In op 19 november door de minister van Financiën beantwoorde vragen uit de Tweede Kamer komt aan de orde of een bank een coffeeshop als klant mag en moet accepteren. In de antwoorden, onder meer op vragen 5 en 6, is de uitspraak van de Hoge Raad van 5 november jl. is nog niet mee genomen.
In een andere vraag komt aan de orde of de bank als een soort van rechter optreedt, als klanten worden geweigerd in het kader van een cliëntenonderzoek, terwijl betrokkene niet door de overheid wordt vervolgd. Daar geeft de minister van Financiën geen antwoord op (anders dan de bekende Wwft-mantra).
De minister verklaart (opnieuw) dat het onwenselijk is als banken sectoren en klantgroepen uitsluiten:
Dat de witwasbestrijding schadelijke effecten oplevert is bij de minister bekend en hij zegt maatregelen te zullen nemen:
Naar aanleiding van vragen over het risico dat in de witwasbestrijding dezelfde fouten worden gemaakt als in de Toeslagenaffaire, verklaart de minister dat dit niet de bedoeling is en dat ook naar de uitvoerbaarheid zal worden gekeken.
Uit de beantwoording van de laatste vragen blijkt dat de minister niet van plan is een ingrijpende herziening van de witwasbestrijdingsregelgeving ter hand te nemen, hij negeert de bureaucratie, de ineffectiviteit en de hoge kosten, zie deze passage:
NB Opvallend is dat soms alleen over banken wordt gesproken en soms over alle Wwft-plichtigen, terwijl de verschillende Wwft-plichtigen niet met elkaar vergelijkbaar zijn.
Banken daarentegen doen er alles aan om het financiële systeem integer te houden. Zoveel heeft de geschiedenis ons wel geleerd.
Ironie