Wetsvoorstel: bank mag een transactie bevriezen bij misdaadvermoedens zonder de klant meteen te informeren – amendement

Vooruitlopend op Europese regelgeving heeft de Nederlandse wetgever in het wetsvoorstel versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II [1] een bepaling [2] verstopt, die het banken mogelijk maakt om in opdracht van FIU Nederland transacties te bevriezen als misdaad wordt vermoed.

Amendement: rekeninghouder moet binnen 24 uur geïnformeerd worden
Lid van de Tweede Kamer Six Dijkstra heeft een amendement ingediend, waarin hij verzoekt op te nemen in de  bepaling dat de rekeninghouder binnen 24 uur wordt geïnformeerd:

In artikel V, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 17a, zesde lid, “op diens verzoek” vervangen door “binnen 24 uur”.

Zijn toelichting op het amendement luidt (voetnoten met url’s zijn in de tekst verwerkt):

Het wetsvoorstel versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II beoogt de Financiële inlichtingen eenheid (FIU) onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) de bevoegdheid te geven om een bank een transactie maximaal vijf werkdagen te laten bevriezen, als er aanwijzingen zijn dat de betreffende transactie verband houdt met witwassen of terrorismefinanciering. De bank is verplicht de rekeninghouder op diens verzoek te informeren over de bevriezing en het feit dat het wettelijk gevolg geeft aan een eis van de FIU.

Indiener is kritisch op de toenemende ‘push-button power’ of drukknopmacht van de staat. De digitale transformatie van de samenleving heeft ertoe geleid dat de overheid op veel vlakken veel machtiger tegenover haar burgers staat dan in het verleden überhaupt technisch mogelijk was, bijvoorbeeld als het gaat om het kunnen controleren en blokkeren van financiële geldstromen van burgers. Ook heeft de beschikbaarheid en inzet van digitale technologie geresulteerd in scheefgroei van de machtsverdeling binnen de trias politica, daar dit de macht van de regering ten opzichte van de rechtspraak en het parlement onevenredig vergroot heeft [*]. Indiener is derhalve van mening dat drukknopmacht enkel uitgebreid zou moeten mogen worden wanneer hier volwaardige rechtsstatelijke waarborgen tegenover staan.

Hoe dit in een westerse democratie mis kan gaan, is onder andere gebleken bij de zogeheten ‘trucker protests’ in Canada in 2022, een reeks coronademonstraties naar aanleiding waarvan de Canadese premier de noodtoestand had uitgeroepen. Hierbij droeg hij banken op om eigenstandig de rekeningen te bevriezen van personen die deelnamen aan deze demonstraties, dan wel van personen die deelnemers financieel ondersteunden. Dit vond plaats zonder verdere controlemechanismen die konden voorkomen dat mensen onterecht niet bij hun financiële middelen konden komen. Achteraf heeft de Canadese rechtbank geoordeeld dat het handelen van de premier ‘niet gerechtvaardigd was in relatie tot de relevante feitelijke en juridische beperkingen die in aanmerking hadden moeten worden genomen’. Indiener is van mening dat dergelijk ingrijpend en disproportioneel regeringsoptreden zeer schadelijk is voor het vertrouwen van burgers in de overheid. Het is daarom zaak om vergelijkbare situaties in Nederland te voorkomen.

Onder voorliggend wetsvoorstel ligt de juridische drempel voor het kunnen blokkeren van een transactie met het hoeven aantonen van een ‘aanwijzing’ voor een verband met witwassen of terrorismefinanciering door de FIU, relatief laag. Er is daarnaast geen externe toestemmings- of toetsingsprocedure ingeregeld voor de inzet van deze bevoegdheid door de FIU. Vanuit het perspectief van snel en wendbaar kunnen acteren op ondermijnende criminaliteit is deze keuze volstrekt begrijpelijk. Echter, wanneer een transactie vijf werkdagen lang onterecht bevroren blijkt, kan dit voor veel burgers ingrijpende gevolgen hebben, bijvoorbeeld als deze vijf werkdagen de periode tussen het storten van het salaris en het betalen van de huur beslaat.

In het kader van rechtszekerheid stelt indiener voor om banken te verplichten om de rekeninghouder actief en binnen 24 uur te informeren over het feit dat gevolg is gegeven aan een eis van de FIU. Dit stelt de rekeninghouder in staat om tijdig stappen te ondernemen indien hij denkt dat een transactie onterecht is bevroren. Dit versterkt in de ogen van indiener de rechtspositie van de burger ten opzichte van de overheid.

[*] Zie bijvoorbeeld: R. Passchier, ‘Artificiële intelligentie en de rechtsstaat’ (2021)

Praktijkgeval
In de praktijk houden Nederlandse banken al transacties achter zonder de klant te informeren. Mij is een geval bekend van iemand wiens transacties door een grootbank maandenlang werden achter gehouden en die daar over bij het Kifid heeft geprocedeerd (de zaak is geschikt zodat er geen uitspraak is gekomen).

 

 

Noten:

[1] Zie dossier overheid.nl / dossier Tweede Kamer
[2] Het voorgestelde artikel:

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd:

A Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a
1. De Financiële inlichtingen eenheid kan ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 13, aanhef en onderdelen a en b, een bank verzoeken het uitvoeren van een transactie of meerdere transacties gedurende een periode van ten hoogste vijf werkdagen aan te houden ingeval de Financiële inlichtingen eenheid aanwijzingen heeft dat deze transactie of transacties verband kan of kunnen houden met witwassen of financieren van terrorisme, of indien een financiële inlichtingen eenheid uit een andere staat hierom verzoekt.
2. De in het eerste lid genoemde periode kan met een termijn van ten hoogste vijf werkdagen worden verlengd indien de Financiële inlichtingen eenheid het in het eerste lid bedoelde verzoek doet op verzoek van een financiële inlichtingen eenheid van een andere staat.
3. De Financiële inlichtingen eenheid trekt het verzoek, bedoeld in het eerste lid, voor het aflopen van de termijn, genoemd in het eerste en tweede lid, in zodra zulks mogelijk is.
4. De bank waaraan overeenkomstig het eerste lid een verzoek is gedaan, geeft hieraan onverwijld gevolg.
5. Een bank beschikt over gedragslijnen, procedures en maatregelen die haar in staat stellen te voldoen aan het vierde lid.
6. Een bank informeert een cliënt op diens verzoek over toepassing van het vierde lid.

Onbekend's avatar

About Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Europa, Financieel recht, onder meer Wft, Wtt, Fraude, witwasbestrijding, Wwft en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Laat een reactie achter