Er is veel kritiek op de zware bestuursrechtelijke sancties (onder meer zeer hoge boetes) die kunnen worden opgelegd door bestuursorganen (overheidsorganisaties zoals DNB en AFM) en het ontbreken van passende rechtsbescherming. Belangrijke kritiek is geuit in het ongevraagde advies van de Raad van State uit 2015.
Op 23 november jl. is een brief van de Minister voor Rechtsbescherming bekend gemaakt waarin vragen van de Vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer over sanctiestelsels in het bestuursrecht en het strafrecht worden beantwoord. Uit de brief blijkt dat het kabinet de kritiek van de Raad van State naast zich neer legt.
Er worden veel vragen over de rechtsbescherming in het belastingrecht beantwoord. Echter in andere domeinen van het bestuursrecht, zoals het financiële recht, kunnen zware sancties door bestuursorganen worden opgelegd zonder tussenkomst van een onafhankelijke rechter. Een onverkwikkelijke zaak.
De brief eindigt met een overzicht van beleidsvoornemens. Die beperken zich tot afstemming van de hoogte van de bestuursrechtelijke boetes op de hoogte van geldboetes in het strafrecht en andere secundaire onderwerpen.
Meer informatie:
- Aankondiging brief van de Minister van Rechtsbescherming, 23 november 2018. Rechtstreekse link naar de pdf versie van brief van de Minister van Rechtsbescherming.
- Eerder bericht op dit blog over de kritiek van de Raad van State en de reactie van het kabinet: “Rechtsbescherming van de burger in het bestuursrecht | ontwikkelingen 2018“, 24 juli 2018.
- Ongevraagd advies van 13 juli 2015 van de Afdeling advisering van de Raad van State over de verhouding tussen de sanctiestelsels in het bestuursrecht en het strafrecht.

