Op 13 juni besliste de Hoge Raad dat bewijs uit door in Frankrijk ontsleutelde cryptotelefoons in een Nederlandse strafprocedure gebruikt mag worden. Uit de inhoudsindicatie op rechtspraak.nl:
Prejudiciële beslissing HR, art. 553 Sv. 1. Prejudiciële procedure in strafzaken. 2. Beantwoording vragen over o.a. betekenis van (internationale of interstatelijke) vertrouwensbeginsel voor beoordeling van rechtmatigheid en betrouwbaarheid van resultaten die zijn verkregen met toepassing van opsporingsbevoegdheid door autoriteiten van ander land dan Nederland, terwijl bevoegdheid in dat andere land is toegepast, en mogelijkheden voor verdediging om rechtmatigheid van bewijsverkrijging te onderzoeken. (…)
Ad 2. Bij bespreking van vraag over betekenis van vertrouwensbeginsel voor beoordeling van rechtmatigheid en betrouwbaarheid van resultaten die zijn verkregen met toepassing van opsporingsbevoegdheid door autoriteiten van ander land dan Nederland, terwijl bevoegdheid in dat andere land is toegepast, gaat HR in op opsporing onder verantwoordelijkheid van buitenlandse autoriteiten en op opsporing in buitenland onder verantwoordelijkheid van Nederlandse autoriteiten. Vervolgens gaat HR in op vraag of en, zo ja, in welke gevallen, machtiging van RC is vereist en maakt HR enkele opmerkingen over het gebruik van informatie in andere onderzoeken en over Richtlijn 2002/58/EG en Richtlijn (EU) 2016/680. Verder gaat HR in op o.m. beginsel van equality of arms en beoordeling van verzoeken tot het voegen van stukken bij processtukken en van verzoeken tot het verkrijgen van inzage in stukken.
Het meest intrigerende aan dit soort zaken is hoe kan worden geverifieerd of er door de buitenlandse (of Nederlandse) overheid geen fouten zijn gemaakt bij het vergaren van het digitale bewijs tegen de verdachte. Dat lijkt me buitengewoon lastig, wat de rol van de strafadvocaat ook moeilijk maakt.
Meer informatie:
- De uitspraak wordt toegelicht in een persbericht van de Hoge Raad, Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen in EncroChat en SkyECC-zaken. Daar is een Engelse versie van.
- Over de uitspraak werd bericht door onder meer het NRC, het Advocatenblad en security.nl.
- Jan-Jaap Oerlemans schreef begin dit jaar Legal Aspects of the EncroChat-Operation, 10 januari 2023 en Datagedreven opsporing en toezicht, 30 januari 2023.
Aanvullingen
Aanvulling 27 april 2024
Rel in het VK over onjuistheid van telefoongegevens die telco O2 aan de politie heeft verstrekt: Police forces check intelligence and criminal databases after errors discovered in O2 phone data: “Communications data – which includes details of the owner of a mobile phone, their location history, and details of when phone calls and messages were exchanged and who with – is used by investigators to track people’s locations and to build up lists of their contacts and associates“. En: “The case highlights a wider problem, which is that since 2000, following changes to the Police and Criminal Evidence Act 1984, courts presume that computer evidence is reliable unless there is evidence to show otherwise. “With hundreds, if not thousands, of convictions hinging upon call data records and locations obtained from faulty software, the need for further scrutiny on the presumed reliability of computer-based systems and the ‘evidence’ that they produce cannot be understated,” she said. “If there are software issues that are with the telecoms provider themselves, that wouldn’t necessarily be picked up by defence experts looking at the raw data,” she added.”
Aanvulling 22 juli 2024
Op EU Law Analysis verscheen het artikel van Hugo Partouche, Mass hacking and fundamental rights: a missed opportunity for the CJEU?

