Zoals uit de voorafgaande drie Engelstalige berichten, afkomstig uit de nieuwsbrief van Council of Bars & Law Societies of Europe (CC BE) van februari 2013 en uit het persbericht van de Europese Commissie blijkt, is er zeker geen rust op het front van de rol van juristen bij de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Nadat per 1 januari 2013 de Nederlandse Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is aangepast naar aanleiding van FATF kritiek, komt er een nieuwe Europese verordening aan en is de FATF bezig met “best practices” voor juristen.
Nog steeds heb ik nergens organisatiekundige rapporten gevonden waaruit blijkt dat het nuttig is om juristen bij de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering te betrekken op de wijze zoals nu gebeurt respectievelijk wordt voorgesteld. Verder heeft niemand het over al het dubbele werk doordat alle Wwft-ondernemers die met dezelfde opdrachtgever te maken hebben, hetzelfde moeten doen. Voorbeeld: een groep rechtspersonen die verschillende advocatenkantoren inhuren (ieder vanwege hun eigen specialisme), die een bank, een accountant en een belastingadviseur hebben en zo nu en dan een notaris inschakelen voor een aandelenoverdracht. De hiervoor genoemde advocaten, bank, accountant, belastingadviseur en advocaat moeten allen hetzelfde cliëntenonderzoek uitvoeren. Grote geldverspilling! Voorts is de vraag wie van deze Wwft-ondernemers in staat zijn om witwassen/terrorismefinanciering te ontdekken.
Ongetwijfeld zal de regeldruk door de nieuwe regelgeving en gedragsregels (“best practices”) toenemen en zullen als gevolg daarvan de de kosten voor iedereen die actief is in de juridische beroepen hoger worden. Interessant is of dit tot gevolg heeft dat Wwft-ondernemers in bepaalde landen zich “de markt uit prijzen”.

