Op marketing gebied is het ministerie van veiligheid bij mij favoriet. Kenmerkend zijn de compacte en sprekende koppen boven de persberichten. Onderstaand de pareltjes die ik de afgelopen tijd heb opgetekend met hier en daar commentaar:
- Daling criminaliteit zet door, 05-11-2014 > wijkt af van de beleving van de burger (maar ik heb er geen mening over)
- Teeven maakt rechtsbijstand effectiever, 04-11-2014 > de advocatuur denkt daar heel anders over, zie http://rechtsbijstandjuistnu.nl/
- Van Rijn en Teeven willen dat inkoop jeugdzorg snel geregeld is, 31-10-2014 > krachtige taal over een thema, waarvoor de volledige verantwoordelijkheid voor een te snelle en onberaden invoering bij de rijksoverheid ligt
- Minister Opstelten: bedrijven moeten afpersing aangeven, 28-10-2014
- Teeven bevordert integriteit en kwaliteit van gerechtsdeurwaarders, 06-10-2014
Dit ministerie is ook het minister van ‘terughalen en afpakken’ en van ‘Intensivering aanpak ondermijnende en georganiseerde criminaliteit’. Het woord ‘intensivering‘ wordt op dezelfde manier gebruikt als een ander favoriet woord bij het veiligheidsministerie (en vele andere ministeries) ‘aanscherpen‘. Het betekent: ‘we doen het al en we gaat het nog beter doen’. Een mooie vorm van verhullend taalgebruik.
Over de kwaliteit van wat het ministerie doet is het nodige te zeggen. Maar de koppen boven hun publieksberichten zijn dik in orde.
Aanvulling 12 november 2014
Het nieuwste pareltje kreeg ik vandaag binnen. Een mooi persbericht over hennepteeltbestrijding waarin iedereen die aan henneptelers levert met straf wordt bedreigd, ongeacht of de betrokkene afweet van de hennepteelt of niet. In de genoemde vooorbeelden worden ondernemers die op de hoogte zijn van illegale praktijken (“elektriciens die illegale elektrische installaties aanleggen of de handel in kant-en-klaar ingerichte kasten voor de illegale hennepteelt”) op één hoop gegooid met gewone ondernemers (“growshops, verhuurders van loodsen en schuren”). Transporteurs worden bij voorbaat malafide verklaard (“malafide transport- en distributiebedrijven”).
En natuurlijk is het voor het persbericht niet nodig te melden dat de leveranciers van de wiettelers op de hoogte moeten zijn of een redelijk vermoeden moeten hebben van de illegale activiteiten. De minister zegt zelf tegen de Eerste Kamer:
De heer Swagerman uitte enige zorgen over de afgrenzing van het strafrechtelijk verwijt door het opnemen van het bestanddeel “ernstige reden om te vermoeden”. Naar mijn mening zou er voor deze zorgen geen aanleiding behoeven te zijn. Met het begrip “ernstige reden om te vermoeden” wordt in de strafbaarstelling gedoeld op de zogeheten bewuste culpa, zijnde de zware vorm van schuld die direct tegen voorwaardelijk opzet aanhangt. (…) Ik heb daarin aangegeven dat bij “ernstige reden om te vermoeden” sprake moet zijn van een situatie waarin elk weldenkend mens het handelen achterwege had gelaten, omdat het voor hem of haar duidelijk was dat hij of zij daarmee het plegen van een Opiumwetdelict zou faciliteren. (…)
Ik benadruk dat met de nieuwe bepaling geen algemene onderzoeksplicht wordt geïntroduceerd voor bijvoorbeeld verkopers bij de GAMMA en de tuincentra. Gewone onachtzaamheid of onoplettendheid leidt ook niet tot strafrechtelijke aansprakelijkheid. Ik vertrouw erop met het voorgaande een verduidelijking van het begrip “ernstige reden om te vermoeden” te hebben kunnen geven. Ik denk dat het goed is dat deze uitleg kraakhelder deel uitmaakt van de wetsgeschiedenis.
Lekker grote stappen snel thuis.