Helemaal wereldvreemd kunnen juristen niet zijn, zo kan worden afgeleid uit de discussie die in het Nederlands Juristenblad is ontbrand over de anti-Geen Stijl campagne.
Naar aanleiding van een artikel van mevrouw Van Haaren, geeft Ulli d’Oliveira een reactie met aardige teksten. Zo spreekt hij over het doelwit van de campagne als een “een onhygiënische producten afscheidend medium” dat zich schuldig maakt aan “onwelriekende uitwasemingen“. Hij schrijft:
de scribenten verbonden aan Geen Stijl, die ik geen journalisten zou willen noemen, hebben ruimte genoeg om hun elucubraties op het wereldwijde internet te ventileren
Blijft een probleem dat het internet wordt vervuild door internetschandpalen, platte scheldpartijen en allerlei andere akelige uitingen van vervelende types, die ook uitstraling naar de fysieke wereld kunnen hebben.
Meer informatie:
- Artikel door Ine van Haaren-Dresens, Ook onfatsoen verdient bescherming, NJB 2017/1124, afl. 21, p. 1463-1464
- Reactie Ulli d’Oliveira, Boycot in strijd met democratische rechtsstaat? Kom nou! NJB 28 juni 2017
- Onder de reactie van d’Oliveira staat een naschrift van mevrouw Van Haaren.