Het AMLC heeft een nieuw document met ‘witwasindicatoren’ bekend gemaakt. Hoewel AMLC geen bedrijf is, maar een kenniscentrum van de overheid, meent de organisatie dat het document een ‘product’ is. Het document wordt bekend gemaakt in een bericht met de titel Witwasindicatoren product vernieuwd.
De organisatie veronderstelt dat de door hen bedachte ‘indicatoren’ kunnen bijdragen aan het vermoeden en bewijzen van witwassen, aldus de introductie. Ik vraag me af of die veronderstelling juist is, nu de omschrijvingen veelal zeer summier zijn, vaak al conclusies over de strafbaarheid bevatten en definities ontbreken. Verder zijn er de nodige ‘indicatoren’ die feiten bevatten die niet op criminaliteit wijzen.
Een voorbeeld van een te summiere ‘indicator’ met een conclusie:
96) Ongebruikelijke herkomst van het geld, financier, gefinancierde of financieringsovereenkomst.
Deze ‘indicatoren’ zijn volstrekt onduidelijk en bevat ook een conclusie:
82) Aanzienlijke, onverklaarde overboekingen op en vanaf de bankrekeningen. (…)
86) Niet-transparante of niet-verifieerbare oorsprong van het geld.
AMLC denkt dat iedere burger en organisatie tot in de eeuwigheid de herkomst van zijn vermogen kan bewijzen, bijvoorbeeld:
101) Hoogstonwaarschijnlijke, niet-verifieerbare of niet-gedocumenteerde verklaringen voor herkomst vermogen of rationale achter aanschaf vastgoed.
Contant geld
Contant geld speelt een hoofdrol in de ‘indicatoren’ maar wordt niet systematisch gepresenteerd. Ook wordt geen rekening gehouden met het belang van contant geld voor consumenten en het midden- en kleinbedrijf. Zo worden alle bedrijven die contant geld hebben in 182 verdacht gemaakt en worden in de bijbehorende noot bedrijven genoemd die van belang zijn voor consumenten, zoals de horeca.
Rechtspersonen
Rechtspersonen zijn moeilijk voor het AMLC, zo blijkt uit de ‘indicatoren’. Opvallend is dat volgens AMLC het verdacht is als een rechtspersoon is gevestigd in een bedrijfsverzamelgebouw of op een woonadres (155), terwijl dat voor kleine rechtspersonen heel gebruikelijk is. AMLC weet kennelijk niet dat een rechtspersoon geen btw-identificatienummer heeft als er geen btw-belaste prestaties worden verricht (154). Nummers 156 en 157 zijn onjuist geformuleerd en wat een ‘onware’ balans is vermeldt 158 niet. Veel rechtspersonen-indicatoren zijn te summier om juist te zijn, zoals 159, 160, 162, 163. Sommige feiten kunnen niet door Wwft-plichtigen worden vastgesteld, zoals 177 en 178.
Financiële sector
In het document wordt over ‘ondergronds bankieren’ gesproken zonder uit te leggen wat het is. Opvallend is dat Wwft-plichtigen er van uit moeten gaan dat er bij betaling via ondergronds bankieren per definitie sprake is van crimineel geld (54). Als betaling aan ontwikkelingslanden via geldtransactiekantoren hier ook onder valt, is dat vreemd, want dat zijn landen waar het banksysteem niet goed functioneert.
Hoewel leningen buiten de financiële sector heel gebruikelijk zijn (blog), denkt AMLC dat ze allemaal crimineel zijn (211, 214). Men weet ook niet dat kleine leningen vaak niet schriftelijk worden vastgelegd (216), soms contant worden verstrekt (220) en dat er dan ook vaak geen zekerheid is (217). De voorwaarden en omstandigheden bij leningen zullen volledig moeten worden bekeken aan de hand van de context.
Wettelijke regels en slotopmerking
Merkwaardig is dat wettelijke regels als ‘feiten van algemene bekendheid’ worden gepresenteerd, zoals transacties met PEPs (130) en de verplichting om contanten op te geven aan de fiscus (136) en het doen van btw-aangifte (138).
Lachwekkend is 145:
Het is een feit van algemene bekendheid dat om te kunnen gokken inleggeld nodig is.
De indicatoren zijn problematisch omdat ze niet systematisch zijn opgezet en eigenlijk alleen een beeld geven wat de opsporing achteraf heeft ontdekt. Of bepaalde feiten daadwerkelijk altijd of bijna altijd op criminaliteit wijzen, is niet onderzocht.
De kritiek die ik eerder had op een Egmont publicatie heb ik ook op deze AMLC-publicatie. Het gevaar van klakkeloze toepassing van deze ‘indicatoren’ is dat nette burgers onnodig worden lastig gevallen door de amateurrechercheurs van de banken en andere Wwft-plichtigen, om over erger (discriminatie en de-risking) maar niet te spreken en ook niet over het verspillen van geld.
NB Waarom het AMLC non-readable pdf’s verstrekt blijft raadselachtig.

