Journalisten willen alles weten | consultatie over Besluit bescherming slachtoffergegevens in processtukken

In een consultatie die loopt tot 12 april wordt het Besluit bescherming slachtoffergegevens in strafrechtelijke procedures (ontwerp) aan het publiek voorgelegd. De introductie luidt:

Deze ontwerp-AMvB strekt ertoe te voorkomen dat gegevens van slachtoffers zonder noodzaak ter kennis komen van de verdachte en anderen. Het doel daarvan is het versterken van de rechtspositie van slachtoffers en een betere bescherming van hun privacy. Tegelijkertijd moet een goede procesvoering gewaarborgd blijven, door gegevens van slachtoffers wél te vermelden indien deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor door de rechter te nemen beslissingen. Door alleen die gegevens van het slachtoffer te vermelden die de rechter nodig heeft voor het nemen van een beslissing in de strafzaak, kan spanning tussen de privacy van het slachtoffer enerzijds en een behoorlijke en eerlijke berechting van de verdachte anderzijds worden vermeden.  

Uitgangspunt is dat de betreffende gegevens bij de bron worden weggelaten, dus door degene die het processtuk opstelt. Dat betekent dat achteraf niet structureel en actief door de officier van justitie gecontroleerd wordt of een document niet-relevante slachtoffergegevens bevat die alsnog verwijderd moeten worden voordat het bij de processtukken wordt gevoegd. Aldus wordt op een praktische en efficiënte wijze recht gedaan aan de bedoeling die de wetgever had met het nieuwe derde lid van artikel 149a van het Wetboek van Strafvordering, nu de privacybescherming van slachtoffers daarmee substantieel wordt verbeterd. Tegelijkertijd kan op deze wijze worden voorzien in een uitvoerbare en (financieel) haalbare regeling.

Het zal me benieuwen waarom dit voorstel is beperkt tot slachtoffers. Ook getuigen en andere niet-criminele personen kunnen er belang bij hebben dat hun persoonsgegevens zoveel mogelijk worden afgeschermd.

Denk bijvoorbeeld aan eigenaren van een deurbelcamera’s die hun videobeelden onder dwang moeten afstaan aan de politie, hun adressen kunnen in strafdossiers terecht komen en worden niet afgeschermd voor de verdachte (zie 1e artikel BNR). Via rechterlijke uitspraken kunnen persoonsgegevens uitlekken (zie 2e artikel BNR [*]).

Lees over de consultatie ook het artikel op Vaklunch, waarin wordt gemeld dat in financiële fraudezaken steeds vaker is te zien dat vermeende slachtoffers het strafrecht gebruiken om aan informatie te komen, waarbij ook de gegevensbeschermingsrechten van de vermeende dader en anderen die in de dossiers voorkomen in beeld kunnen komen.

Datagraaiende journalisten

Journalist Folkert Jensma heeft al in de consultatie gereageerd (pagina, document). Hij en andere journalisten zijn bang dat hun interessante strafrechtverhalen worden bemoeilijkt. Jensma wil graag alles weten, zelfs op meta-niveau:

Journalisten beoordelen in het kader van de vrije nieuwsgaring de persrollen ook op trends en patronen. Komen sommige stadsdelen, wegvakken of locaties vaker voor in strafzaken dan andere? Spelen wijken, bedrijven, beroepsgroepen of instanties vaker een rol op zittingen dan andere? Welke burgers zijn er vaker slachtoffer dan andere? Dergelijke meta-informatie behoort niet te worden afgedekt. De journalistiek moet het hier bovendien hebben van de (aankondigingen van) zittingen. Rechterlijke uitspraken worden in slechts een klein aantal gevallen (anoniem) gepubliceerd en zijn niet of nauwelijks toegankelijk voor data-onderzoek. ‘Openbare rechtspraak’ dreigt zo, nog meer dan nu al het geval is, een fictie te worden. Dat de rechtspraak niet onder Wet Open Overheid valt is in dit verband eigenlijk nog pijnlijker.

Er wordt stoer gedaan over wat journalisten allemaal denken te kunnen doen. Ik ben benieuwd of ze dat als groep waar kunnen maken.

Prangender is echter de vraag of het journalistieke belang zwaarder weegt dan het belang van slachtoffers en andere niet-criminele betrokkenen. Dat is aan de orde nu de journalistiek geen gereguleerd beroep is (iedereen kan zich journalist noemen), journalisten geen recherchevergunning hebben (terwijl dat eigenlijk nodig is) en er geen onafhankelijk toezicht of rechtspraak is.

 

[*] Uit het artikel blijkt dat het met het anonimiseren van persoonsgegevens in uitspraken die op het internet worden gepubliceerd regelmatig mis gaat. Onder meer wordt ICT-jurist Arnoud Engelfriet geciteerd, die zegt dat de groeiende beschikbaarheid van gegevens via het internet het ook steeds makkelijker maakt om te achterhalen wat er is weggelakt in geanonimiseerde vonnissen.

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Fraude, witwasbestrijding, Wwft, Grondrechten, ICT, privacy, e-commerce, Strafrecht en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie