In de integriteitssector zijn zwarte lijsten in de mode, waartoe ook zwarte lijsten van landen behoren. De landen op die lijsten (‘hoog-risico landen’) noem ik ook wel ‘schurkenstaten‘. Mij interesseert of die zwarte lijsten integer zijn. Het fenomeen volg ik al een tijdje, waarbij me is opgevallen dat er ontwikkelingslanden op de schurkenstaten-lijsten staan.
In een recente notitie van de staatssecretaris van Financiën [1] schrijft de staatssecretaris dat Nederland voor de definitie van ‘ontwikkelingsland’ aansluit bij de eerste drie kolommen van de lijst van het Development Assistance Committee (DAC) van de OESO [2].
Lijst hoog risico op witwassen
Als die DAC-lijst naast de Europese schurkenstatenlijsten wordt gelegd, wordt duidelijk dat meer dan de helft van de hoog-risicolanden op de Europese antiwitwaslijst behoort tot de ontwikkelingslanden. In de op 7 mei jl. door de Europese Commissie voorgestelde lijst van hoog-risico landen voor witwassen [3] zijn van de 21 schurkenstaten op de lijst van de Europese Commissie, er 13 ontwikkelingsland, dat is bijna 62%.
Lijst fiscaal niet-coöperatieve landen
Je zou het niet verwachten, maar ook op de Europese lijst van fiscale hoog-risico staten [4] staat een ontwikkelingsland (Vanuatu, behorend tot de armste categorie).
Op die fiscale lijst staan verder vier landen die behoren tot de ‘Upper Middle Income Countries‘, de vierde kolom van de DAC-lijst. Dat zijn landen die net geen ontwikkelingsland meer zijn.
Het schurkenstatenoverzicht dat ik eerder maakte, heb ik aangepast:
Ongerijmd
Het is opmerkelijk dat ontwikkelingslanden op Europese zwarte lijsten worden gezet, terwijl aan de andere kant van alles wordt gedaan om de toestand in de landen te verbeteren. De plaatsing op de hoog-risico lijst kan tot gevolg hebben dat ontwikkelingswerk en reguliere economische activiteit in die landen wordt bemoeilijkt [5]. Het zou zo maar kunnen dat het goede wat met ontwikkelingswerk en reguliere economische activiteiten wordt bereikt, onderuit wordt gehaald door de consequenties van de witwasbestrijding.
Ik ben benieuwd of dit onder ogen is gezien door de bedenkers van de zwarte lijsten en de daarbij behorende maatregelen. Of zou dankzij Europese verkokering de linkerhand niet weten wat de rechterhand doet?
Noten
[1] Notitie fiscaal verdragsbeleid 2020, 29 mei 2020, pagina, notitie. Noot 45: “Voor wat onder ontwikkelingslanden wordt verstaan wordt aangesloten bij (de eerste drie kolommen van) de lijst van het Development Assistance Committee (DAC) van de OESO. Hieronder vallen de LDCs (minst ontwikkelde landen), OLICs (andere lage inkomens-landen; Bruto Nationaal Inkomen (BNI) per hoofd <$1.005 in 2016) en LMICs (lage middeninkomenslanden; BNI per hoofd tussen de $ 1.006 en $ 3.955 in 2016).“. In noot 52 staat een opsomming van ontwikkelingslanden in de jaren 2018-2019.
[2] Editie 2020 staat hier.
[3] Te vinden op deze pagina en zie ook mijn artikel.
[4] Deze is hier te vinden.
[5] Lees over de Nederlandse variant van de witwasbestrijdingsregels die gelden voor hoog-risicolanden dit artikel. Mogelijk ondervinden ontwikkelingslanden nu al ernstige hinder van de witwasbestrijdingsregels.
Aanvulling 22 juli 2020 | faq februari 2020
Inmiddels zag ik dat ontwikkelingslanden worden genoemd in een FAQ van de Europese Commissie van 18 februari 2020 over fiscale schurkenstaten. Het is een obligate en vage tekst waar niemand iets mee opschiet:
Why are developing countries not excluded from the EU listing process?
The specific situation of developing countries has been taken fully into account in the EU listing process. The 48 Least Developed Countries were excluded from the very start of the process. In addition, developing countries without financial centres have been given considerable flexibility within the process, in recognition of the particular constraints they face.
The EU listing process has delivered real results in encouraging these countries to abide by international tax good governance standards. It has also encouraged many developing countries to join the international standard setting bodies, such as the Global Forum for Transparency and Information Exchange and the OECD’s Inclusive Framework for Base Erosion and Profit Shifting. By raising the global level of tax good governance, the EU list offers important benefits to developing countries too, as they are disproportionately impacted by international tax abuse and illicit financial flows.
The EU is very sensitive to the challenges that developing countries face in the area of taxation, in particular in terms of tax abuse and low revenue collection capacity. It is a high priority in the EU agenda to support these countries to enhance their tax administration. This builds on the Commission’s “Collect More, Spend Better” strategy to deliver on the EU’s commitments under the Addis Tax Initiative.
Aanvulling 22 juli 2020 | aanbeveling Europese Commissie
In juli 2020 werd door de Europese Commissie het volgende bekend gemaakt: State Aid: Commission recommends not granting financial support to companies with links to tax havens, onder verwijzing naar deze aanbeveling. Wat zou “links to tax havens” betekenen? Mag je geen goederen leveren aan een belastingparadijs en mag je moeder er niet wonen? Verder op wordt een voorbeeld genoemd: “In particular, companies with links to jurisdictions on the EU’s list of non-cooperative tax jurisdictions (e.g. if a company is resident for tax purposes in such a jurisdiction) should not be granted public support“.
Er mag een uitzondering worden gemaakt voor “honest taxpayers”, wat als volgt wordt toegelicht: “This could be the case, as an example, if it can prove that it has paid adequate tax in the Member State for a given period of time (e.g. the last three years) or if it has a genuine economic presence in the listed country“.
De Commissie maakt het bont door te eisen dat ondernemingen moeten bewijzen dat er geen “there is no link with a jurisdiction on the EU list of non-cooperative tax jurisdictions“. Zo’n bewijs kan toch niet worden geleverd?