Wwft: hoe ondernemers door een strafzaak ontdekken dat de Wwft bestaat

Hoewel in Nederland iedere burger de wet behoort te kennen, is dat in de praktijk niet het geval. Één van de schimmigste wetten van Nederland (althans vanuit de optiek van kleine en middelgrote ondernemers) is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

Overheidsvoorlichting ontbreekt

Al eerdere signaleerde ik dat de overheid niet bereid is om de burger goed te informeren over de inhoud van de wet en de wijzigingen die daarin plaats vinden, zie bijvoorbeeld uit 2011 “Rijksoverheid houdt geheim dat domicilieverlening per 1 juli 2011 onder de Wwft valt“. Ook informatie over de interpretatie ontbreekt.

Ik sprak eens een medewerker van DNB die vond dat ‘de markt’ de informatievoorziening maar zelf moest organiseren. Ik vind dat een onfatsoenlijke uitspraak, want misschien dat je dat van grote ondernemingen kunt vragen, maar bij kleine ondernemingen komt een dergelijke informatievoorziening niet van de grond.

Het is onbegrijpelijk dat er niet meer wordt gedaan. Zo vraag ik me af of de grote groep boekhoud- en administratiekantoren wel voldoende op de hoogte is wat er van hen wordt verwacht.

Ontdek de wet via een strafzaak

De praktijk is dat sommige ondernemers hun verplichting om ongebruikelijke transacties pas ontdekken als zij een strafzaak aan hun broek krijgen. Zo ook de ondernemer in een zaak behandeld door de rechtbank in Amsterdam, die strafrechtelijk werd veroordeeld omdat hij geen cliëntenonderzoek had gedaan en geen Wwft-meldingen van ontvangst/betaling van contanten. De ondernemer, iemand met een eenmanszaak, legde uit dat hij niet op de hoogte was van de Wwft. Dankzij het feit dat de Wwft een vorm van risicoaansprakelijkheid omvat (‘kleurloos opzet’) was het voor de veroordeling niet nodig dat betrokkene de wet welbewust overtrad. Dergelijk type regels komen steeds vaker voor.

Uit de overwegingen:

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bij de start van zijn eenmanszaak, genaamd [naam eenmanszaak] met volgens de Kamer van Koophandel als bedrijfsactiviteit ‘winkels in juweliersartikelen en uurwerken’, geen onderzoek heeft gedaan naar de wet- en regelgeving waaraan hij zich moest houden. Verdachte was daarom niet op de hoogte van de op zijn eenmanszaak van toepassing zijnde verplichtingen, zoals neergelegd in de Wwft. Ten aanzien van de hem onder 1 ten laste gelegde ongebruikelijke transacties heeft verdachte verklaard dat hij deze heeft verricht, inhoudende dat hij goud aan [naam B.V.] heeft verkocht en contant werd uitbetaald. Verdachte wist niet dat hij deze ongebruikelijke transacties moest melden aan het meldpunt.
De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank stelt voorop dat verdachte heeft erkend dat hij de ongebruikelijke transacties, zoals ten laste gelegd, heeft verricht en deze niet heeft gemeld. Op verdachte rustte echter wel de plicht om van deze transacties melding te maken bij het meldpunt. Zijn stelling dat hij niet wist dat hij melding moest maken van deze ongebruikelijke transacties, is niet relevant. Immers, het opzet in het economisch strafrecht is ‘kleurloos’. De voorschriften van de Wwft betreffen ordeningsrecht. Gelet op de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin ‘kleurloos’ opzet in het ordeningsrecht voldoende wordt geacht, is niet vereist dat het opzet van verdachte ook is gericht op het niet naleven van de op de verdachte rustende wettelijke verplichting ongebruikelijke transacties te melden aan het meldpunt.1 Er hoeft derhalve, anders dan door de raadsvrouw aangevoerd, niet te worden bewezen dat er wetenschap was van het feit dat er sprake was van een ongebruikelijke transactie.
(…)
Ten aanzien van de door verdachte verrichte transacties kan worden bewezen dat verdachte, hoewel daartoe verplicht, geen cliëntenonderzoek heeft verricht en dus opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de in artikel 3 Wwft geformuleerde verplichting om cliëntenonderzoek te verrichten. Het onder 2 ten laste gelegde kan dus ook worden bewezen.

De ondernemer kreeg een geldboete van EUR 25.000, waarvan EUR 10.00 voorwaardelijk.

Tot slot

Het niet-melders project van de overheid, met strafzaken gericht tegen ondernemers die hun Wwft-plichten niet nakomen, lijkt de moderne manier te zijn om burgers op hun plichten te wijzen. Ik geloof niet dat ik daar blij mee ben.

Meer informatie:

  • De uitspraak is ook besproken in een blog van De Bont advocaten.

Eigen artikelen, over het herkennen en melden van ongebruikelijke transacties:

Over de gebrekkige informatievoorziening:

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Fraude, witwasbestrijding, Wwft, Grondrechten en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Wwft: hoe ondernemers door een strafzaak ontdekken dat de Wwft bestaat

  1. r grootveld zegt:

    Een boete van 25.000!? Hoeveel zou hij aan de transactie hebben verdiend? Dit is voldoende om aardig in paniek te raken. Moet ik de wet uitvoerig bestuderen EN (niet te vergeten) interpreteren (wat ik voor wat ik nu weet niet eenvoudig vind)!?
    Wat is de opzet van een dergelijke wet met dergelijke boetes? De kleine ondernemer het bestaansrecht ontzeggen? Men heeft in Den Haag geen enkel respect voor kleine zelfstandigen, die men geloof ik liever kwijt dan rijk is. Alleen ondernemers die banen creëren staan in aanzien. Dat deze mensen een bijdrage leveren, al zal het maar zijn dat ze de eigen broek ophouden, heeft blijkbaar geen eigenwaarde!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s