De minister van financiën heeft verslag gedaan van een FATF-bijeenkomst van 15 tot en met 17 februari 2012, zie het bericht van 21 maart 2012. In de brief wordt gemeld dat er nieuwe FATF aanbevelingen zijn vastgesteld. Op basis van de aangepaste FATF-standaard zal in Europees verband gesproken gaan worden over aanpassing van de huidige Europese richtlijn (de ‘derde witwasrichtlijn’), zo schrijft hij.
Uitbreiding PEP
De belangrijkste wijziging is dat de FATF heeft besloten dat ook ‘binnenlandse’ PEP’s relevant zullen worden. Als dat in de Wwft wordt ingevoerd, zal dat een aanzienlijke lastenverzwaring betekenen aangezien de kans dat een Wwft-plichtige ondernemer met een Nederlandse PEP te maken krijgt, een stuk groter is dan dat men met een buitenlandse PEP te maken krijgt. Over PEP’s schrijft de minister:
De eisen ten aanzien van Politically Exposed Persons, ofwel PEP’s zijn de meest zichtbare bijdrage van de FATF aan internationale corruptiebestrijding. De bestaande verplichtingen op dit punt zijn uitgebreid. Voor Nederland is de belangrijkste wijziging dat zogenaamde ‘binnenlandse PEP’s’ nu ook binnen de internationale standaard vallen. Nederlandse instellingen zullen in de toekomst dus ook moeten controleren of een (potentiële) cliënt een Nederlandse PEP is en indien dat het geval is meer waakzaamheid in acht moeten nemen.
De eisen ten aanzien van binnenlandse PEP’s zijn wel ‘lichter’ en meer risico-gebaseerd dan die ten aanzien van buitenlandse PEP’s. In de nabije toekomst zal de FATF één en ander nader toelichten in een additionele leidraad ( ‘best practices paper’).
Wijzigingen FATF standaard
De volgende wijzigingen worden genoemd in de brief:
- Belastingmisdrijven worden gronddelict voor witwassen. Dit is in Nederland al het geval.
- Risk Based Approach (RBA). Voor de onder toezicht gestelde instellingen (banken e.a.) worden de bestaande verplichtingen om risico-gebaseerd om te gaan met controle van klanten en transacties uitgebreid. Tegelijkertijd zullen meer mogelijkheden ontstaan voor het leveren van minder inspanningen bij lager risico.
- Transparantie rechtspersonen: de UBO. In de nieuwe afspraken worden, zo zegt de minister, concrete eisen gesteld aan de beschikbaarheid van actuele en betrouwbare informatie over rechtspersonen, zoals de aandeelhouders, namen van bestuurders, adresinformatie, statuten en beheersinformatie.
- Wire transfers. Er worden extra eisen aan betaalberichten gesteld.
- Het begrip “PEP” wordt uitgebreid, zie hierboven.
- Proliferatiefinanciering, dit lijkt een aanvulling op de sanctieregels te zijn.
- Handhaving en opsporing zijn nader ingevuld, volgens de minister betekent dat voor Nederland niets nieuws.
Uit het verslag wordt duidelijk dat Nederland zich niet heeft ingespannen voor lastenverlichting voor de ondernemingen die met de witwaswetgeving te maken hebben. Dat is teleurstellend.