Niet iedere organisatie heeft in dezelfde mate te maken met privacy. Aangezien de meeste organisaties werknemers hebben, is naleving van de privacyregelgeving met betrekking tot het personeel altijd aan de orde.
Deze problematiek kwam aan de orde in de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 5 maart 2018. Daarin procedeerde een uitzendbureau tegen Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU). SNCU onderzoekt of uitzendbureaus algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen correct naleven. Het uitzendbureau verzocht de rechter te bepalen dat bepaalde door SNCU opgevraagde gegevens niets zouden hoeven worden verstrekt, onder meer met beroep op de privacy.
Daar gaat de rechter niet in mee, zie onderstaande passage, ‘[eiser]’ is het uitzendbureau:
4.21. [eiser] betoogt dat de persoonsgegevens van het personeel dat hij uitleent vertrouwelijk zijn en dat deze vertrouwelijkheid zich verzet tegen kennisneming van deze gegevens door SNCU. Volgens [eiser] verbiedt dit personeel verstrekking van deze gegevens aan SNCU. De voorzieningenrechter volgt dit betoog niet. De voorzieningenrechter sluit zich daartoe aan bij het oordeel van Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 29 mei 2012 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW7262. Daarin is onder meer geoordeeld:
“Naar het oordeel van het hof bevat het Reglement II, dat de werkwijze betreft van de CNCU (zie rechtsoverweging 4.1.2), een aantal bepalingen waardoor de privacy van werknemers is gewaarborgd. Het hof verwijst, wat betreft de relevante CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche 2007-2009, naar de artikelen 2, 5 lid 11 en 8 van het Reglement II (artikelen 2, 5 lid 12 en 8 van het Reglement II, opgenomen in de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche 2009-2011). Op grond van genoemde bepalingen onthoudt de SNCU zich met name van het opvragen van gegevens die niet betrekking hebben op de statutaire taken van de SNCU (artikel 2), worden de voor het toezien op de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche ontvangen bescheiden binnen acht weken na afronding van het onderzoek retour gezonden (artikel 5 lid 11) en is de CNCU verplicht tot geheimhouding ten aanzien van in dossiers opgeslagen gegevens betreffende uitzendondernemingen (artikel 8). Daarbij tekent het hof aan dat de CNCU, zoals volgt uit de statuten van de SNCU, een commissie is binnen de SNCU. Voorts overweegt het hof dat ook de Wet Bescherming Persoonsgegevens, indien sprake is van persoonsgegevens in de zin van artikel 1 van die wet, waarborgen biedt ter bescherming van de privacy van werknemers. Ten slotte acht het hof van belang dat Daxxa geen concrete schendingen van de privacy van werknemers heeft aangevoerd. Uit het voorgaande volgt dat Daxxa haar grief onvoldoende heeft onderbouwd. De tweede grief faalt dan ook.”4.22. Voorts is van belang dat de Wet Bescherming Persoonsgegevens in artikel 8 onder meer bepaalt dat persoonsgegevens mogen worden verwerkt indien:
– de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is: ook een cao is een overeenkomst, die door algemeen verbindendverklaring ook voor [eiser] geldt,
– de gegevensverwerking noodzakelijk is om een wettelijke verplichting na te komen waaraan de verantwoordelijke onderworpen is: een algemeen verbindend verklaarde cao bevat wettelijke verplichtingen,
– de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.SNCU heeft een gerechtvaardigd belang om toe te zien op naleving van algemeen verbindend verklaarde cao’s, waarvoor het belang van [eiser] dient te wijken.
In het midden kan blijven of het personeel dat [eiser] uitzendt daadwerkelijk niet instemt met verstrekking van zijn persoonsgegevens aan SNCU, bezien in het licht dat uit controle door SNCU kan blijken dat de rechten van dit personeel ruimer zijn dan [eiser] tot op heden heeft erkend.
Ook een stichting als SNCU kan beroep doen op ‘gerechtvaardigd belang‘ als grondslag voor verwerking van de persoonsgegevens van de werknemers van de gecontroleerde uitzendbureaus.