Jan Egeland today wrote an opinion for the eObserver, “New Dutch terror bill must not target aid workers” on the Dutch legislative proposal for a bill that makes it illegal to be present in a ‘terrorist area’ without permission.
Egeland calls it ‘copycat legislation’, because the Dutch are imitating the UK; a similar draft was proposed there. Fortunately on that theme in the UK common sense prevailed. That common sense was absent at the Dutch Tweede Kamer, so now we have to hope for wisdom in the Eerste Kamer (the senate). Egeland wrote:
But we grow increasingly dismayed when we see our common humanitarian objectives undermined by ill-advised counter-terrorism legislation.
The phenomenon we see more often. A lot of anti-money laundering and sanctions legislation is causing collateral damage of an inacceptable kind.
Egeland ends his article with:
It is crucial that humanitarian workers can continue to reduce suffering, protect human dignity and ensure the most vulnerable do not suffer the consequences of unconsidered counterterrorism legislation.
The Netherlands has the opportunity to make it right not just for its citizens, but for thousands of terror victims across the world.
We’ll see if the Dutch senate listens.
More information
on the Dutch proposal, in Dutch:
- Draft bill “Strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied“, 16 September 2019.
- Parliamentary file senate; parliamentary file overheid.nl.
The most important article accepted by the Tweede Kamer runs as follows:
Artikel 134b
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft de Nederlander die, anders dan in opdracht van de staat of een volkenrechtelijke organisatie of als afgevaardigde van het Internationaal Comité van het Rode Kruis of van het Rode Kruis, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Besluit Rode Kruis 1988, zonder toestemming van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, opzettelijk verblijft in een gebied dat bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen als een onder controle van een terroristische organisatie staand gebied. Toestemming kan worden verleend aan een groep personen werkzaam voor een bepaalde organisatie.
2. Met een Nederlander wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld de vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft.
3. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt niet eerder in werking dan zes weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst.
4. In afwijking van het eerste lid kunnen Onze Minister van Justitie en Veiligheid en Onze Minister van Buitenlandse Zaken gezamenlijk, indien een spoedeisend belang dit vereist, voor een termijn van ten hoogste drie maanden, een gebied aanwijzen als een onder controle van een terroristische organisatie staand gebied. Het ontwerp van een ministeriële regeling wordt ten minste twee weken voordat hij wordt vastgesteld, overgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal.
Media:
- Deskundigenbijeenkomst uitreisbeperking journalisten naar terreurgebieden, NVJ 25 September 2019
- Grapperhaus’ antiterrorismewet bedreigt noodhulp, Michiel Servaes, Annelies Claessens, Pim Kraan & Nelke Manders, NRC 19 September 2019.
- Ministeriële inmenging met journalistiek is dictatoriaal, Teun Voeten, NRC, 16 September 2019
- Ana van Es: ‘nieuwe wet rond afreizen naar terrorismegebied brengt journalisten extra in gevaar’, Villamedia, 17 September 2019
- ‘Toestemmingsplicht voor reizen van hulpverleners en media naar ‘terreurgebied’ moet van tafel’, Trouw 5 September 2019

