Terwijl de Nederlandse overheid tobt met de eigen rechtsstatelijkheid, heeft Nederland zich bezig gehouden met de rechtsstatelijkheid van de EU en is er een juridisch rapport over opgesteld. Het Expertisecentrum Europees Recht (ECER), onderdeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken, schreef een inleiding.
Meer informatie:
- Nieuwsbericht ECER: Nederlands kabinet reageert op rapport over de rechtsstatelijkheid van de EU, 12 januari 2021.
- Rapport (pdf) inzake het onderzoek naar de rechtsstatelijkheid van de EU.
- Kabinetsreactie op het rapport (pdf).
Toevallig zag ik een documentaire over de politieke verhoudingen in Hongarije en de manier waarop de EG daar mee omgaat. Ondanks de zorg over de afbraak van de rechtstaat aldaar wordt het steeds op een akkoordje gegooid. De eerste vraag die beantwoord zou moeten worden is: waarom zitten al die oost-europese landen in de EG. Voor mij is het klaar dat het hier gaat om internationale politiek en het verstikken van rusland. Het komt bij voorbeeld niet bij ze op om zo’n land er gewoon uit te gooien. In dat licht bezien is al die zorg over de rechtstaat nogal dubieus. Veel woorden, weinig wol.
En dan is er natuurlijk ook de europese bureaucratie. Het rapport constateert dat men wetten op zichzelf belangrijker lijkt te vinden dan de inhoud. In het kader van de Wwft weten wij daar alles van. Maar daar is onze overheid niet voor te porren. Ordnung muss sein.
Mij lijkt het nog steeds nuttig dat oost- en zuid-Europa in de EU zitten. De vraag is wel of de maat daar hetzelfde moet / kan zijn. Wel kan ik me voorstellen dat bepaalde ‘voordelen’ van de EU gekoppeld worden aan respect voor mensenrechten, onafhankelijke rechtspraak en dergelijke.