Mooi is dat steeds meer proefschriften direct online beschikbaar zijn (jammer dat dit niet verplicht is). Dankzij het feit dat het proefschrift van Beckers over organisatiecriminaliteit openbaar is, kon ik het doornemen en nagaan of er ook aandacht wordt besteed aan het bestuursstrafrecht, dat op sommige terreinen belangrijker is dan het strafrecht.
Beckers schrijft in het slothoofdstuk op pagina 333 over de vraag over de verdeling van zaken tussen het punitieve bestuursrecht en het strafrecht:
Mijn onderzoeksresultaten onderstrepen nu juist het belang van deze vraag. Volgens mij zou het veel logischer en effectiever zijn om te proberen ieders kwaliteiten zo goed mogelijk te benutten. Vanwege de betrekkelijke doelmatigheid ervan, zou het punitief bestuursrecht zich vooral moeten richten op een efficiënte afdoening van veelvoorkomende, technische en relatief lichte overtredingen. Het strafrecht – met zijn morele geladenheid, maatschappelijke herkenbaarheid, en diepgravende opsporingsbevoegdheden en vergaande dwangmiddelen – daarentegen, zou zich in mijn optiek dienen te focussen op het grootste onrecht en de delicten waarmee maximale uitstralingseffecten kunnen worden gerealiseerd.
Dat betekent dat in het financiële recht sanctiebevoegdheden moeten worden weggehaald bij DNB en AFM, iets waar ik het helemaal mee eens ben (zie bijvoorbeeld dit artikel).
Meer informatie:
- Proefschrift Joep Beckers, “Tussen ideaal en werkelijkheid. Een empirische studie naar de strafrechtelijke aanpak van organisatiecriminaliteit in Nederland“, januari 2017. Zie over de verhouding bestuursrecht – strafrecht onder meer paragraaf 3.2.2 (pagina 55 en verder). In het proefschrift is verder uitgebreide aandacht voor strafbare handelingen door rechtspersonen en voor het witwasfenomeen.
- Beckers verwijst ook naar het proefschrift van A.G. Mein, “De boete uit balans“, juni 2015.