Burgemeesters spelen een groeiende rol in de misdaadbestrijding.
Één van de wetten waarop die rol gebaseerd is wordt wel de ‘Wet Damocles’ genoemd, een in de Opiumwet opgenomen regeling. Op grond daarvan kunnen burgemeesters al langere tijd panden sluiten als in het pand drugs worden aangetroffen. Die sluiting kan ook plaats vinden als een betrokkene (bijvoorbeeld de eigenaar of de verhuurder of de huurder/gebruiker van het pand) niets is te verwijten. Een dergelijke sluiting kan grote schade opleveren voor onschuldige eigenaren, verhuurders en huurders.
Nieuwe sluitingsbevoegdheid burgemeester
Per 1 januari 2024 zijn de bevoegdheden van burgemeesters verruimd. Burgemeesters kunnen een pand ook sluiten als rond het pand de openbare orde ernstig wordt verstoord of daarvoor ernstige vrees bestaat. Verder kan een huurovereenkomst buitengerechtelijk worden ontbonden en onteigening plaatsvinden als een gebouw is gesloten door de burgemeester ter handhaving van de openbare orde.
Artikel 174a Gemeentewet
Deze bevoegdheid is in de Gemeentewet opgenomen, de tekst van artikel 174a luidt per 1 januari 2024 (markering door mij):
Artikel 174a
1. De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien:
a. door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord;
b. door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring;
c. door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.2. De in het eerste lid, aanhef, genoemde bevoegdheid komt de burgemeester eveneens toe in geval van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde op de grond dat de rechthebbende op de woning, het lokaal of het erf eerder een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf op een zodanige wijze heeft gebruikt of doen gebruiken dat die woning, dat lokaal of dat erf op grond van het eerste lid, onderdeel a, is gesloten, en er aanwijzingen zijn dat betrokkene de woning, het lokaal of het erf ten aanzien waarvan hij rechthebbende is eveneens op een zodanige wijze zal gebruiken of doen gebruiken.
3. De burgemeester bepaalt in het besluit de duur van de sluiting. In geval van ernstige vrees voor herhaling of het ontstaan van de ernstige verstoring van de openbare orde kan hij besluiten de duur van de sluiting tot een door hem te bepalen tijdstip te verlengen.
4. Bij de bekendmaking van het besluit worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen een te stellen termijn maatregelen te treffen waardoor de ernstige verstoring van de openbare orde wordt beëindigd of voorkomen. De eerste volzin is niet van toepassing, indien voorafgaande bekendmaking in spoedeisende gevallen niet mogelijk is.
5. De artikelen 5:25 tot en met 5:28 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing. De burgemeester kan van de overtreder de ingevolge artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht verschuldigde kosten invorderen bij dwangbevel.
Let er op dat de eigenaar of verhuurder van het pand of erf niet zelf dader of verantwoordelijke hoeft te zijn. Het is een vergaande bevoegdheid omdat het ook kan gaan om gebeurtenissen in de nabijheid van een pand of erf. Ook de bewoner of gebruiker van een pand of erf hoeft geen dader te zijn.
Dat maakt allemaal niet uit. Net als bij de bevoegdheid op grond van de Opiumwet, speelt geen rol of er onschuldige eigenaren, verhuurders of huurders worden gedupeerd door de sluiting (lees eerder blog, de praktijk is sindsdien iets aangepast maar betrokkenen zijn overgeleverd aan de goedgunstigheid van de gemeente).
Opvallend is dat ‘belanghebbenden’ (wie zijn dat?) volgens lid 4. in de gelegenheid worden gesteld ‘maatregelen te treffen‘. Kunnen zij dat wel en welke kosten zijn daar aan verbonden?
De regelgeving bevat geen bepalingen die er voor zorgen dat benadeelden van de sluiting hun schade eenvoudig kunnen verhalen, bijvoorbeeld op de daders van de ordeverstoring / het geweld / aanwezigheid van een wapen.
De overheid maakt het zich hier erg gemakkelijk en maakt het benadeelden van de sluiting die geen betrokkenheid of verantwoordelijkheid hebben bij ordeverstoringen, geweld of wapenvondsten bijzonder moeilijk. De redenering is kennelijk dat die benadeelden dan rotte pech hebben en het zelf maar moeten uitzoeken.
Verhuurder mag de huurder er uit knikkeren, artikel 7:231 BW
De enige tegemoetkoming is de mogelijkheid voor de verhuurder om de huurovereenkomst te ontbinden, waarbij opvalt dat ook hier geldt dat de getroffen huurder geen dader hoeft te zijn van de ordeverstoringen, het geweld of de wapenvondst. De gewijzigde tekst van artikel 231 lid 2 boek 7 Burgerlijk Wetboek luidt [*]:
De verhuurder kan de overeenkomst op de voet van artikel 267 van Boek 6 ontbinden op de grond dat door gedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurde de openbare orde ernstig is verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring en het gehuurde deswege op grond van artikel 174a van de Gemeentewet dan wel op grond van een verordening als bedoeld in artikel 174 van die wet is gesloten, door gedragingen in zodanig gebouw in strijd met artikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwet is gehandeld en het desbetreffende gebouw deswege op grond van artikel 13b van die wet is gesloten, of zodanig gebouw op grond van artikel 17 van de Woningwet is gesloten.
Het is hoogst merkwaardig dat schuld, daderschap of betrokkenheid van de betrokken huurder geen enkele rol speelt.
Wijziging andere wetten
In dezelfde wet worden ook wijzigingen aangebracht in andere wetten, onder meer in de Onteigeningswet.
Noot
[*] Opvallend is dat de bepaling spreekt over het gehuurde dat “op grond van een verordening als bedoeld in artikel 174 van die wet is gesloten“, terwijl uit de tekst van artikel 174 Gemeentewet niet is af te leiden dat een dergelijke verordening een sluiting van een pand kan bewerkstelligen. Artikel 174 bepaalt ook niets over het totstandbrengen van verordeningen, in lid 3 staat niet meer dan: “De burgemeester is belast met de uitvoering van verordeningen voor zover deze betrekking hebben op het in het eerste lid bedoelde toezicht.“.
Meer informatie:
- Nieuwsbericht rijksoverheid: Woning sluiten bij ernstig geweld, 18 december 2023.
- Wet: Wet van 25 oktober 2023 tot wijziging van de Gemeentewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en enkele andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen. Wetgevingsdossier: 36 217.
- Meer bevoegdheden burgemeesters tegen criminaliteit, Wouter Boondstra, Binnenlands Bestuur, 24 mei 2023.
- Het zwaard van Damocles: burgemeesters wil is wet, Maartje Schaap, 2018.
- Artikelen op dit blog over gemeentelijke criminaliteitsbestrijding en over de Wet Damocles en aanverwante regels.

