Terwijl een toenemend aantal personen bij bedrijven en instellingen op geschiktheid moet worden getoetst of over een ‘Verklaring omtrent Gedrag’ (VOG) dient te beschikken, geldt dat nog steeds niet voor wethouders. Dit thema is onlangs in de tweede kamer besproken. Uit een bericht van de Dienst Justis blijkt dat dit in het verleden door de ‘dienstdoende’ minister is afgewezen op gronden, die ook gelden voor anderen die een VOG nodig hebben, zoals:

• het besluit tot aanstelling wordt door verstandige mensen genomen en er gaat een zorgvuldige procedure aan vooraf;
• de indruk kan ontstaan dat met een VOG de integriteit is gewaarborgd.

Een vreemde redenering, die in de huidige tijd niet meer hoort op te gaan. Dus wetgever, doe er iets aan!