Naast het Nederlandse rechtspersonenrecht zijn in het financiële bestuursrecht parallelle werelden ontstaan. De creativiteit van de regel-bedenkers kent geen grenzen en klassieke concepten uit het privaatrecht spelen geen rol. Het belangrijkste voorbeeld is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) met de ‘uiteindelijk belanghebbende’ en de Wet op het financieel toezicht (Wft) met de ‘beleidsbepaler’.
Onlangs kwam ik een nieuwe financieelrechtelijke parallelle wereld tegen in de Regeling Bibob-formulieren, die uit 2013 stamt. In de bijlage bij het besluit, een vragenformulier gebaseerd op de Wet Bibob, kom ik allerlei bijzondere aanduidingen tegen:
- de uiteindelijk zeggenschaphebbende: een vreemd fenomeen dat de rechtspersoon zelf maar ook de aandeelhouders omvat;
- de uiteindelijk leidinggevende, dit omvat onder meer statutair bestuurders en commissarissen;
- de uiteindelijk begunstigde, volgens de toelichting op bijlage 1 omvat dit ook de schuldeisers ten behoeve van wie pandrecht is gevestigd.
Hoe ingewikkelder, hoe beter, is het devies in de misdaadbestrijding.