In een kamerbrief kwam ik tegen dat de overheid op een heel bijzondere manier vorderingen incasseert, namelijk door middel van het weigeren van verlenging van het paspoort.
Dat zou iedere schuldeiser wel willen toepassen.
Uit de vragen en antwoorden blijkt dat onderwijsuitvoeringsorganisatie DUO vorderingen op (ex-)studenten die in het buitenland verblijven int, door de Nederlandse ambassade aldaar te verzoeken de verlenging van een paspoortaanvraag te blokkeren:
Vraag 9
Hoe kijkt u aan tegen het feit dat Nederlandse ambassades meewerken aan het laten blokkeren van de verlenging van een paspoortaanvraag door DUO?Antwoord 9
Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) behandelt aanvragen voor paspoorten van Nederlanders die in het buitenland verblijven. BZ gaat bij iedere aanvraag voor een paspoort na of de aanvrager voorkomt in het register paspoortsignaleringen (RPS). Dit kan aan de orde zijn indien de aanvrager bij DUO een studieschuld heeft. Op grond van artikel 22 van de Paspoortwet kan DUO bij het ministerie van BZK een verzoek tot opname in het RPS doen. Opname in het RPS kan weigering van een paspoort tot gevolg hebben. Een verzoek tot opname in het RPS kan worden ingediend door DUO als er sprake is van het niet nakomen van een betalingsverplichting en als daarbij ook het gegronde vermoeden bestaat dat de persoon zich door verblijf in het buitenland aan de betalingsverplichting zal onttrekken. Artikel 22 Paspoortwet biedt de rechtsbasis om op deze grond een paspoort te kunnen weigeren.Wanneer een gesignaleerd persoon een nieuw paspoort aanvraagt wordt hij van de signalering op de hoogte gesteld. De gesignaleerde persoon krijgt dan de mogelijkheid om in gesprek te gaan met DUO. In veel gevallen maakt DUO betalingsafspraken met de paspoortaanvrager en kan een paspoort alsnog worden verstrekt (soms voor de duur van korter dan 10 jaar, de exacte duur wordt door DUO bepaald conform artikel 22 van de Paspoortwet). Wordt een paspoort toch geweigerd, dan kan de aanvrager bezwaar maken tegen deze beslissing. Voor de goede orde zij vermeld dat een Nederlandse Identiteitskaart niet geweigerd kan worden. Daarnaast kan BZ, indien urgentie en reisdoel is vastgesteld, zo nodig een laissez-passer verstrekken voor terugkeer naar Nederland.
In antwoord op de vraag of dit wel wenselijk is, komt het volgende akelige antwoord:
BZ volgt de vigerende wetgeving en voert het proces conform wetgeving uit. De wetgever heeft deze bepaling vastgesteld omdat invordering van de schulden in het buitenland problematischer is dan in het Koninkrijk [1].
Inzake het doel en de achtergrond hiervan verwijs ik tevens naar mijn antwoord onder vraag 12.[1] Kamerstukken 1987/88, 20393, nr. 3, p. 41-44.
Forse kritiek Ulli Jessurun d’Oliveira
Ulli Jessurun d’Oliveira schreef voor NJBlog het artikel ‘DUO negeert wet en verdragen en schendt het evenredigheidsbeginsel‘, waarin hij fors uithaalt naar DUO, onder meer met:
DUO heeft dus het recht niet om ex-studenten met wat voor studieschuld dan ook die in het buitenland zitten op de paspoortsignaleringslijst te zetten. De toelichting op de wet is duidelijk genoeg: om greep te houden op debiteuren van de staat worden ze binnenslands gehouden, ook om moeilijkheden met het buitenland te voorkomen. Het is misbruik van de paspoortwetgeving om Nederlandse ex-studenten die zich hebben gevestigd in het buitenland een reisdocument te onthouden.