Conclusies advocaat-generaal HvJ over het land-van-oorsprongbeginsel in de richtlijn inzake elektronische handel

Op 18 september werden conclusies van de advocaat-generaal (‘AG’) Szpunar bij het Europese hof (HvJ) bekend. De AG oordeelde dat het land-van- oorsprongbeginsel van de richtlijn inzake elektronische handel ook van toepassing is op nationale maatregelen met andere doeleinden.

Uit het persbericht over het onderwerp van het geschil:

Om de openbare orde en veiligheid te beschermen, beperkt het Franse recht bepaalde digitale diensten. Het verbiedt met name om minderjarigen toegang te geven tot pornografische websites en legt beheerders van dergelijke websites de verplichting op technische voorzieningen te treffen om die toegang te voorkomen. Ook stelt het Franse recht beperkingen aan rijassistentiediensten die op geolokalisatie zijn gebaseerd, door meldingen van bepaalde controles langs de weg te verbieden. Deze maatregelen worden uitgevoerd door twee decreten, waarvan in twee afzonderlijke zaken nietigverklaring wordt gevorderd bij de Franse raad van state, de Conseil d’État.

In zaak C-188/24 betogen Webgroup Czech Republic en NKL Associates, twee ondernemingen die in Tsjechië zijn gevestigd, dat het Franse recht in strijd is met het land-van-oorsprongbeginsel van de richtlijn inzake elektronische handel , volgens hetwelk diensten voor wat betreft vereisten die binnen het „gecoördineerde gebied” vallen, onder het recht van de staat van vestiging vallen.

 

Meer informatie:

Onbekend's avatar

About Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Europa, Grondrechten, ICT, privacy, e-commerce en getagd met , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie