Procesfinanciering collectieve acties

Grote bedrijven kunnen zich veroorloven dure procedures bij de rechter te voeren als het onderwerp belangrijk genoeg is. Voor consumenten, not-for-profit organisaties en het midden- en kleinbedrijf is dat lastig. Dan komen de procesfinanciers om de hoek kijken, waarbij de grote vraag is hoe het kaf van het koren wordt gescheiden.

Het WODC publiceerde onlangs het door Xandra Kramer, Ianika Tzankova, Jos Hoevenaars en Karlijn van Doorn geschreven rapport Nut, noodzaak, vormgeving en kosten van een (revolverend) processenfonds voor collectieve acties (overzichtspagina, complete tekst), waarbij wordt gefocust op WAMCA zaken.

Het onderwerp van het rapport wordt op de overzichtspagina door hen als volgt samengevat:

Dit onderzoek ziet op de vraag naar het nut en de noodzaak van een processenfonds voor collectieve acties onder de Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Actie (WAMCA). Op basis van deskonderzoek, (rechts)vergelijkend onderzoek en empirisch onderzoek wordt in kaart gebracht wat thans de financieringsmogelijkheden en knelpunten zijn, hoe de praktijk zich onder de WAMCA heeft ontwikkeld sinds de introductie daarvan per 1 januari 2020, in hoeverre een revolverend processenfonds een oplossing kan bieden voor knelpunten in de financiering van collectieve acties en hoe dit vormgegeven zou kunnen worden.

De belangrijkste bevindingen van de onderzoekers zijn op pagina’s 13 tot en met 18 samengevat (paragraaf 4 pdf).

In paragraaf 4.1 is een overzicht van de financieringsmogelijkheden te vinden:

Het rapport wordt in een artikel op de Mr. site samengevat.

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Grondrechten, Not-for-profit, Procesrecht, rechtspraak en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie