Stoere leden van het Nederlandse parlement willen onrecht in de hele wereld bestrijden onder de titel “Magnitsky Act“, zo blijkt uit het op EU Observer verschenen artikel “Dutch MPs: EU sanctions should bear Magnitsky name” (22 mei jl.).
Op 24 mei verscheen in hetzelfde medium een reactie van een in Nederland werkzame hoogleraar, “EU sanctions regime cannot be an ‘EU Magnitsky Act’“.
Het komt er op neer dat mensenrechtenschenders (ook buiten de EU) op een zwarte lijst worden geplaatst en hen het leven onmogelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld door onteigening van het vermogen en het niet mogen reizen. De bedoelingen zijn natuurlijk goed.
Achtergrond
Lees over de achtergrond onder meer:
- MEPs call for EU Magnitsky Act to impose sanctions on human rights abusers, persbericht Europees Parlement maart 2019.
- Brief Minister Blok (BZ) aan de Tweede Kamer over de motie Omtzigt waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken of er in de Europese Unie voldoende draagvlak is voor sanctiemaatregelen op EU niveau tegen plegers van grove mensenrechtenschendingen en indien er in de EU onvoldoende draagvlak is, wetgeving in Nederland voor te bereiden, 5 juli 2018.
Het probleem van dit soort voorstellen is dat de wetgevende kwaliteit soms ondergeschikt lijkt aan het media effect dat wordt beoogd.
De zwarte lijsten van de sanctieregelgeving
Anders gezegd: als mensen op zwarte lijsten worden geplaatst, hoort dat op een zorgvuldige manier te gebeuren. Dat betekent dat de gegevens zorgvuldig moeten worden verzameld, het bewijs goed moet worden getoetst en dat de beschuldigde persoon gelegenheid moet hebben verweer te voeren tegen de toepassing van de maatregelen.
In het verleden is de reeds bestaande EU-sanctieregelgeving ingevoerd zonder dat werd voldaan aan rechtsstatelijke beginselen. Die werden pas onder invloed van de rechtspraak toegevoegd. Het is wenselijk dat als de Magnitsky voorstellen realiteit worden, onmiddellijk wordt voldaan aan rechtsstatelijke eisen.