Ook bij toepassing van de Wet Bibob [*] kan er aanleiding zijn om op grond van de AVG inzage te vragen in de verwerkte persoonsgegevens, zo blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. Op verzoek van de eisers heeft het College van Procureurs-generaal inzage gegeven in een groot deel van de door eisers gevraagde documenten. Die inzage wordt verschaft omdat het belang van opsporing en vervolging als weigeringsgrond niet meer aanwezig is, zo staat in de uitspraak.
Er zijn echter twee e-mail berichten die het College (‘verweerder’) niet wil verschaffen:
Verweerder stelt zich hierbij op het standpunt dat het belang van opsporing en vervolging als weigeringsgrond, zoals dat is verwoord in het bestreden besluit, inmiddels is komen te vervallen. Dit geldt niet ten aanzien van twee e-mailberichten, waarvan verweerder stelt dat inzage wordt gegeven in tactieken van het Openbaar Ministerie in de zaken over de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet bibob), waarbij de vrees bestaat dat integrale verstrekking van deze documenten nadelige gevolgen kan hebben voor de voorkoming van strafbare feiten in het algemeen. Verweerder verstrekt de twee e-mailberichten grotendeels geanonimiseerd, zodat daarin alleen de persoonsgegevens van eisers te lezen zijn.
De rechtbank constateert dat het College de weigering niet heeft gemotiveerd (overweging 7) en neemt kennis van de de ongelakte versie van de twee documenten, nadat eisers daarvoor toestemming hadden gegeven (overweging 8). Ter zitting heeft het College de weigering toegelicht en aangegeven dat dit komt omdat er gegevens van derden zijn vermeld en voorts omdat daarmee inzicht zou worden gegeven in tactieken in de Wet Bibob procedure (overweging 8). De rechtbank kan zich daar in vinden (overwegingen 9 en 10).
[*] Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Meer informatie: