De nieuwe mogelijkheden voor de overheid om bestuurlijke boetes en allerlei alle financiële sancties op te leggen, kunnen er toe leiden dat een gewone schuldeiser financieel het nakijken heeft. Zo betoogt Peter Wattel in zijn artikel “De fiscus en het slachtoffer”, dat op NJBlog werd gepubliceerd. Het komt er op neer dat de vordering van de fiscus zeer hoog wordt als gevolg van alle boetes en andere verhogingen. Die vordering is preferent, met als gevolg dat gewone schuldeisers veel minder of niets krijgen.
Wattel:
Stel u bestuurt een stichting die zich statutair en feitelijk bezig houdt met armenzorg en u komt er achter dat de penningmeester tonnen achterover gedrukt heeft van de aan uw stichting voor dat goede doel toegevallen donaties en legaten. Uiteraard ontslaat u hem en eist u het geld terug. En als hij niet terugbetaalt, legt u beslag.
Maar als u wilt executeren, legt ook de Ontvanger van Rijksbelastingen beslag, daarbij wijzende op zijn voorrecht dat boven (bijna) alles gaat (art. 21 Invorderingswet). Inkomsten uit verduistering (en overigens ook die uit diefstal, huurmoord, oplichting, bedrog, afdreiging, etc.) zijn nl. gewoon belast als resultaat van een werkzaamheid (art. 3.94 Wet Inkomstenbelasting 2001) en aan de verduisterende penningmeester zijn daarvoor geschatte aanslagen opgelegd met omkering van de bewijslast, en heffingsrente en 100%-boeten, waardoor het totaal van de preferente fiscale vorderingen het verhaalsobject overtreft en de armen het nakijken hebben.Kan dat zomaar?
Daar ziet het wel naar uit. lees verder

