De kern van de privatisering van de criminaliteitsbestrijding naar bedrijven (‘witwasbestrijding’) wordt gevormd door de taak van die bedrijven (onder meer banken en accountants, momenteel zijn dat deze bedrijven) om crimineel geld op te sporen en meldingen te doen aan de overheid.
Waar die bedrijven momenteel ‘ongebruikelijke transacties’ moeten melden – in Nederland aan FIU-Nederland – wordt dat onder de nieuwe Europese antiwitwasregels totaal anders. Op grond van die regels moeten bedrijven ‘vermoedens‘ melden.
Minister van Financiën spreekt over ‘verdachte transacties’
Vreemd genoeg wordt in de consultatie door het ministerie van Financiën die op dit moment loopt gezegd dat de nieuwe meldplicht over ‘verdachte transacties’ zou gaan. Blijkens de tekst van het relevante artikel in de nieuwe Europese antiwitwasverordening (Anti-Money Laundering Regulation, ‘AMLR’ [1]) is de meldplicht veel breder dan alleen verdachte transacties.
Artikel 69 AMLR Melding van vermoedens
Lees artikel 69 AMLR [2] er maar op na, dat begint met (markering door mij):
Artikel 69 Melding van vermoedens
1. De meldingsplichtige entiteiten en, in voorkomend geval, de bestuurders en werknemers van die entiteiten, verlenen hun volledige samenwerking aan de FIE door onverwijld:
a) op eigen initiatief melding te doen aan de FIE, indien de meldingsplichtige entiteit weet, vermoedt of redelijkerwijs kan vermoeden dat geldmiddelen of activiteiten, ongeacht het bedrag, opbrengsten van criminele activiteiten zijn of verband houden met terrorismefinanciering of criminele activiteiten, en door in dergelijke gevallen te reageren op verzoeken van de FIE om bijkomende informatie;
b) de FIE, op haar verzoek, alle nodige informatie te verstrekken, met inbegrip van informatie over transactiegegevens, binnen de opgelegde termijnen;Alle verdachte transacties, waaronder pogingen daartoe en vermoedens die voortvloeien uit het onvermogen om cliëntenonderzoek te verrichten, worden overeenkomstig de eerste alinea gemeld.
Voor de toepassing van de eerste alinea reageren de meldingsplichtige entiteiten binnen vijf werkdagen op een verzoek om informatie van de FIE. In gerechtvaardigde en dringende gevallen kunnen de FIE’s die termijn inkorten, ook tot minder dan 24 uur.
In afwijking van de derde alinea kan de FIE de antwoordtermijn verlengen tot meer dan vijf werkdagen indien zij dit gerechtvaardigd acht en mits de verlenging de analyse van de FIE niet ondermijnt.
Het begrip ‘verdachte transacties’, zo volgt uit bovenstaande tekst, is slechts een subcategorie van de te melden vermoedens inzake geldmiddelen en activiteiten. Uiteraard kunnen transacties worden gemeld, maar ook de aanwezigheid van geldmiddelen waarvan het bedrijf vermoedt dat het een criminele herkomst heeft moet gemeld worden.
In lid 2 wordt voorgeschreven hoe bedrijven die vermoedens moeten vaststellen, daar moeten ze veel voor doen:
2. Voor de toepassing van lid 1 beoordelen meldingsplichtige entiteiten de transacties of activiteiten die hun cliënten uitvoeren, op basis van en tegen alle relevante feiten en informatie waarvan zij kennis hebben of waarover zij beschikken. Indien nodig geven meldingsplichtige entiteiten voorrang aan hun beoordeling, rekening houdend met de urgentie van de transactie of activiteit en de risico’s die invloed hebben op de lidstaat waarin zij zijn gevestigd.
Een vermoeden op grond van lid 1, punt a), is gebaseerd op de kenmerken van de cliënt en diens tegenhangers, de omvang en aard van de transactie of activiteit of de methoden en patronen daarvan, het verband tussen verschillende transacties of activiteiten, de herkomst, de bestemming of het gebruik van geldmiddelen, of alle andere omstandigheden waarvan de meldingsplichtige entiteit kennis heeft, met inbegrip van de consistentie van de transactie of activiteit met de informatie verkregen op grond van Hoofdstuk III, waaronder het risicoprofiel van de cliënt.
Met deze tekst zijn we er nog niet, want de EU maakt ook regels over hoe er gemeld moet worden en wat meldingswaardig is, zie leden 3 tot en met 5 van hetzelfde artikel:
3. Uiterlijk op 10 juli 2026 stelt de AMLA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op en legt deze ter goedkeuring voor aan de Commissie. In die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen wordt het formaat gespecificeerd dat moet worden gebruikt voor het melden van vermoedens op grond van lid 1, punt a), en voor het verstrekken van transactiegegevens op grond van lid 1, punt b).
4. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in lid 3 van dit artikel genoemde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 53 van Verordening (EU) 2024/1620.
5. Uiterlijk op 10 juli 2027 verstrekt de AMLA richtsnoeren inzake indicatoren voor verdachte activiteiten of gedragingen. Die richtsnoeren worden regelmatig bijgewerkt.
Aangezien de tekst van leden 1 en 2 rijkelijk vaag is, zal uit de nadere regels die door de EU worden gemaakt moeten blijken wat dit betekent en of er nu veel meer gemeld moet worden dan onder het huidige systeem met ‘ongebruikelijke’ transacties [3].
De rest van artikel 69 gaat over:
- de FIU waaraan gemeld moet worden (lid 6);
- de maatregelen die bedrijven moeten nemen om het personeel dat betrokken is bij de melding te beschermen (lid 7);
- de gang van zaken bij samenwerkingsverbanden (‘partnerschappen voor informatie-uitwisseling’) (lid 8);
- de verplichting tot bewaren van de melding (lid 9).
Slotopmerking
Artikel 69 AMLR is een onderdeel van de stortvloed aan regels die via het antiwitwaspakket over de EU wordt uitgestort.
Ik vind het verbazingwekkend dat de Nederlandse overheid nog niet met een voorlichtingscampagne is begonnen over de vele wijzigingen.
Noten:
[1] Vindplaats AMLR: overzichtspagina, Nederlandstalige versie (html).
[2] De Nederlandstalige tekst is hier te vinden, zie ook dit pdf-uittreksel.
[3] Zie dit artikel over de nadere regels die door AMLA worden voorbereid.

