Consultatie Regeling goed verhuurderschap over informatieverplichtingen voor verhuurders c.s. die huurovereenkomsten langer zullen gaan maken

Tot en met 4 juni a.s. loopt de internetconsultatie over de Regeling goed verhuurderschap. Volgens de aankondiging gaat het om de op de Wet goed verhuurderschap gebaseerde verplichting van verhuurders en verhuurbemiddelaars om huurders van woon- en verblijfsruimten te informeren over hun rechten en plichten, voor zover deze rechten en plichten niet zijn opgenomen in de huurovereenkomst.

In de regeling staan voorschriften over informatievoorziening, die je eerder in het Burgerlijk Wetboek dan in een bestuursrechtelijke regeling zou verwachten. Zo staat in artikel 1 van het concept onder meer:

De verhuurder verstrekt aan de huurder, voor zover dit niet in de huurovereenkomst is opgenomen, schriftelijk informatie over:
a. de verplichting van de huurder om de woon- of verblijfsruimte te gebruiken conform hetgeen hierover is afgesproken in de huurovereenkomst en over wat de mogelijke gevolgen zijn indien de woon- of verblijfsruimte voor andere doelen wordt gebruikt;
b. het feit dat de verhuurder gedurende de periode van de huurovereenkomst uitsluitend met toestemming van de huurder de woon- of verblijfsruimte mag betreden, tenzij:

(waarna een aantal uitzonderingen op het betredingsverbod volgt).

Dit gaat leiden tot huurovereenkomsten waarin al de in artikel 1 van het consultatiedocument genoemde regelgeving zal worden overgeschreven, zodat de overeenkomsten nog langer en onleesbaarder worden.

Ik geloof er niets van dat dit zinvol is.

 

Meer informatie:

Deze consultatie:

Eerder schreef ik over de consultatie inzake het uitvoeringsbesluit:

 

 


Aanvulling 15 december 2025
In de kamerbrief van 11 december 2025 wordt deze wet genoemd:

De afgelopen jaren hebben gemeenten meer handhavende taken gekregen op het gebied van huurwetgeving. Met de inwerkingtreding van de Wet goed verhuurderschap (Wgv) op 1 juli 2023 hebben gemeenten meer mogelijkheden gekregen om op te treden tegen verschillende vormen van ongewenst verhuurgedrag, zoals bijvoorbeeld intimidatie, woondiscriminatie, onredelijke servicekosten of te hoge waarborgsommen. De op 1 juli 2024 in werking getreden Wet betaalbare huur (Wbh), en de op 23 april 2024 ingegane verlenging van de Wet maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten (Wmhgh) hebben deze handhavingstaken uitgebreid met de handhaving op te hoge huren en huurprijsverhogingen.

De passage laat zien dat er een onoverzichtelijk juridisch breiwerkje is ontstaan. Over de handhaving op grond van de Wgv staat er het volgende:

Tijdens het vragenuur van 11 maart 2025 is gesproken over de handhavingsmogelijkheden die gemeenten sinds 1 juli 2023 hebben op grond van de Wet goed verhuurderschap. Daarbij werd mij gevraagd hoeveel boetes er door gemeenten zijn opgelegd. Ik heb toen toegezegd dat ik met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek zou gaan om cijfers te achterhalen van uitgedeelde boetes op basis van de Wet goed verhuurderschap en dit te delen met Uw Kamer.

De VNG heeft daarop laten weten dat het lastig is om concrete cijfers te achterhalen, omdat er geen verplichting is voor gemeenten om hun boetebesluiten op één centrale plek te publiceren. Daarnaast geldt dat het uitdelen van boetes niet het doel is van de Wet goed verhuurderschap. Het doel is om malafide verhuurpraktijken tegen te gaan en het is ook de bedoeling dat vanuit de wetgeving een preventieve werking uitgaat. Gemeenten hebben daartoe een bestuursrechtelijke escalatieladder tot hun beschikking, die proportioneel dient te worden ingezet. Een waarschuwing kan ook al tot een gedragsaanpassing leiden.

Om toch meer inzicht te krijgen in de handhaving van de Wet goed verhuurderschap, ben ik dit jaar gestart met een halfjaarlijkse uitvraag onder een kleine en diverse groep gemeenten; de Signalering meldpunten Wet goed verhuurderschap. Door middel van een periodieke rondgang onder deze groep gemeenten probeer ik een grofmazig beeld te krijgen van de praktijkwerking van de wet, en meer in het bijzonder de meldpunten. Het is op dit moment nog te vroeg om uit de opgehaalde informatie conclusies te kunnen trekken. Ik zal bezien in hoeverre ik de opbrengsten van deze halfjaarlijkse signalering kan betrekken bij de wetsevaluatie die in 2026 plaatsvindt. In dat evaluatieonderzoek zal uitgebreid worden gekeken naar de doeltreffendheid van de Wet goed verhuurderschap, evenals de werking daarvan in de praktijk.

1 Voor het onderzoek zijn 16 gemeenten geïnterviewd.

Onbekend's avatar

About Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Bestuursrecht, Contractenrecht, privaatrecht algemeen en getagd met , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie