Op 25 september jl. is een brief van DNB over het toezicht op de Wwft-naleving bekend gemaakt. In de begeleidende brief schrijft de minister van financiën:
DNB constateert in haar brief dat verschillende financiële instellingen hun verantwoordelijkheid voor het beheersen van integriteitrisico’s nog onvoldoende adequaat oppakken.
en suggereert dat de Europese en Nederlandse overheid haalbare eisen stellen aan banken als partijen die criminaliteit moeten opsporen. Uit de brief van DNB blijkt dat het ministerie van financiën maar beperkte vragen aan DNB heeft gesteld:
1. Beschikt DNB met de huidige anti-witwasregelgeving over de benodigde bevoegdheden om adequaat toezicht te houden? Zo niet, welke verbeteringen zijn nodig?
2. Beschikt DNB over voldoende capaciteit om hoogwaardig integriteitstoezicht op banken vorm te geven? Zo niet, wat is er nodig om dat te realiseren?
3. Welke inschatting maakt DNB van de mate waarin de Wwft over het algemeen door de bankensector wordt nageleefd? Zijn er redenen om aan te nemen dat dit probleem zich ook elders in de sector zal voordoen?
4. Op welke manier is verzekerd dat ING in het vervolg haar rol als poortwachter wel naar behoren vervult?
De beantwoording is voorspelbaar. Een opvallende passage:
Ontwikkelen van nieuwe preventiemethoden: in navolging van rondetafels en guidance over effectievere transactiemonitoring in 2017, is DNB in 2018 een nieuwe serie rondetafelbijeenkomsten gestart met bestuurders en experts van de FEC-partners, de banken en andere direct betrokken partijen, zoals accountantskantoren en advocatenkantoren. Doel is te komen tot concrete initiatieven voor een toekomstige effectievere preventie van financieel-economische criminaliteit.
Zoals gebruikelijk wordt verondersteld dat de cultuur een belangrijke factor is bij niet-naleving van de Wwft. Aan een correcte cultuur gaat vooraf dat de regels begrijpelijk zijn en dat de organisatorische en technische omgeving ook de mogelijkheden bieden om de regels na te leven.
Waar niemand het over heeft
De door het ministerie van financiën gestelde vragen gaan uit van de de veronderstelling dat de huidige anti-witwasregelgeving praktisch uitvoerbaar is binnen het beschikbare budget en dat er adequate IT beschikbaar is voor banken.
Steken Nederland en Europa hun kop in het zand voor de beperkte mogelijkheden voor banken om criminaliteit op te sporen? Nu er plannen zijn voor intensieve samenwerking tussen overheid en banken, rijst de vraag of het tijd is om banken weer tot de publiekrechtelijke instellingen te rekenen en de daarbij horende maatregelen te nemen.
Meer informatie:

