waarbij de overheid ook aandacht heeft voor beperking van de mentale lasten. Voor het feit dat burgers vaak zoveel mentale druk en stress ervaren, dat ze niet altijd doen waarvan ze wel weten dat het misschien toch verstandig is.

Bovens zegt dat er veel beter nagedacht moet worden over de ‘gebruikerservaring’ van regelgeving:

De hele organisatie van het proces van beleid en regelgeving, daar zou eigenlijk die gebruikerservaring een standaard en vast onderdeel moeten zijn. En dat heeft als belangrijk voordeel dat we bij aandacht voor doenlijkheid niet meer afhankelijk zijn van de goede bedoelingen en het doenvermogen van individuele wetgevingsjuristen

Het doenvermogen in de Wwft
Het is hoog tijd dat dit op de witwasbestrijding wordt toegepast en dat de wetgever realistische eisen aan witwasbestrijdingsplichtigen gaat stellen. Dat zal dan betekenen dat de hele systematiek op zijn kop moet, wat me zeer verstandig lijkt.

 


Aanvulling 26 augustus 2021
Over het doenvermogen van de burger gaat het artikel: ‘Zelfredzaamheid bevorderen? Daar ben ik mee opgehouden’, met als intro:

De Nederlandse verzorgingsstaat streeft ernaar iedere burger een menswaardig bestaan te bieden, maar kille bureaucratie en paternalistisch overheidsoptreden liggen voortdurend op de loer, schrijft Willemijn van der Zwaard in haar proefschrift.

 

Aanvulling 31 december 2021
Het zelfredzaamheids alibi van de rechtse kabinetten wordt fraai ontmaskerd in het essay “Machtige Mensbeelden”, geschreven door Willemijn van der Zwaard, uitgebracht door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Zij schrijft onder meer:

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Bestuursrecht, Financieel recht, onder meer Wft, Wtt, Fraude, witwasbestrijding, Wwft en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s