Vorig jaar werd antwoord gegeven op vragen uit de Tweede Kamer over een onderzoek van Europa naar een wereldwijde registratie van alle activa waarover burgers beschikken. De vraag luidde:
Vraag 11 Bent u bereid te pleiten voor een wereldwijde registratie van activa («global asset registry»)? Sluit u in dat kader zich aan bij de oproep van de Italiaanse premier Draghi om tot een internationaal publiekelijk toegankelijk register te komen voor oligarchen met een vermogen hoger dan 10 miljoen euro? Hoe gaat u zich hier voor inzetten?
De vraag werd als volgt beantwoord:
Antwoord 11 Momenteel wordt op Europees niveau een verkenning uitgevoerd naar de haalbaarheid van een EU-vermogensregister. Het Europees Parlement heeft om een dergelijke verkenning gevraagd. Deze studie heeft als doel de haalbaarheid van het project te beoordelen vanuit alle perspectieven, inclusief operationele en juridische aspecten en in het bijzonder de bescherming van fundamentele rechten en persoonsgegevens. Naar aanleiding van deze haalbaarheidsstudie zal de Europese Commissie bezien of verdere stappen proportioneel en noodzakelijk zijn.
Bedoelde haalbaarheidsstudie zal ook in kaart brengen welke registers reeds bestaan binnen de Europese Unie. In dat licht is het goed om op te merken dat in het kader van het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering reeds diverse registers bestaan. De Europese anti-witwasrichtlijn verplicht namelijk tot het creëren en koppelen van registers waarin de uiteindelijk belanghebbenden van juridische entiteiten en juridische constructies (o.a. trusts) moeten worden opgenomen. Daarnaast kent Nederland – evenals andere lidstaten van de EU – diverse andere registers waarin vermogensbestanddelen worden geregistreerd. Daarbij kan gedacht worden aan het Kadaster waarin onroerende zaken worden geregistreerd. De Europese Commissie heeft in de zomer van vorig jaar een pakket wetgevende voorstellen uitgebracht op het terrein van het voorkomen van het gebruik van het financieel stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering, waarin wordt voorgesteld om bepaalde autoriteiten zoals FIUs en AML/CFT-toezichthouders toegang te verlenen tot onroerendgoedregisters, zodat deze autoriteiten tijdig de eigenaar van een onroerende zaak kunnen identificeren. Ook wordt op Europees niveau gekeken naar mogelijkheden om een database te creëren waarin FIUs informatie m.b.t. virtuele valuta kunnen vinden.
Eerder meldde ik al de Europese aanbesteding (2 augustus 2021) van het Europese onderzoek en schreef ik over vragen in het Europees parlement (12 september 2022).
In februari dit jaar werd een briefing Towards an International Anti-Corruption Court? van professor Ryngaert aangeboden aan het Europese parlement. De opdracht voor de briefing werd gegeven door het mensenrechten subcomité van het parlement, DROI. In de briefing is te zien dat er internationale consensus inzake een internationaal vermogensregister:
Going forward, the EU may now want to push for the adoption of a global financial registry, which logs financial instruments and their UBOs on a worldwide basis. Such a registry may eventually dismantle offshore havens which thrive on registering shell companies that hide their ultimate beneficiary owners (Alvaredo et al., 2018: 265; Zucman, 2014).
—
Alvaredo, F., Chancel L., Piketty T., et al., World Inequality Report 2018, World Inequality Lab, 2018, pp. 1300.
Zucman, G., ‘Taxing Across Borders: Tracing Personal Wealth and Corporate Profits’, The Journal of Economic Perspectives, Vol 28, No 4, 2014, pp. 121–148.
De briefing laat zien dat er bij de beleidsmakers een heilig geloof is in digitale hulpmiddelen (inclusief permanente financiële surveillance) en in ‘transparantie’, ook als dat gaat ten koste van de fundamentele rechten van gewone burgers. Het slechte voorbeeld van het negeren van financiële mensenrechten is de Amerikaanse FATCA wet, waarmee het internationaal afwijkende systeem van Citizenship Based Taxation in de hele wereld wordt doorgedrukt.
Aanvulling 27 mei 2024
In een antwoord op kamervragen komt het vermogensregister aan de orde. Een van de vragen luidde: “18. Wat gaat u doen om een vermogensregister in het leven te roepen zodat er preciezer inzicht komt over de schaal van vermogensongelijkheid?“, waarop wordt geantwoord dat er enerzijds al veel informatie is en anderzijds dat er haken en ogen zitten aan een vermogensregister:
Het IBO Vermogensverdeling heeft ten slotte ook voorgesteld om te overwegen een aandeelhoudersregister in te voeren. Het kabinet heeft in reactie daarop erkent dat de invoering van een aandeelhoudersregister van meerwaarde kan zijn en kan bijdragen aan de implementatie van toekomstig beleid in de vermogenssfeer. Zoals hierboven is beschreven is een aandeelhouderregister en – nog breder – een vermogensregister geen noodzakelijke voorwaarde om vele andere stappen te zetten in het verbeteren van data over vermogen. Het is daarbij ook goed om te weten dat in een land als Noorwegen, dat een aandeelhouderregister heeft, de actuele marktwaarde van die aandelen niet is opgenomen. De actuele waardebepaling van de aandelen op naam is erg moeilijk is. Er is immers geen markt waarop de aandelen worden verhandeld en waarop de prijs wordt bepaald, zoals op de beurs. Er zijn ook veel meer factoren die de waarde van aandelen bepalen dan alleen de boekwaarde van de vennootschap. Ook basering op de fiscale balans is niet volledig, door het missen van blinde reserves. Een jaarlijkse actuele waardebepaling zal daarom erg arbeidsintensief zijn en zal ook veel vragen vennootschappen en dus grote administratieve lasten met zich meebrengen. Dit raakt alle bv’s en zowel het mkb als de grote ondernemingen. In fiche 1 van de fichebundel bij het rapport IBO Vermogensverdeling wordt uitgebreid ingegaan op de voor- en nadelen van een centraal aandeelhouderregister waarin ook een actuele waarde van aandelen op naam moet worden opgenomen. Het is aan een volgend kabinet om te overwegen een aandeelhoudersregister en – breder – een vermogensregister in te voeren.

