Op 2 februari jl. werden de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de toetsing aan het evenredigheidsbeginsel gedaan.
- Nieuwsbericht Raad van State: Afdeling bestuursrechtspraak werkt evenredigheidsbeginsel verder uit.
- Uitspraak woningsluiting Harderwijk, ECLI:NL:RVS:2022:285
In het nieuwsbericht wordt de lijn van de Afdeling als volgt samengevat:
De vraag of en zo ja, hoe intensief de bestuursrechter de evenredigheid van een overheidsbesluit toetst, is afhankelijk van veel factoren. Die toets verschilt van geval tot geval. Bij het toetsen aan het evenredigheidsbeginsel gaat de bestuursrechter onderscheid maken tussen de geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van het aangevochten overheidsbesluit.
De kern van de woningsluiting zaak wordt als volgt samengevat:
Toegepast op de concrete zaak over de woningsluiting in Harderwijk is de Afdeling bestuursrechtspraak van oordeel dat de burgemeester bij de belangenafweging te weinig aandacht heeft besteed aan de belangen van de huurder en zijn (deels minderjarige) kinderen. Uit het besluit blijkt niet dat de burgemeester zich heeft afgevraagd of het gezin na de woningsluiting nog kan terugkeren naar de woning als de woningcorporatie de huurovereenkomst ontbindt en mogelijk overgaat tot plaatsing van het gezin op een ‘zwarte lijst’. De burgemeester moet het antwoord op die vraag alsnog betrekken bij zijn nieuwe besluit. Daarbij moet hij opnieuw beoordelen of de gevolgen voor het gezin niet onevenredig zijn in verhouding tot het doel van de woningsluiting. Omdat de woning tot dusverre nog niet gesloten is geweest, zal de burgemeester ook moeten beoordelen of de noodzaak om de woning te sluiten nog steeds aanwezig is.
Eerdere artikelen op dit blog over het evenredigheidsbeginsel: