Weer zo’n handelaar die de Wwft niet kent

In de witwasbestrijding worden regelmatig handelaren veroordeeld, die laten weten nog nooit van witwasbestrijding en Wwft te hebben gehoord. De luie wetgever noemt dat ‘kleurloos opzet’. In de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 maart jl. staat het er weer mooi (markering door mij):

Opzet 
Ook een rechtspersoon kan ‘opzettelijk’ een strafbaar feit plegen. Zo kan onder omstandigheden het opzet van een natuurlijke persoon aan een rechtspersoon worden toegerekend. Het gaat daarbij in dit soort zaken om ‘kleurloos opzet’. Dat wil zeggen dat het opzet alleen hoeft te zien op de handeling die overtreding van de norm oplevert, en niet ook op het overtreden van de norm zelf. [medeverdachte] , directeur van de B.V., heeft verklaard dat nooit meldingen van ongebruikelijke transacties werden gedaan en dat er door hem en zijn medewerkers nooit een cliëntenonderzoek werd verricht. [medeverdachte] heeft daarmee opzettelijk niet voldaan aan genoemde verplichtingen. [medeverdachte] heeft gezegd dat hij niet wist dat [verdachte] deze verplichtingen had en dat de Wwft dus niet expres is overtreden. Omdat het hier om kleurloos opzet gaat, maakt dat het oordeel niet anders. Daar komt bij dat [medeverdachte] in ieder geval vanaf zijn eerste politieverhoor op 2 maart 2017 wist dat hij deze verplichtingen had, terwijl ook daarna niet (volledig) aan deze verplichtingen is voldaan. 
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] kan worden aangemerkt als dader van het opzettelijk niet voldoen aan de meldplicht, het niet doen van cliëntenonderzoek en het niet bewaren van de daaruit verkregen gegevens.

Deze handelaar heeft strafbaar gehandeld door het niet naleven van de Wwft (niet melden van ongebruikelijke transacties); voorts is geen cliëntenonderzoek als voorgeschreven in de Wwft uitgevoerd en zijn de gegevens van het cliëntenonderzoek niet bewaard.

Ontslag van rechtsvervolging inzake bewaarplicht
De rechtbank vindt dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging voor de schending van de bewaarplicht; als aan de verplichting tot het doen van cliëntenonderzoek niet is voldaan, zijn er ook geen gegevens die bewaard kunnen worden. Hieruit volgt dat de bewaarplicht van artikel 33 Wwft alleen geldt voor instellingen die wél hebben voldaan aan de identificatie- en verificatieplicht van artikel 3 Wwft. Omdat is bewezen dat verdachte geen cliëntenonderzoek heeft verricht, is het niet bewaren van de gegevens die verdachte niet had niet strafbaar. Daarom wordt verdachte hiervoor ontslagen van alle rechtsvervolging.

Voor de overige Wwft-overtredingen wordt de handelaar veroordeeld tot een boete van 45.000 euro.

Slotopmerking
Het AMLC vindt de uitspraak opmerkelijk vanwege het oordeel over de bewaarplicht (artikel AMLC). Persoonlijk vind ik het opmerkelijker dat de betrokken handelaar niet is vervolgd vanwege witwassen (het op grote schaal in ontvangst nemen van contanten waarvan hij weet dat deze van criminaliteit afkomstig zijn).

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Financieel recht, onder meer Wft, Wtt, Fraude, witwasbestrijding, Wwft en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s