Het lijkt zo simpel: het vermogen van een persoon wordt onder bewind gesteld en er wordt een bewindvoerder door de rechter aangesteld. Die bewindvoerder voert zijn taken uit onder toezicht van de rechter. Nu wil de bewindvoerder een aparte rekening openen ten name van de onder bewind gestelde persoon, zodat de financiële handelingen netjes en inzichtelijk over de bankrekening kunnen lopen. Het openen van zo’n bankrekening is natuurlijk zo gebeurd.
Maar nee, want als de aanvraag voor een bankrekening wordt gedaan treden de machineriën van de moderne financiële bureaucratie inzake bestrijding van corruptie, witwassen en bestrijding van terrorismefinanciering in werking. Als de onder bewindgestelde niet naar de bank kan komen (bijvoorbeeld omdat hij of zij zwaar dement in een verpleeghuis ligt), is sprake van een verhoogd risico op witwassen of terrorismefinanciering volgens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en dient de bank extra maatregelen te nemen vanwege dat verhoogde risico. Aldus de minister van financiën in een onlangs geschreven brief:
Het feit dat een cliënt niet fysiek aanwezig is voor verificatie van zijn identiteit – en bij beschermingsbewind is dat vaak het geval – wordt gezien als een situatie met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme. De Wwft schrijft voor dat dan verscherpt cliëntenonderzoek aan de orde is: de bank moet dan aanvullende cliëntenonderzoeksmaatregelen nemen om dit hogere risico te compenseren.
De banken hoeven zich ook niets aan te trekken van het feit dat de rechter een bewindvoerder heeft aangewezen, aldus de minister:
Zoals hierboven beschreven, kunnen banken op grond van de Wwft per individuele cliënt beslissen of zij het risico van die cliënt zodanig vinden dat zij geen cliëntrelatie met hem (en daarmee een relatie met zijn bewindvoerder) willen aangaan. Dat past bij de poortwachterfunctie wij hen hebben toegekend in het kader van de Wwft.
In de praktijk gaan banken dan – ook al is er een door de rechter aangestelde bewindvoerder – vrolijk op de stoel van de rechter zitten, door te eisen dat de bewindvoerder lid is van de branchevereniging van bewindvoerders. Gelukkig mogen banken dat weer net niet, aldus de minister:
In eerdere antwoorden op vragen met betrekking tot beschermingsbewind, schreef de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie uw Kamer dat sinds 1 april 2014 het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren van kracht is. Op grond hiervan moeten beschermingsbewindvoerders die drie of meer personen onder hun hoede hebben, aan kwaliteitseisen voldoen en wordt hierover jaarlijks door een accountant verslag uitgebracht. Wij zien in het licht van dat besluit geen reden voor banken om aan een beschermingsbewindvoerder die aantoonbaar aan genoemde eisen voldoet, al bij voorbaat medewerking te weigeren omdat hij geen lid is van een branchevereniging.
Uit de brief van de minister van financiën aan de kamer blijkt dat er al veel particuliere en overheidsvergadertijd en particuliere en overheidsdenktijd is besteed aan de gang van zaken rondom het openen van bankrekeningen door bewindvoerders. Dat is schandalig: het goede geld kan beter voor iets anders worden gebrikt dan voor dit soort geneuzel.
Het wordt tijd dat het cliëntenonderzoek van de Wwft wordt afgeschaft voor dit soort situaties.
Meer informatie: kamervragen met antwoord van 12 mei 2015