Leden van de Tweede Kamer Van der Lee en Nijboer dienden een initiatiefnota in over de aanpak van Nederland als belastingparadijs, want dat schijnt Nederland nog steeds te zijn. Een van de voorstellen is een verbod op de trustsector.
Dat is bijzonder, omdat dit betekent dat het optreden als statutair bestuurder wordt verboden, wat natuurlijk niet kan.
De auteurs schrijven:
3.1 Verbod op de trustsector
Wat geldt als trustdienstverlening, is wettelijk omschreven in de Wet toezicht trustkantoren 2018. Eenvoudig gezegd bestaat trustdienstverlening uit diensten als het leveren van bestuurders voor vennootschappen, beschikbaar stellen van een postadres, en het administratief bijstaan bij het creëren van vennootschappen en grensoverschrijdende constructies.
Het kabinet heeft reeds verschillende maatregelen genomen om de integriteitsrisico’s aan te pakken. Ook heeft ze onderzoeksbureau SEO laten onderzoeken of een verbod op de trustsector wenselijk is om deze integriteitsrisico’s aan te pakken. De conclusie is dat dit waarschijnlijk niet doeltreffend en doelmatig is.19
De initiatiefnemers onderschrijven deze conclusie van het SEO-onderzoek. Tegelijkertijd zijn de initiatiefnemers van mening dat de vraag of de trustsector verboden moet worden niet alleen gesteld moet worden met het oog op integriteitsrisico’s, maar ook met het oog op de manier waarop trustdienstverlening bijdraagt aan het verdienvermogen van Nederland en de aantrekkelijkheid van Nederland als doorstroomland. Aan deze vraag gaat het kabinet in haar reactie op het onderzoek op dit moment voorbij.
Het SEO-onderzoek onderscheidt zes redenen20 waarom partijen van trustdienstverlening gebruik maken:
- Het faciliteren van belastingontwijking (zogenaamde ‘fiscale redenen’).
- Het beschermen van vermogen, voor klanten die willen profiteren van de Nederlandse rechtspraak en advocatuur, en het uitgebreide Nederlandse netwerk van investeringsbeschermingsovereenkomsten (voor het aanspannen van rechtszaken).
- Het bieden van neutraal terrein voor investeringsfondsen of private equity investeerders met meerdere bv’s die in Nederland een administratie (zonder veel substance) willen voeren. Bijvoorbeeld omdat ze hierna willen uitbreiden naar de EU. SEO noemt BlackRock als voorbeeld.
- Het bieden van een springplank voor sommige bedrijven voor toegang tot de Europese markt.
- Een beperkte groep die hun identiteit wil afschermen (zij gaan waarschijnlijk niet naar Nederland vanwege de geldende UBO-verplichtingen).
- Witwasdoeleinden.
De initiatiefnemers concluderen dat zelfs als trustdienstverlening niet primair fiscaal gedreven is, trustdienstverlening op geen enkele wijze substantieel bijdraagt aan het Nederlandse verdienvermogen. Zelfs al gaat het immers om een eerste aanzet tot wat uiteindelijk echte investeringen moeten worden, dan is de Nederlandse trustsector vaak enkel een springplank voor investeringen elders in de EU.
Dit is in lijn met de bevindingen van het SEO-onderzoek, waaruit blijkt dat de financieel- economische toegevoegde waarde van de Nederlandse trustsector beperkt is. De maatschappelijke meerwaarde van de trustsector is vooral gelegen in de poortwachtersfunctie, en juist die is (hetgeen ook aanleiding tot het SEO-onderzoek was) jaar na jaar al niet goed op orde.
Dit sluit ook aan op de bevindingen van de Parlementaire ondervragingscommissie Fiscale Constructies (2017), onder voorzitterschap en ondervoorzitterschap van de initiatiefnemers, die concludeerde dat actoren betrokken in het faciliteren van belastingontwijking, waaronder trustkantoren, enkel een papieren werkelijkheid creëren en nauwelijks economische waarde toevoegen.
Tegelijkertijd concluderen de initiatiefnemers dat er wel schadelijke kanten zitten aan het feit dat Nederland trustdienstverlening heeft. Trustdienstverlening levert een belangrijke facilitaire bijdrage aan brievenbusfirma’s die zich in Nederland willen vestigen. Mede dankzij de Commissie Doorstroomvennootschappen weten we dat bijna 65% van de brievenbusfirma’s in Nederland gebruik maakt van trustdienstverlening21. De trustdienstverlening is dus verantwoordelijk voor het gros van de spookinvesteringen die door Nederland stromen.
Onder aan de streep is er daarom maatschappelijk en moreel gezien geen reden waarom wij als Nederland trustkantoren zouden moeten willen hebben. Bedrijven hebben wat de initiatiefnemers betreft geen recht om in Nederland te profiteren van de goede voorzieningen zonder een substantiële positieve bijdrage te leveren aan de Nederlandse economie en zouden daar dan ook niet in gefaciliteerd moeten worden.
Door de trustsector te verbieden wordt deze illegaal. Dat kan leiden tot uitdagingen in de handhaving, zoals verscherpt toezicht op de trustsector nu ook al gezorgd heeft voor uitdagingen rondom de aanpak van illegale trustdienstverlening. De initiatiefnemers benadrukken dat dit echter betekent dat handhavingsuitdagingen rond illegaliteit ook al bestaan mét een legale trustsector in Nederland. De initiatiefnemers vinden vanuit dit oogpunt dat het verbieden van de trustsector niet disproportioneel is, omdat tegelijkertijd het bestaan van de trustsector een grote bijdrage levert aan Nederland als wereldwijde koploper in doorstroom.
De initiatiefnemers realiseren zich dat er juridische risico’s kleven aan een verbod op de trustsector. Het kan een inbreuk vormen op het recht op eigendom (art. 1 Eerste Protocol EVRM) en tot mogelijke schadevergoedingen vanuit de Staat leiden als gevolg van Europese regels. Desalniettemin spreken de initiatiefnemers de wens uit dat de trustsector verboden wordt. Daarom verzoeken de initiatiefnemers het kabinet hiertoe de mogelijkheden uit te werken.
Beslispunt: de initiatiefnemers spreken de wens uit dat de trustsector verboden wordt, en verzoeken de Kamer in te stemmen de regering te verzoeken de juridische mogelijkheden hiertoe uit te werken en de Kamer te informeren.
19 Zie SEO (2022). De toekomst van de trustsector. 20 Zie pp. 14-16.
20 Zie pp. 14-16.
21 Zie Op weg naar een acceptabele doorstroom, p. 31.
Dit artikel verscheen eerder op de site van Compliance Platform Trustkantoren.