De Nederlandse politie houdt er hoogst merkwaardige praktijken op na in relatie tot demonstranten, zo blijkt uit de sommatiebrief die vandaag door Amnesty International is bekend gemaakt (aankondiging op linkedin, brief). Uit de brief blijkt dat de politie vreedzame demonstranten en organisatoren en andere aanwezigen in strijd met de wet identificeert en hun gegevens in politiedatabanken opslaat.
Uit de brief (exclusief noten):
De afgelopen jaren zijn tientallen demonstranten onrechtmatig gecontroleerd en geregistreerd door de politie. Een recent voorbeeld vond plaats op woensdag 25 mei 2025, toen zeven Amnestywaarnemers werden gecontroleerd toen zij, zichtbaar als waarnemer middels een hesje en een badge, aanwezig waren bij een vreedzame demonstratie in Den Haag. Zij waren nota bene vooraf aangemeld bij de politie en de gemeente.
Eerdere onrechtmatige controles betroffen organisatoren en deelnemers van verschillende vreedzame demonstraties. De politie dreigt steevast met aanhouding wanneer niet wordt meegewerkt aan het verzoek van de politie tot identificatie.
Er is geen wettelijke basis voor het uitvoeren van een ID-controle bij demonstranten die niet worden verdacht van een strafbaar feit. Deze ID-controles dienen geen legitiem doel en zijn niet noodzakelijk in een democratische samenleving. Aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit is niet voldaan.
In het rapport Ongecontroleerde macht van juni 2023 beschrijft Amnesty hoe de ID-controles leiden tot registraties in politiedatabanken. Deze praktijk is in strijd met het recht op privacy en het demonstratierecht. De controles én de verwerking van persoonsgegevens dragen bij aan de criminalisering van demonstranten en schrikken mensen af. Het kan mensen ontmoedigen om te gaan demonstreren (chilling effect), terwijl dit juist zo belangrijk is in een democratie.
Een controle bij een demonstratie kan onder het internationale mensenrechtenkader alleen een gerechtvaardigde inbreuk zijn wanneer er sprake is van een verdenking van een voldoende ernstig strafbaar feit. Aanwezigheid bij een demonstratie is géén reden om een ID-controle te doen. Informatie over deelname aan demonstraties kwalificeert als gevoelige persoonsgegevens waarvoor extra bescherming geldt. Het opslaan van deze informatie in politiesystemen buiten strafrechtelijke context kan niet worden gezien als noodzakelijk of proportioneel voor een legitiem doel.
Bij het instellen van de Wet op de identificatieplicht in 2003 verzekerde de overheid dat een chilling effect zou worden voorkomen, omdat ID-controles alleen zouden worden toegestaan ‘voor zover redelijkerwijs noodzakelijk voor de uitvoering van de politietaak’. Volgens de regering was ‘reeds aanstonds duidelijk dat het belemmeren van deelname aan reguliere maatschappelijke activiteiten daarvan geen deel kan uitmaken’. Afgezien van een situatie waarin iemand verdacht wordt van een strafbaar feit, vond de regering het ‘niet goed voorstelbaar’ welk doel gediend zou zijn met het vastleggen van persoonsgegevens voor het uitvoeren van politietaken. Volgens de regering zou er geen chilling effect optreden omdat toegezegd was dat ID-controles niet zouden worden geregistreerd.
De praktijk is helaas anders.
Al jaren wordt de wettelijke bevoegdheid om ID-controles uit te voeren ten onrechte ingezet om demonstranten te identificeren en registraties over hun deelname aan protest te verwerken in politiesystemen. Mensen die in Nederland demonstreren moeten bereid zijn om hun persoonlijke en potentieel gevoelige gegevens te delen met de politie, waarna duizenden politiemedewerkers deze naar believen kunnen inzien, voor praktijken die niet transparant zijn voor betrokkenen.
De afgelopen twee jaar heeft Amnesty 31 mensen ondersteund in klachtenprocedures over onrechtmatige ID-controles bij demonstraties. De meeste klachten hebben (nog) niet tot een oordeel geleid.
In zes klachtenprocedures waar het wel tot een oordeel kwam heeft de politie keer op keer expliciet bevestigd dat deelname aan een vreedzaam protest geen reden is voor het verwerken van persoonsgegevens. Daarbij maakt het – volgens de politie – niet uit of het gaat om een demonstratie of een eenmensprotest. Ook de organisator van een demonstratie behoeft zich niet te legitimeren: het beleid dat een organisator beschikbaar moet zijn als aanspreekpunt, kan niet worden gezien als een noodzakelijke grond voor het vorderen van een identiteitsbewijs. Keer op keer worden achteraf excuses aangeboden. ‘Welgemeende’ excuses zelfs.
De overwegingen van de politie in het kader van de klachtprocedures zijn in lijn met mensenrechten. Maar het volstaat niet dat de politie dit telkens achteraf vaststelt, ná schending van het demonstratierecht en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Klachtenprocedures achteraf hebben tot nu toe de dagelijkse gang van zaken bij de politie niet veranderd. De politie kent de regels, maar past deze niet toe in de praktijk, maar pas achteraf in de klachtprocedure.
In het rapport ‘Toezicht gezocht’ van Amnesty wordt geconcludeerd: ‘In klachtoordelen stelt de politie dat zij leermomenten uit de klachten onder de aandacht zal brengen van betreffende teams om te bespreken, zodat herhaling in de toekomst voorkomen kan worden. Uit de signalen die Amnesty blijft ontvangen blijkt dat de lessen niet algemeen bekend zijn onder politieagenten. De politie heeft voor zover bij Amnesty bekend de instructies of werkwijze niet gewijzigd en gaat in de praktijk door met het monitoren van demonstranten. Daar komt bij dat de politie over de uitkomsten van klachtenprocedures geen publieke verantwoording aflegt. Zo worden klachtbeoordelingen niet gepubliceerd, terwijl dat essentieel is voor het lerend vermogen van de politie en voor het afleggen van verantwoording richting het bredere publiek.’
Kortom: aanwezigheid bij een demonstratie mag op zichzelf niet tot een ID-controle door de politie leiden. Dat is ook uitdrukkelijk niet de bedoeling van de overheid, en de politie kent en onderschrijft deze regels. Maar in de praktijk gebeurt het regelmatig tóch steeds weer. Dat moet veranderen. Maar Amnesty ziet niet dat de politie daadwerkelijk stappen onderneemt om deze verandering in gang te zetten.
Hierdoor verzoek ik de politie, met kracht van sommatie, per direct te stoppen met ID-controles bij demonstranten die niet van enig strafbaar feit worden verdacht, en in de interne instructies en beleidskaders op te nemen dat ID-controles niet mogen worden uitgevoerd tijdens vreedzame demonstraties, tenzij er een verdenking is van een voldoende ernstig strafbaar feit op basis van geïndividualiseerde en objectief verifieerbare aanwijzingen. Bovendien moet in de instructies en beleidskaders ondubbelzinnig duidelijk zijn dat politieagenten niet naar een identiteitsbewijs mogen ‘vragen’ wanneer zij geen wettelijke bevoegdheid hebben om dit te vorderen. Tot slot verzoek ik de politie om over voorgenoemde beleidswijzigingen publiekelijk te communiceren, zodat voor demonstranten duidelijk is wat de politie wel en niet mag bij een vreedzaam protest. Graag ontvang ik binnen zes weken na heden een schriftelijke bevestiging hiervan.
Het is hoogst zorgelijk dat Nederland pretendeert een rechtsstaat te zijn, maar dat de politie structureel weigert de wet na te leven en grondrechten te respecteren.

