Contante betaling en basisbankrekening voor rechtspersonen op de agenda van de Tweede Kamer

De Tweede Kamer is bezig met de behandeling van het voorstel voor de Wet chartaal betalingsverkeer [1]. Van dat voorstel maakt deel uit dat er een beperkte acceptatieplicht voor contante betaling komt. Volgens de planning van de Tweede Kamer zal over het voorstel worden vergaderd op 12 januari a.s.

Basisbankrekening voor rechtspersonen
Inmiddels zijn er enige amendementen ingediend die tot doel hebben de positie van klanten van banken en betaaldienstverleners te verbeteren. Er wordt voorgesteld [2] dat ondernemingen, verenigingen en stichtingen uit de Europese Unie die in het Nederlandse handelsregister zijn ingeschreven recht krijgen op een basisbankrekening. In de toelichting schrijft de indiener:

Dit amendement introduceert een wettelijk recht op een basisbetaalrekening voor zakelijke klanten, namelijk voor ondernemingen, verenigingen en stichtingen uit de Europese Unie die in het Nederlandse handelsregister zijn ingeschreven. Voor consumenten bestaat er reeds een dergelijk recht (op basis van artikel 4:71f Wft en Richtlijn 2014/92/EU).

Ondernemingen, stichtingen en verenigingen kunnen soms om uiteenlopende redenen geen bankrekening openen of behouden. De oorzaken hiervan lopen uiteen, maar de indruk ontstaat dat dit niet altijd op basis van objectieve, wettelijke gronden gebeurt.

Toegang tot het betalingsverkeer is essentieel om mee te kunnen doen aan de samenleving. Dat geldt niet alleen voor consumenten maar ook voor zakelijke klanten van financiële instellingen. Daartoe introduceert dit amendement een wettelijk recht op een basisbetaalrekening voor zakelijke klanten.

Al enkele jaren speelt de discussie rond het recht op een basisbetaalrekening voor zakelijke klanten. Tot op heden is dit echter nog niet wettelijk geregeld. Zowel vanuit de overheid als vanuit de sector zelf is onderzocht of en hoe een dergelijk recht ingevoerd kan worden. In de ‘Visie op de Financiële sector’ van dit jaar (2025) is aangegeven dat het kabinet nog dit jaar voorstellen vanuit de sector verwacht en daarnaast inzet op Europese regelgeving. Kortom, alles wijst erop dat er in de toekomst een wettelijk recht op een basisbetaalrekening komt. Concrete voorstellen liggen er echter nog niet. De indiener is van mening dat het aan de wetgever zelf is om dit wettelijk te regelen.

Indiener begrijpt dat er soms gronden zijn om een betaalrekening te weigeren. Dat mag volgens de indiener echter alleen op grond van een concrete, wettelijke basis. Denk aan de relevante witwaswetgeving. Uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank (Van herstel naar balans) blijkt echter dat aan slechts 18% van de weigeringen van de zakelijke klanten Wwft-redenen ten grondslag liggen.

Dit amendement bouwt voort op de unaniem aangenomen motie Flach/Idsinga (Kamerstuk 32 545, nr. 217). Hierin wordt verzocht om bij banken aan te dringen op het principe van ‘ja, tenzij’ als het gaat om het accepteren van zakelijke klanten, waarbij klanten alleen op concrete, wettelijke gronden geweigerd mogen worden. Dit amendement legt deze unaniem aangenomen motie feitelijk wettelijk vast.

Om ongewenst gebruik van dit amendement te voorkomen, is de doelgroep beperkt tot entiteiten uit de Europese Unie die in het Nederlandse handelsregister zijn ingeschreven. Anders wordt het mogelijk dat partijen die in hun eigen lidstaat geen bankrekening kunnen krijgen bij een Nederlandse bank een basisbetaalrekening kunnen openen. Dit brengt extra nadelen met zich mee, ook omdat banken gehouden zijn aan de Wwft, wat voor partijen met geen enkele band met Nederland lastig zal uitvoerbaar is. Enige inkadering is dus noodzakelijk, omdat banken anders bijvoorbeeld hun toezichthoudende rol niet goed kunnen vervullen. De gekozen formulering past volgens de indiener binnen de beginselen van het Unierecht, waaronder het vrije verkeer. Ook buitenlandse entiteiten kunnen namelijk nog steeds een vestiging openen in Nederland, waarmee voldaan wordt aan de voorwaarden. Deze gekozen afbakening sluit ook in grote lijnen aan bij de keuzes die in België en Frankrijk zijn gemaakt, waar ook een vestiging is vereist. Volgens de indiener is de gekozen formulering de beste om het gewenste resultaat te bereiken en daarbij de beginselen van het Unierecht niet te schenden.

Tarieven
Twee andere vandaag bekend geworden amendementen hebben betrekking op de tariefvaststelling voor het gebruik van de chartale basisinfrastructuur [3] en een nultarief voor het opnemen en storten van geld voor particulieren, kerkgenootschappen en stichtingen met ANBI-status [4]. In de toelichting op het amendement inzake tariefvaststelling wordt opgemerkt dat de toegankelijkheid van contant geld al onder druk staat, terwijl veel groepen in de samenleving soms zelfs afhankelijk zijn van contant geld, om die reden mag het gebruik van contant geld niet moet worden ontmoedigd door de tariefstelling. In het andere amendement wordt het nultarief voor contante opnamen en stortingen uitgebreid naar kerkgenootschappen en naar stichtingen die een algemeen nut beogende instelling (ANBI) zijn.

 

Noten:

[1] Dossier Tweede Kamer site.
[2] Amendement op 15 december ingediend.
[3] Amendement over voorwaarden voor de tariefvaststelling voor het gebruik van de chartale basisinfrastructuur.
[4] Amendement over een nultarief voor het opnemen en storten van geld voor particulieren, kerkgenootschappen en stichtingen met ANBI-status.

Onbekend's avatar

About Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Bankrekening krijgen en behouden, Financieel recht, onder meer Wft, Wtt, Fraude, witwasbestrijding, Wwft, Grondrechten, ICT, privacy, e-commerce, Not-for-profit en getagd met , , , , , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie